De pagina wordt geladen...
De wet of de van toepassing zijnde cao bepalen de hoogte van het minimale salaris en hoe je tot dat salaris moet komen. In dit hoofdstuk zal de systematiek worden uitgelegd.
Het salaris van de medewerker stel je vast aan de hand van de salaristabellen in het cao-boekje en het Handboek Functie-indeling MvT. De medewerker moet namelijk op grond van zijn functie en op basis van het feitelijke niveau waarop hij zijn werkzaamheden uitvoert worden ingedeeld in de juiste salarisgroep. Minder belangrijk zijn de diploma’s van de medewerker, hoewel dat natuurlijk wel een indicatie kan zijn voor het niveau waarop de medewerker zijn werkzaamheden uitvoert.
De cao geeft het minimum in salaris aan. Een medewerker mag dus niet minder verdienen dan in de cao-tabel staat. Meer mag uiteraard wel.
Handboek Functie-indeling
BOVAG heeft voor de meest voorkomende functies in de branche model-functieprofielen opgesteld waarin staat beschreven welke werkzaamheden er precies bij welk niveau horen. Raadpleeg het Handboek Functie-indeling voor meer informatie en voor voorbeelden van functieprofielen.
Als de schaal bekend is, ben je er bijna. Medewerkers van 16 tot en met 20 jaar plaats je in een salarisgroep op basis van leeftijd. Bij medewerkers vanaf 21 jaar kijk je naar de functiejaren: het aantal jaren dat de medewerker binnen een bepaalde functie in je bedrijf werkt.
Neem je een nieuwe medewerker aan, dan mag je deze dus indelen met 0 functiejaren. Werkervaring bij een andere werkgever telt namelijk niet automatisch mee. Je kunt er ook voor kiezen om de nieuwe medewerker fictieve functie-jaren toe te kennen. De 45-jarige medewerker van het voorbeeld hierboven kun je ook aannemen met het loon op het einde van zijn schaal en hem dus zeven fictieve functie-jaren toekennen, zodat deze al begint in een latere trede van de schaal.
In artikel 47 en 48 schrijft de cao een salarisverhoging voor in verband met stijging van de leeftijd of een nieuw functiejaar. Dit is een minimumvoorschrift, blijkt uit artikel 44 lid 3. Verdient jouw medewerker al meer dan het voorgeschreven nieuwe salaris volgens de tabel, dan hoef je de verhoging niet toe te passen.
Daarop is één uitzondering. Een medewerker die in schaal A valt krijgt wel het stapje van de leeftijdsverhoging. Het verschil tussen het tabelsalaris bij de oude en nieuw leeftijd is het bedrag dat aan het salaris wordt toegevoegd.
De Cao Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf(Carrosserie) werkt met salaristabellen en daarin staat wat de medewerker minimaal moet verdienen voor een bepaalde functie. Een medewerker mag dus niet minder verdienen dan in de cao-tabel staat. Meer mag wel.
Er is een tabel voor:
Hieronder wordt de systematiek van de tabellen voor de jeugdigen en de vakvolwassen uitgelegd.
De tabel geldt voor een medewerker van gemiddeld 38 uur per week. Voor een parttimer gelden de bedragen naar rato. Het gaat om een brutobedrag.
De tabel loopt van schaal A/2 tot en met schaal J /11. De functie van de medewerker bepaalt in welke schaal de medewerker hoort. Voor het bepalen van de juiste functie en de daarbij behorende salarisschaal heb je ook het Handboek Functie-indeling Metaal en Techniek nodig. Die kan je via de button onder aan deze pagina downloaden.
Voorbeeld: Uit hetHandboek Functie-indeling Metaal en Techniek blijkt bijvoorbeeld dat een Autoschadehersteller tot functiefamilie 17A: schadeherstel Carrosserie hoort. Afhankelijk van onder andere complexiteit, zelfstandigheid en het afbreukrisico moet deze medewerker dan in schaal 4, 5,6 of 7 worden ingedeeld. In het Handboek zie je de verschillen tussen die schalen.
Als de schaal bekend is, ben je er bijna. Voor de jeugdigen kijk je naar de leeftijd om te bepalen welk salaris in elk geval moet worden afgesproken.
Voor een vakvolwassen medewerker moet je naast de leeftijd ook rekening houden met de functiejaren. Het aantal functiejaren is het aantal jaar dat een werknemer zijn functie uitoefent in jouw bedrijf.
Neem je een nieuwe medewerker aan, dan mag je deze dus indelen met 0 functiejaren. Werkervaring bij een andere werkgever telt namelijk niet automatisch mee. Je kunt er ook voor kiezen om de nieuwe medewerker fictieve functie-jaren toe te kennen, zodat deze al begint in een latere trede van de schaal.
In artikel 34 en 35 schrijft de cao een salarisverhoging in verband met stijging van de leeftijd of een nieuw functiejaar voor. Dit is in een minimumvoorschrift. Verdient jouw medewerker al meer dan het voorgeschreven nieuwe salaris volgens de tabel, dan hoef je de verhoging niet toe te passen.
Daarop zijn 2 uitzonderingen. De medewerker onder de 21 jaar die geen BBL-opleiding volgt en in schaal A (WML) zit én de medewerker die in schaal A zit. Deze twee categorieën medewerkers krijgen bij een verhoging op basis van leeftijd wel altijd een stap. Bij het salaris wordt toegevoegd het verschil tussen het tabelloon bij de nieuwe leeftijd en het tabelloon bij de oude leeftijd. In art 41 lid 1 cao Carrosseriebedrijf staat hier een uitleg van.
