Nieuwe cao MvT in de praktijk – veel gestelde vragen

BOVAG en vakbonden leggen dit onderhandelingsresultaat met positief advies voor aan hun achterbannen. Bij BOVAG velt de Ledenraad er een definitief oordeel over en bij de vakbonden zijn dit de leden. Naar verwachting is er eind juni (2025) meer duidelijkheid. Dit is dus na de salarisrun van juni, terwijl de eerste cao-verhoging staat op 1 juni jl. Je kunt ervoor kiezen om de uitslag van de ledenraadpleging af te wachten en de cao-verhoging van juni met terugwerkende kracht toe te kennen in juli 2025.

Uiteraard houdt BOVAG je op de hoogte van de voortgang, bijvoorbeeld over het definitief worden van het onderhandelingsresultaat, en melden wij het ook als de cao MvT wordt aangemeld en algemeen verbindend is verklaard.

De cao MvT is op 31 januari 2025 afgelopen en het heeft enige tijd geduurd voordat er tot een nieuwe cao is gekomen. Maar na maanden van intensieve gesprekken tussen BOVAG en de vakbonden (FNV, CNV en De Unie) ligt er nu een onderhandelingsresultaat op tafel.

BOVAG heeft signalen gekregen dat werkgevers vooruitlopend op een nieuwe cao al een vrijwillige en onverplichte loonsverhoging hebben toegekend aan hun medewerkers. Ook gaat de eerste cao-verhoging in op 1 juni 2025. Om die redenen hebben BOVAG en bonden een verrekeningsclausule afgesproken. In het onderhandelingsresultaat is afgesproken:

‘Vrijwillige en onverplichte loonsverhogingen die vooruitlopend op dit onderhandelingsresultaat collectief zijn toegekend vanaf 1 februari 2025 mogen door werkgevers met de komende cao-verhogingen uit dit onderhandelingsresultaat worden verrekend’.

Het is wel belangrijk dat je de vrijwillige en onverplichte loonsverhoging goed, schriftelijk hebt vastgelegd met jouw medewerkers. En hoe hoog is het loonsverhoging die je hebt toegekend? Gaat het daarnaast om een structurele loonsverhoging die je wilt verrekenen of om een tijdelijke loonsverhoging (vooruitlopend op een nieuwe cao, die stopt na verloop van tijd)? Daarnaast mogen alleen collectief gegeven loonsverhogingen verrekend worden en geldt dit niet voor individuele loonsverhogingen.

Is de collectieve loonsverhoging die je hebt toegekend hoger dan de cao-verhoging? Dan kan je de loonsverhoging uit de cao verrekenen tot de hoogte van de vrijwillig en onverplicht toegekende loonsverhoging.

Heb je een lagere loonsverhoging toegekend aan jouw medewerkers? Dan dien je de loonsverhoging aan te vullen tot de cao-verhoging met ingang van 1 juni 2025.

Twijfel je of verrekening mogelijk is? Neem dan contact op met BOVAG Ledenadvies via 030-65 95 300 of via ledenadvies@bovag.nl.

In het onderhandelingsresultaat is afgesproken dat werkgevers uit verschillende deelsectoren de mogelijkheid hebben om zonder onderscheid te maken in functies maximaal twee extra verlofdagen toe mogen kennen aan hun medewerkers. Voor het toekennen van een vakantiedag mag per verlofdag 0,4% van het betreffende bruto jaarloon ingehouden worden.

Met het toekennen van de vakantiedagen kan een deel van de loonsverhoging(en) een jaar uitgesteld worden. Het restant van de cao-verhoging moet alsnog direct betaald worden. Het jaar daarop zal de gehele verhoging dan overigens alsnog moeten worden doorgevoerd.

Let op: dit is een incidentele regeling en wordt gezien als een tijdelijke dispensatie voor de looptijd van de cao op de loontabel. Daarbij geldt dat het toekennen van één verlofdag per jaar in plaats van een deel van de cao-loonsverhoging onvoorwaardelijk kan worden doorgevoerd. Indien je er als werkgever voor kiest om loon voor de maximale twee verlofdagen in te houden, dan geldt dat je daar dispensatie voor moet aanvragen bij de Bedrijfsraad op grond van de bedrijfseconomische situatie. Als de dispensatie wordt verleend, dan dien je de toekenning van de twee verlofdagen schriftelijk kenbaar gemaakt aan de werknemers.

