De pagina wordt geladen...
Hoe bewaar je afgewerkte olie? De eisen hangen af van de manier waarop je dit doet: ondergronds of bovengronds. Lees hier meer over de opslag van afgewerkte olie in een ondergrondse olietank.
Afgewerkte olie is smeer- en systeemolie die in het afvalstadium is geraakt. Deze olie komt vooral vrij bij verbrandingsmotoren, transmissiesystemen, machines, turbines en hydraulische systemen. Een van de eisen van afgewerkte olie is een vlampunt van minimaal 60 °C. Dit is de laagste tempratuur die nodig is voor een stof om tot ontbranding te komen.
De eisen die in Nederland worden gesteld aan het opslaan van afgewerkte olie hangen af van de manier waarop deze wordt opgeslagen, in een boven- of ondergrondse opslagtank. Het doel van deze regels is uiteraard het voorkomen van vervuiling van het milieu. De regels die van toepassing zijn bij de ondergrondse opslag van afgewerkte olie zijn te vinden in het Activiteitenbesluit, de Activiteitenregeling, de PGS 28 en diverse beoordelingsrichtlijnen.
Voordat een ondergrondse tank voor de opslag van vloeibare brandstof of afgewerkte olie geplaatst mag worden, moet er bodemonderzoek uitgevoerd worden om de huidige staat van de bodem vast te stellen. De uitkomst van dit onderzoek is de zogenaamde nulsituatie. De uitkomst van het onderzoek bepaalt of er wel of geen ondergrondse tank geplaatst mag of kan worden.
Ga je over tot plaatsing van een tank onder de grond, dan moeten de installatie, keuring, reparatie en vervanging worden uitgevoerd door een erkend bedrijf. Deze bedrijven kun je hier vinden. Bij het plaatsen van de tank moeten er maatregelen en voorzieningen worden getroffen die er voor zorgen dat de kans op bodemvervuiling zo klein mogelijk is (verwaarloosbaar bodemrisico). Je kunt hierbij denken aan kathodische bescherming om roestvorming tegen te gaan. Bovendien moet eventuele vervuiling van de bodem te signaleren zijn.
Een vulpunt moet geplaatst zijn boven of in een vulpuntmorsbak of boven een vloeistofdichte vloer of verharding. De minimale oppervlakte van de vloeistofdichte vloer of verharding bij een vulpunt moet 12 m2 bedragen bij voorkeur met een afmeting van 4x3 meter.
Bij elk vulpunt moet duidelijk zijn aangegeven wat de netto inhoud van de tank is en voor welk product die tank is bestemd. Is er meer dan één tank, dan moet duidelijk zijn aangegeven welk vulpunt en welke peilopening van de tank bij elkaar horen. Bij het vulpunt is het noodzakelijk om aan te geven welk type overvulbeveiliging is gemonteerd in verband met de instructie aan de tankwagenchauffeur.
Ondergrondse opslagtanks en hun leidingen en appendages waarin vloeibare brandstof of afgewerkte olie wordt opgeslagen moeten periodiek moeten worden gekeurd door een erkend bedrijf. Er kunnen verschillende termijnen gelden, afhankelijk van het soort tank.
Andere termijnen die van belang kunnen zijn:
Om te voorkomen dat oude en afgedankte tanks stilletjes liggen weg te roesten, bestaat er voor het buitengebruikstellen van ondergrondse tanks een aantal regels. Een oude tank moet worden gereinigd en afgevoerd. Reinigen of afvoeren van een bovengrondse tank mag alleen gebeuren door een KIWA-gecertificeerd bedrijf. Na het reinigen van een tank ontvang je het certificaat BRL-K 905 en voor het afvoeren het certificaat BRL-K 902. Het vervoeren van een lege, niet gereinigde tank waarvoor geen certificaat is afgegeven, is verboden, behalve voor bedrijven die hiervoor een ontheffing hebben.
Heb je vragen over ondergrondse tanks of de opslag van afgewerkte olie? Leden nemen voor informatie en advies contact op met BOVAG Ledenadvies.
BOVAG Ledenadvies