De pagina wordt geladen...
Het reguliere geboorteverlof kan sinds 1 juli 2020 worden verlengd met aanvullend geboorteverlof. Het geboorteverlof is eenmaal het aantal werkuren per week. Dit wordt volledig door de werkgever doorbetaald. Het aanvullend geboorteverlof is maximaal vijf weken (vijfmaal het aantal werkuren per week) en wordt door een uitkering van het UWV betaald. BOVAG Ledenadvies krijgt hier veel vragen over en zette de meest gestelde vragen voor u op een rij.
Kijk hier voor
meer informatie over aanvullend geboorteverlof
.
Ja, zowel tijdens het reguliere geboorteverlof als het aanvullend geboorteverlof bouwt een werknemer vakantiebijslag op. Dit is zo in de wet bepaald. Met betrekking tot het aanvullend geboorteverlof betreft het vakantiebijslag over de uitkering van het UWV, te weten 70 procent van het dagloon. Dit wordt uitgekeerd door het UWV. Alleen als u een bovenwettelijke aanvulling doet op de uitkering, moet u over dit meerdere vakantiebijslag betalen.
Let op: de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf, cao voor Tankstations en Wasbedrijven en de cao voor het Carrosseriebedrijf verplichten niet om deze 70 procent aan te vullen tot 100 procent loon dus u hoeft dit dan ook niet te doen.
Ja, ook tijdens (aanvullend) geboorteverlof bouwt een werknemer wettelijke vakantiedagen op. De opbouw van vakantiedagen is gekoppeld aan het recht op loon. Ondanks dat de werknemer tijdens het aanvullend geboorteverlof geen loon krijgt, maar een uitkering van het UWV, bouwt hij hierover vakantiedagen op. Deze uitzondering is expliciet genoemd in de wet.
Over de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen tijdens het (aanvullend) geboorteverlof kunnen afwijkende afspraken gemaakt worden in de arbeidsovereenkomst of de cao. In de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf, cao voor Tankstations en Wasbedrijven en de cao voor het Carrosseriebedrijf zijn geen afwijkende afspraken gemaakt.
De wet en de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf en het Carrosseriebedrijf zeggen hier niets over. Zijn er ook geen afwijkende afspraken gemaakt in de arbeidsovereenkomst? Dan bouwt de werknemer ook tijdens het (aanvullend) geboorteverlof ADV op.
De werknemer kan de verlofdagen van het (aanvullend) geboorteverlof naar eigen inzicht opnemen. Dit kan in één keer, maar ook gespreid over een langere periode. Het geboorteverlof moet opgenomen worden binnen vier weken na de geboorte van het kind. En om gebruik te kunnen maken van het aanvullend geboorteverlof moet de werknemer eerst het geboorteverlof hebben opgenomen. Daarna mag een werknemer pas gebruikmaken van het aanvullend geboorteverlof. Het aanvullend geboorteverlof moet binnen zes maanden na de geboorte van het kind opgenomen worden.
De werknemer dient een verzoek in voor de opname van het verlof bij de werkgever en geeft daarbij aan wanneer hij dit wil opnemen, hoeveel hele weken en over hoeveel weken hij dit wil uitspreiden. De werkgever mag dit verlof tot twee weken van tevoren nog veranderen. Maar dit mag alleen bij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen en in overleg met de werknemer.
Wanneer de werknemer het verlof wil wijzigen, is het belangrijk om te weten of de verlofduur gelijk blijft, minder wordt of juist meer wordt. Bij het indienen van de aanvraag bij het UWV met betrekking tot het aanvullend geboorteverlof hoeft u namelijk niet aan te geven hoe de werknemer dit verlof opneemt. Dit kunt u in onderling overleg met de werknemer vaststellen en wijzigen. Als de werknemer het verlof alleen op een andere manier opneemt, maar de verlofduur blijft gelijk, dan hoeft u niets door te geven aan het UWV. Als de werknemer minder verlof opneemt dan waarvoor u bij het UWV de aanvraagt heeft ingediend, dan moet u het UWV hierover informeren. De te veel ontvangen subsidie moet namelijk terugbetaald worden aan het UWV. Neemt de werknemer meer verlof op dan vooraf bedacht? Neem dan contact op met het UWV om te kijken of de ingediende aanvraag aangepast kan worden.
Over het intrekken van het (aanvullend) geboorteverlof zegt de wet niets. Hier is wel een wetsvoorstel voor ingediend. Het wetsvoorstel regelt dat de werkgever in moet stemmen met het verzoek tot intrekking van het (aanvullend) geboorteverlof wanneer dit het gevolg is van het opnemen van zwangerschaps- of bevallingsverlof of adoptieverlof. Een werknemer kan ook het verzoek indienen om het (aanvullend) geboorteverlof in te trekken wanneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. De werkgever moet instemmen met dit verzoek, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. U hoeft aan dit verzoek niet eerder gevolg te geven dan vier weken na het verzoek.
De periode dat een werknemer geboorteverlof op kan nemen is relatief kort, namelijk binnen vier weken na de bevalling. Bovendien kan een werknemer alleen een beroep doen op het aanvullend geboorteverlof als hij gebruik heeft gemaakt van het reguliere geboorteverlof. Met uw werknemer kunt u afspraken maken die hiervan afwijken, maar het UWV biedt geen ruimte om anders te handelen met betrekking tot de uitkering tijdens het aanvullend geboorteverlof. Om in aanmerking te komen voor de uitkering vanuit het UWV tijdens het aanvullend geboorteverlof is het dus noodzakelijk dat de werknemer het geboorteverlof volledig heeft opgenomen, ook tijdens ziekte.
Bovendien kan de werknemer alleen aanvullend geboorteverlof opnemen als hij binnen zes maanden na de geboorte van het kind weer (gedeeltelijk) aan het werk is.
De uren die een werknemer niet binnen zes maanden opneemt, komen te vervallen.
Ja, een werknemer die ouderschapsverlof geniet mag namelijk aan de werkgever vragen om het verlof op te schorten als er sprake is van onvoorziene omstandigheden. De werkgever moet hiermee instemmen, tenzij een zwaarwegend bedrijfsbelang zich hiertegen verzet. De werkgever hoeft de opschorting pas te laten starten na vier weken nadat het verzoek is gedaan.