Tweede Kamer stemt in met pseudo-eindheffing voor fossiele personenauto's, lagere accijnskorting, bijtellingskorting voor nulemissie auto’s en versobering van de youngtimer-regeling

De Tweede Kamer heeft donderdag 27 november ingestemd met de zogenoemde pseudo-eindheffing*, een forse belastingboete voor werkgevers die brandstofauto’s in de vloot hebben. De heffing gaat per 1 januari 2027 in.

Verschillende amendementen van partijen om de pseudo-eindheffing te schrappen (BBB, SGP) of uit te stellen (CDA) haalden geen meerderheid. Vóór uitstel van de pseudo-eindheffing waren 73 Kamerleden (van de 150). Wel schaarde de Tweede Kamer zich achter het amendement van de ChristenUnie en D66 om de bijtellingskorting voor nulemissie-auto’s te verlengen. Voor de noodzakelijke dekking van dat plan wordt de youngtimer-regeling per 2027 versoberd. Ook was een meerderheid van de Tweede Kamer voor het voorstel om de accijnskorting deels terug te draaien.

Pseudo-eindheffing

In aanloop naar het Belastingplan 2026 heeft BOVAG zich ingezet om de pseudo-eindheffing niet nu in te voeren en juist te betrekken bij de hervorming van de autobelastingen. Analyse van BOVAG leert dat de pseudo-eindheffing weinig doelmatig is omdat het veel gedoe koppelt aan een gering klimaateffect. Immers: de elektrificatie in de zakelijke markt gaat al hard en de eindheffing voegt daar weinig aan toe. Degenen die nog niet klaar zijn voor de overstap naar een elektrische auto van de zaak zullen massaal afscheid nemen van die auto van de zaak en overstappen op een privéauto met kilometerkostenvergoeding. Veelal zal dat een oudere brandstofauto zijn. En dat is slecht nieuws voor de verjonging en dus vergroening van het wagenpark.

Verlengde bijtellingskorting

Ook ontbrak in het oorspronkelijke wetsvoorstel flankerend beleid, oftewel noodzakelijke nevenmaatregelen zoals een verlaagde bijtelling om EV’s in de lagere segmenten aantrekkelijk te maken voor werknemers. Daar wordt door het aangenomen amendement van de ChristenUnie en D66 nu alsnog iets voor geregeld. De bijtelling voor nulemissie-auto’s gaat 18% in 2026 bedragen, 20% in 2027 (beide jaren met een cap van 30.000 euro) en gaat dus niet 1 januari aanstaande, maar pas per 2028 naar 22%.

Versobering youngtimer-regeling

Om een bijtellingskorting te kunnen bekostigen, wordt de youngtimer-regeling versoberd. De bijtelling voor de youngtimer is 35% van de waarde in het economisch verkeer in plaats van 22% van de catalogusnieuwwaarde inclusief btw en bpm. De minimumleeftijd van de youngtimer-regeling wordt per 1 januari 2026 met één jaar verhoogd van 15 naar 16 jaar. Vanaf 2027 wordt de leeftijd van youngtimers verhoogd naar 25 jaar.

Accijnsverlaging deels teruggedraaid

De Tweede Kamer heeft ingestemd met een amendement van de ChristenUnie om de accijnskorting met een kwart te verlagen ten gunste van het Openbaar Vervoer. Het gaat hierbij om een bedrag van 448 miljoen euro.

Integrale visie autobelastingen ontbreekt

BOVAG constateert dat de autobelastingen door de politiek behandeld blijven worden als een verzameling losse maatregelen waarbij een integrale visie ontbreekt. BOVAG blijft zich inzetten voor een integrale hervorming van de autobelastingen, waarbij ook de pseudo-eindheffing opnieuw tegen het licht wordt gehouden, bij de vorming van een nieuw kabinet.

15 en 16 december zal het Belastingplan in de Eerste Kamer worden behandeld en daarmee formeel worden vastgesteld.

* De pseudo-eindheffing houdt in dat met ingang van 1 januari 2027 voor nieuwe ‘terbeschikkingstellingen’ van een personenauto van de zaak met een verbrandingsmotor door de werkgever een eindheffing in de loonbelasting moet worden betaald, naast de reguliere loonheffing die de werknemer verschuldigd is voor het privégebruik van zijn of haar auto van de zaak (‘bijtelling’). Emissieloze voertuigen (EV of batterij-waterstof) zijn uitgezonderd.

Het tarief van de eindheffing wordt 12% van de catalogusprijs op jaarbasis. Voor een auto van 50.000 euro gaat het dus om 6.000 euro per jaar.

Lees ook: Prinsjesdag: extra heffing op brandstofwagenpark voor werkgevers kost veel en levert weinig op