Verduidelijking dossierprotocol autoschadeherstel: uitlezen schadediagnose

Samen met de verzekeraars heeft BOVAG uniforme foto- en dossierprotocollen opgesteld. Deze protocollen zorgen sinds 1 april voor meer kwaliteit, uniformiteit en transparantie binnen de branche. Recent bleek er voor sommige auditerende instanties onduidelijkheid te zijn over de interpretatie van de situatie waarin uitlezen ‘niet van toepassing’ is. Dit leidde tot onnodige dossiercontroles en afkeur bij schadeherstellers. Om duidelijkheid te verschaffen is met verzekeraars vastgelegd in het dossierprotocol dat uitlezen voor én na schadeherstel altijd moet gebeuren. De schadehersteller mag daarvan afwijken als het voertuig geen diagnosemogelijkheid heeft of wanneer de schadehersteller uitlezen vanuit het oogpunt van kwaliteit en veiligheid niet noodzakelijk vindt en de afweging wordt vastgelegd in het schadedossier.

Volgens BOVAG is het uitlezen van het voertuig zowel voor als na schadeherstel belangrijk, vanuit veiligheidsperspectief en aansprakelijkheid:

1. Uitlezen vóór schadeherstel: onderdeel van de schadediagnose vóór aanvang van de herstelwerkzaamheden.
2. Uitlezen na schadeherstel: onderdeel van de eindcontrole na afronding van de herstelwerkzaamheden.

Uitzondering

BOVAG en opdrachtgevers hebben de juiste interpretatie van punt 11 in het dossierprotocol vastgelegd: het voertuig wordt altijd zowel vooraf als achteraf uitlezen. Afwijken hiervan alleen is toegestaan in de volgende gevallen:

• Het voertuig beschikt niet over diagnosestelsels die uitlezen mogelijk maken (zoals OBD, OBD2, Ethernet of Over-the-Air), of
• De schadehersteller is op basis van zijn kennis en kunde, vanuit het oogpunt van kwaliteit en veiligheid, van mening dat uitlezen gezien het schadebeeld niet noodzakelijk is, mits deze afweging schriftelijk of digitaal wordt vastgelegd in het schadedossier.

Meer informatie over de kwaliteitsnormen, foto- en dossierprotocollen vind je ook hier.