De pagina wordt geladen...
Nederland staat voor grote ruimtelijke veranderingen door de onder andere de energietransitie, het tekort aan woningen, de groei van inwoners, klimaatverandering en de overgang naar een circulaire economie. Deze zes ontwikkelingen hebben directe invloed op de manier waarop het land wordt ingericht en daarmee ook op mobiliteit:
Steden buiten de Randstad krijgen meer aandacht en zullen verder groeien – vooral binnen de stad zelf. Dit geldt vooral voor de steden in de ring rond de Randstad, zoals onder meer Zwolle, Deventer, Arnhem en de Brabantse steden. Ook is er meer focus op regio’s die achtergebleven zijn in de ontwikkeling om de verschillen tussen de Randstad en deze regio’s te verminderen. Bij de verdeling van investeringen zal hier meer rekening mee gehouden worden, wat een positieve boost kan geven aan de infrastructuur en economie van deze gebieden.
Nederland heeft al een van de dichtste netwerken van wegen en spoorwegen in Europa, en verdere uitbreiding is niet langer financieel haalbaar door het wegvallen van aardgasbaten. Veel van de infrastructuur is decennia geleden aangelegd en toe aan onderhoud. Immers, het aantal inwoners, voertuigen en het gewicht van voertuigen is nu heel anders dan bij aanleg bekend was. Onderhoud van de infrastructuur heeft dan ook hoge prioriteit. Door deze ontwikkelingen ligt de nadruk nu op het beter benutten van bestaande infrastructuur.
Mobiliteit speelt een centrale rol in ruimtelijke veranderingen. De focus ligt daarbij op ‘multimodale bereikbaarheid’ en ‘nabijheid’. Dit houdt in dat verschillende vervoersmodaliteiten, zoals auto, fiets en openbaar vervoer, beter met elkaar verbonden worden, zodat mensen meer keuzevrijheid hebben. Tegelijkertijd wordt ingezet op het verkleinen van reisafstanden door functies zoals wonen, werken en winkelen dichter bij elkaar te brengen, zoals het concept van de ‘vijftien-minutenstad’. Deze stad maakt essentiële voorzieningen op loop- of fietsafstand toegankelijk, waardoor de noodzaak om te reizen afneemt. Kortom, mobiliteit moet de leefruimte in Nederland versterken door slimme verbindingen en duurzame oplossingen, waarbij samenwerking, ondernemerschap en innovatieve oplossingen de sleutel vormen om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.
In het straatbeeld is het merkbaar: er is meer druk op de autoparkeerplaatsen die er zijn. Dit geldt vooral voor de steden. Laat dat nu net de plaatsen zijn waar ook de meeste woningen bijgebouwd worden. Het wordt duidelijk dat omgaan met parkeren drastisch aan het veranderen is. De vraag naar parkeren wordt opgelost door onder andere minder of geen auto’s toe te staan bij nieuwe woningen, van op straat parkeren naar gebouwde parkeervoorzieningen (parkeergarages) te gaan en in te zetten op stadrandhubs die we onder andere in Utrecht al zien. Sommige gemeenten stimuleren om met de auto tot aan de rand van de stad rijden, daar betaalbaar parkeren en dan met het openbaar vervoer of andere (deel)mobiliteit naar de eindbestemming te reizen. Deze vorm van reizen zal volgens het onderzoek toenemen richting de toekomst. Overheden zullen flink investeren in mobiliteitshubs op plekken waar ook andere vormen van mobiliteit aangeboden worden.
Ieder gebied heeft een uniek mobiliteitsvraagstuk met een evenwicht tussen parkeren en wonen. BOVAG pleit ervoor om huidige, rigide parkeernorm voor nieuwe woningbouwprojecten te vervangen door een verplichte mobiliteitstoets inclusief een parkeernorm. Daarbij wordt een pragmatische en realistische benadering gemaakt op basis van autobezit, inwoners en mobiliteitsbehoefte.
Naast wonen is er ook (meer) ruimte nodig voor economische activiteiten, circulariteit, water(berging), rivieren, defensie en energietransitie. Dat vraagt om nieuwe oplossingen. Voor sommige bestaande bedrijventerreinen betekent dat er nieuwe mogelijkheden ontstaan om bij te bouwen. Dat noemen we verdichten: dichter op elkaar bouwen in grotere/hogere volumes. Een andere oplossing die we ook steeds meer zien is optoppen (een laag er bovenop) en functiemenging waar bedrijven op een slimme manier met elkaar de bestaande ruimte delen en beter benutten.
Afhankelijk van de locatie merken ook BOVAG-ondernemers in meer of mindere mate dat Nederland ruimtelijk verandert. In sommige gevallen komt woningbouw steeds dichterbij. Dit gebeurt niet van de ene op de andere dag. Vaak duurt planvorming erg lang voordat de eerste schop de grond in gaat. In die tussentijd kan het verstandig zijn om proactief met de gemeente te schakelen om opties af te wegen. Van compensatie voor inperken van de milieucategorie, verplaatsen naar een andere locatie tot en met proactief meedenken op het gebied van mobiliteit.
BOVAG heeft uitgebreid onderzoek laten doen door Venhoeven CS om zicht te krijgen op de relevante trends en ruimtelijke ontwikkelingen en de invloed daarvan op mobiliteit. Deze trends zijn gebaseerd op de uitkomsten van dit onderzoek en de kansen voor ondernemers die de ontwikkelingen bieden.
Ga naar de beginpagina van het dossier Ruimtelijke ordening en mobiliteit.