Bij het vaststellen van het salaris volgens de systematiek van de cao kijk je naar de functietabellen die in de cao staan. Je deelt de werknemer in de juiste functiegroep in. Achter in het cao-boekje staat in de bijlage de functielijst. Van belang hierbij zijn de taken en verantwoordelijkheden van de medewerker.
Medewerkers van 15 tot 21 jaar worden op basis van hun leeftijd en de juiste functiegroep ingedeeld.
Medewerkers van 21 jaar en ouder zijn ‘vakvolwassen’. Zij bouwen in hun functiegroep functiejaren op wanneer je als werkgever tot 1 december 2009 onder de cao voor het Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (MvT) viel. Viel je als werkgever tot 1 december 2009 niet onder de cao MvT? Dan mag je je eigen salarissystematiek hanteren. Natuurlijk kun je daarvoor de functiejarentabel uit de cao Tank en Was gebruiken als voorbeeld.
Functiegroep 1 is het wettelijk minimumloon. Als je medewerker in deze groep valt, kun je voor meer informatie kijken naar de informatie hieronder die gaat over het Wettelijke Minimumloon.
Loonsverhogingen die worden afgesproken in de cao gelden niet voor medewerkers die zijn ingedeeld in functiegroep 1. In de cao Tank en Was is namelijk bepaalt dat cao-verhogingen gelden vanaf functiegroep 2.
Bovendien bepaalt de cao dat een personeelslid in functiegroep 1 maximaal na 1 jaar ingedeeld wordt in functiegroep 2.
Systematiek van de wet
Per 1 januari 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Sinds die datum zijn de vaste minimum maand-, week- en daglonen verdwenen. Daarvoor in de plaats is één uniform minimumuurloon gekomen, waar alle medewerkers in Nederland recht op hebben. Het maandloon van een minimumloonverdiener wordt per 1 januari 2024 bepaald door het feitelijke aantal uren dat is gewerkt en het aantal werkbare dagen in een kalenderjaar.
Het wettelijk minimumloon is het bedrag dat je jouw medewerkers vanaf 21 jaar minimaal moet betalen. Voor jongere medewerkers van 15 tot en met 20 jaar geldt het minimumjeugdloon. Deze minimumjeugduurlonen zijn afgeleid van het wettelijk minimumuurloon.
Elk halfjaar worden deze bedragen geïndexeerd. Dit gebeurt op vaste momenten, namelijk op 1 januari en 1 juli. De verhoging werkt door in alle aan het minimumloon gekoppelde regelingen. Hierdoor zal ook de hoogte van een AOW-uitkering en de loongerelateerde uitkering bij ziekte of werkloosheid stijgen.
Via de Rijksoverheid kan je hier meer informatie over terugvinden. Daar vind je ook de meest actuele tabellen van het wettelijk minimumuurloon.
Daarnaast is door de Rijksoverheid een Kennisdocument wettelijk minimumuurloon (2024) opgesteld. Daarin vind je meer informatie en verschillende rekenvoorbeelden, bijvoorbeeld over het berekenen van een vast bedrag per maand bij een vaste arbeidsduur per week.
Per 1 januari 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Sinds die datum zijn de vaste minimum maand-, week- en daglonen verdwenen. Daarvoor in de plaats is één uniform minimumuurloon gekomen, waar alle medewerkers in Nederland recht op hebben. Het maandloon van een minimumloonverdiener wordt per 1 januari 2024 bepaald door het feitelijke aantal uren dat is gewerkt en het aantal werkbare dagen in een kalenderjaar.
Het wettelijk minimumloon is het bedrag dat je jouw medewerkers vanaf 21 jaar minimaal moet betalen. Voor jongere medewerkers van 15 tot en met 20 jaar geldt het minimumjeugdloon. Deze minimumjeugduurlonen zijn afgeleid van het wettelijk minimumuurloon.
Elk halfjaar worden deze bedragen geïndexeerd. Dit gebeurt op vaste momenten, namelijk op 1 januari en 1 juli. De verhoging werkt door in alle aan het minimumloon gekoppelde regelingen. Hierdoor zal ook de hoogte van een AOW-uitkering en de loongerelateerde uitkering bij ziekte of werkloosheid stijgen.
Via de Rijksoverheid kan je hier meer informatie over terugvinden. Daar vind je ook de meest actuele tabellen van het wettelijk minimumuurloon.
Daarnaast is door de Rijksoverheid een Kennisdocument wettelijk minimumuurloon (2024) opgesteld. Daarin vind je meer informatie en verschillende rekenvoorbeelden, bijvoorbeeld over het berekenen van een vast bedrag per maand bij een vaste arbeidsduur per week.
In de praktijk komt het voor dat er met bijvoorbeeld oproepkrachten een all-in loon wordt afgesproken. Dat is een loon inclusief de vakantiebijslag van 8% en de uitbetaling van vakantiedagen.
Het maandelijks uitbetalen van vakantiebijslag is toegestaan. Ook volgens de cao’s in onze branche, zolang de vakantiebijslag maar is uitbetaald in mei (cao Tank en Was) of juni (cao MvT en cao Carrosserie).
Het uitbetalen van alle vakantiedagen tijdens het dienstverband mag officieel niet. In de wet staat namelijk dat de wettelijke vakantiedagen niet tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst mogen worden uitbetaald. Desondanks is in de jurisprudentie door rechters duidelijkheid gegeven wanneer dit toch mag. Voor het uitbetalen van vakantiedagen (all-in uurloon) gelden de volgende vier voorwaarden: