De pagina wordt geladen...
Eigenaren van vrachtwagens gaan vanaf medio 2026 in Nederland betalen als zij gebruikmaken van snelwegen en een aantal onderliggende wegen. Het tarief wordt bepaald door het gewicht, CO2-emissieklasse en de euro-emissieklasse van het voertuig. Hoe lichter en schoner het voertuig, des te lager de heffing. De overheid sluist de opbrengsten van de heffing terug naar de sector, om innovatie en verduurzaming te stimuleren. Buurlanden zoals België en Duitsland hebben al een kilometerheffing voor vrachtwagens.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voert naar verwachting medio 2026 de vrachtwagenheffing in. Zowel binnenlandse als buitenlandse vrachtwagens gaan dan een prijs per kilometer betalen als zij over snelwegen en een aantal provinciale wegen en gemeentelijke hoofdwegen rijden. De heffing geldt voor vrachtwagens met een gewicht van boven de 3,5 ton. Er geldt een uitzondering voor emissievrije vrachtwagens onder de 4.250 kg. Dit zijn veelal bedrijfswagens waarvan het gewicht hoger wordt door elektrificatie. Als de vrachtwagenheffing wordt ingevoerd, gaat de motorrijtuigenbelasting flink omlaag en verdwijnt het Eurovignet. Het gemiddelde tarief wordt 16,7 cent (prijspeil 2023) per kilometer.
Het kabinet heeft het onderstaande voorstel voor de tarieven uitgewerkt in een concept-wetsvoorstel. Deze tarieven zijn pas definitief als de wetgeving is aangenomen. De Tweede Kamer gaat zich nog buigen over dit onderwerp.
De invoering van de heffing heeft als doel om de Nederlandse vervoerssector te vergroenen en te innoveren. De netto-opbrengsten worden straks via een apart fonds teruggesluisd naar de sector. In het Meerjarenprogramma Terugsluis Vrachtwagenheffing 2026-2030 staat dat er € 1,6 miljard beschikbaar komt voor de verduurzaming van de transportbranche. Dit bedrag komt vrij in de vorm van onder meer subsidies, bijvoorbeeld voor de aanschaf van elektrische of waterstoftrucks (AanZET en SWIM) en laadinfrastructuur (SPRILA). Dit draagt bij aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord en de verlaging van de CO2-uitstoot. Om ondernemers niet te laten wachten tot medio 2026, is de overheid nu al begonnen met het openstellen van subsidies. De Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET) die in 2024 beschikbaar is gesteld, is de eerste subsidieregeling die betaald wordt uit de (toekomstige) opbrengsten van de vrachtwagenheffing.
Vrachtwagens moeten voorzien worden van een Onboard Unit (OBU). Dit kastje registreert hoeveel kilometers over de heffingswegen zijn gereden. Transporteurs kunnen voor boordapparatuur terecht bij in Nederland toegelaten dienstaanbieders. Die zorgen voor de boordapparatuur en betaling aan de overheid. De overheid wil zoveel mogelijk gebruikmaken van kastjes die elders al werken.
BOVAG is positief over de invoering van de vrachtwagenheffing. Niet het bezit, maar het gebruik van een voertuig zou moeten worden belast. De heffing is daarnaast een manier om stappen te zetten in verduurzaming en om toe te werken naar de klimaatdoelen. BOVAG zal samen met transportsector goed in de gaten houden of de inkomsten van de heffing ook daadwerkelijk terug gaan vloeien naar de branche.
Bekijk hier de animatie over de vrachtwagenheffing of ga voor uitgebreide en actuele informatie naar vrachtwagenheffing.nl.