In het onderhandelingsresultaat is afgesproken dat zowel de feitelijke salarissen als de salarisschalen structureel worden verhoogd. Dit betekent dat de afgesproken loonsverhogingen gelden voor alle werknemers die op 1 juni 2025 in loondienst zijn. De loonsverhoging geldt dus ook voor BBL’ers, oproepkrachten, verkopers en medewerkers die meer verdienen dan de cao voorschrijft.

Ja, want in de cao MvT is afgesproken dat alle afspraken in de cao naar verhouding gelden voor medewerkers die in deeltijd werken. Dat geldt dus ook voor de nominale loonsverhoging van € 128 die per 1 februari 2026 is afgesproken.

Werken in deeltijd betekent in dit geval dat een werknemer minder dan gemiddeld 38 uur per week werkt, berekend over maximaal één jaar.

BOVAG en vakbonden hebben het onderhandelingsresultaat met positief advies voorgelegd aan hun achterbannen. Naar verwachting is er eind juni (2025) meer duidelijkheid of de cao zal worden omgezet in een definitieve cao (zie vraag 'Wanneer weet BOVAG zeker of dit onderhandelingsresultaat definitief is?'). Dit is dus na de salarisrun van juni, terwijl de eerste cao-verhoging staat op 1 juni jl. BOVAG krijgt de vraag of je die loonsverhoging nu al moet betalen. Er zijn in dit geval twee opties, die hieronder staan.

Bij het doorvoeren van de loonsverhoging kun je ervoor kiezen om de uitslag van de ledenraadplegingen af te wachten en de cao-verhoging van juni met terugwerkende kracht toe te kennen in juli 2025. Op die manier weet je zeker dat de cao definitief is aangenomen en dus ook zeker dat je de cao-verhoging moet toekennen aan jouw medewerkers.

Je kunt er ook voor kiezen om de loonsverhoging van juni vooruitlopend op de uitslag van de ledenraadplegingen wel al door te voeren. Zorg er dan wel voor dat je schriftelijk bekend maakt aan de medewerkers dat de cao-verhoging vooruitlopend op een mogelijk cao-akkoord als voorschot wordt doorgevoerd en verrekend gaat worden zodra de cao definitief is en met terugwerkende kracht ingaat.

De cao-verhoging (per 1 juni) en de verhoging van het WML (per 1 juli) vallen niet op dezelfde datum. Naar verwachting weet BOVAG echter pas eind juni of het onderhandelingsresultaat definitief is goedgekeurd (zie vraag 'Wanneer weet BOVAG zeker of dit onderhandelingsresultaat definitief is'). In de salarisadministratie worden beide verhogingen mogelijk dus wel gelijktijdig doorgevoerd.

Het WML heeft als doel een minimum te garanderen, niet om een extra grote loonstijging te creëren. Daardoor kan eerst de cao-verhoging worden toegepast en is alleen een aanpassing naar het nieuwe WML nodig als dat met de cao-loonronde niet is gehaald.

Op dit moment is nog niet duidelijk of het bereikte onderhandelingsresultaat zal worden omgezet in een definitieve cao. Dit is afhankelijk van goedkeuring door zowel de achterban van BOVAG als vakbonden eind juni (zie vraag 'Wanneer weet BOVAG zeker of dit onderhandelingsresultaat definitief is?').

Daarom adviseert BOVAG pas weer een proeftijd van twee maanden af te spreken op het moment dat duidelijk is of de nieuwe cao is goedgekeurd en is aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Heb je vooruitlopend op een nieuwe cao een arbeidsovereenkomst met een nieuwe medewerker afgesloten, waarin een proeftijd van twee maanden is vastgelegd? Dan heb je een nietige proeftijd afgesproken, omdat een proeftijd van twee maanden alleen mogelijk is als er sprake is van een geldende cao. Dit betekent dat deze afspraak tijdens de nawerkingsperiode eigenlijk helemaal niet bestaat. Er is bij deze medewerker in dat geval helemaal geen proeftijd van toepassing.