Tip 4: Let op de termijn in verband met de bewijslast
Als u een product verkoopt aan een consument, en deze beroept zich binnen zes maanden na aflevering van de zaak op non-conformiteit, dan dient u als verkoper te bewijzen dat er géén sprake is van een non-conform gebrek. Na deze zes maanden ligt de bewijslast dat sprake is van non-conformiteit bij de klant. Verkoopt u een product aan een zakelijke klant, en heeft u non-conformiteit niet schriftelijk uitgesloten? Dan geldt deze ‘omgekeerde bewijslast’ niet. De zakelijke wederpartij (zakelijke klant of koper) die zich op non-conformiteit beroept dient altijd zelf aan te tonen dat het product niet de eigenschappen bezit die zij daar redelijkerwijs van mocht verwachten.
Tip 5: Vraag wanneer het gebrek is ontdekt
Zakelijke klanten moeten nadat zij een gebrek hebben ontdekt binnen bekwame tijd klagen nadat zij een gebrek hebben ontdekt of redelijkerwijs hadden moeten ontdekken. Anders kan de klant u voor het gebrek niet meer aanspreken op non-conformiteit. Dit geldt ook voor particuliere klanten. De consument wordt door de wet extra beschermd: als hij binnen twee maanden na de ontdekking van het gebrek contact met u opneemt, wordt dit áltijd als tijdig gezien. De rechter bepaalt in andere gevallen of sprake is van 'binnen de bekwame tijd'.
Tip 6: Laat de klant langskomen
Stelt de klant dat er sprake is van non-conformiteit? Vraag hem dan met het product langs te komen zodat u zelf kunt constateren of daar inderdaad sprake van is. Afhankelijk van de bevindingen kunnen de vervolgstappen worden vastgesteld. Als een klant zonder met u te overleggen naar een derde is gegaan om het op te laten lossen en vervolgens naar u toe komt met de klacht of factuur, dan kunnen ze geen beroep meer doen op non-conformiteit. De klant heeft dan het recht op non-conformiteit verspild. U kunt als ondernemer niet meer constateren of er daadwerkelijk sprake was van non-conformiteit, omdat er bijvoorbeeld is gesleuteld aan de auto.