Loonsverhoging cao MvT 1 januari 2023

In de cao MvT is bepaald dat het voor de werknemer geldende salaris en de salaristabellen worden verhoogd. Dit betekent dat de loonsverhoging geldt voor alle werknemers die op 1 januari 2023 in dienst zijn. De loonsverhoging geldt dus ook voor BBL’ers, oproepkrachten en verkopers.

Ook personeel dat meer verdient dan de cao voorschrijft, heeft recht op de loonsverhoging. Vanwege de keuze voor een cao-verhoging in een vast bedrag in plaats van een percentage gaan werknemers die stevig boven cao betaald worden er procentueel minder op vooruit dan werknemers die volgens cao worden betaald.

Voor de werknemer die valt onder de toepassing van de Participatiewet geldt uitsluitend de salarisverhoging op basis van de aanpassing van de tabel Wet Minimumloon (WML). Denk hierbij aan de Wajong.

Oproepkrachten worden vaak per uur uitbetaald. Ook zij hebben recht op de loonsverhoging. Voor hen moet het uurloon dus worden verhoogd met de cao-verhoging. De cao geeft een ruilvoet voor de omzetting naar een uurloon, namelijk 0,607% bij een 38-urige werkweek. Als het uurloon van de oproepkracht gebaseerd is op een fulltime salaris bij een 38-urige werkweek, dan is de cao-verhoging per uur € 0,61.

Beide verhogingen staan op dezelfde datum en over de volgorde is niet expliciet iets vastgelegd. Het WML heeft als doel een minimum te garanderen. Niet om een extra grote loonstijging te creëren. Daardoor kan eerst de cao-verhoging worden toegepast en is alleen een aanpassing naar het nieuwe WML nodig als dat met de cao-loonronde niet is gehaald.

De verhoging van € 100,- rekent u dus over het loon dat geldt tot 31 december 2022 (dat is bij deze medewerker het WML van 1 juli 2022). Per 1 januari 2023 wordt het WML aangepast. Is dit nieuwe WML lager dan het oude WML van 1 juli 2022 inclusief de cao-verhoging? Dan hoeft u niets te doen. Is het nieuwe WML hoger? Dan geldt voor de medewerker het nieuwe WML bedrag.

Nee. De verhoging voor een parttimer is naar rato van het aantal uren dat hij/zij werkt ten opzichte van een 38-urige werkweek. Heeft u een medewerker in dienst die bijvoorbeeld 19 uur per week werkt, dan heeft deze werknemer recht op een cao-verhoging van € 50,- per maand.

De cao is gebaseerd op een 38-urige werkweek. Voor werknemers die minder dan 38 uur per week werken, gelden de cao-bepalingen naar rato, maar in de cao staat niet dat de arbeidsvoorwaarden aangepast moeten worden wanneer een werknemer volgens contract meer dan 38 uur per week werkt. Dus in principe blijft de loonsverhoging € 100,- bij een gemiddelde werkweek van meer dan 38 uur.

Voor medewerkers die ADV in geld krijgen uitbetaald, zit het net even anders. Na de loonsverhoging is een ADV-uur meer geld waard. Het uurloon op basis van een 38-urige werkweek stijgt immers door de loonsverhoging (zie ook de vraag ; hoe hoog is de loonsverhoging per uur). De omzetting van ADV-tijd naar geld moet opnieuw berekend worden. Daardoor stijgt het salaris van een medewerker die 40 uur werkt met ADV in geld met meer dan €100,-.

Ja. De cao-verhoging is namelijk niet afhankelijk van het functioneren van de werknemer. Medewerkers die op 1 januari 2023 in dienst zijn, hebben recht op de verhoging. Dit geldt dus ook voor medewerkers die niet goed functioneren en voor medewerkers die ziek zijn.

Ja, de cao is een minimum-cao waardoor het mogelijk is om ten gunste van de medewerker af te wijken. U kunt dus besluiten om aanvullend op de cao-verhoging nog iets te doen. Daar zijn verschillende opties voor zoals een tijdelijke of structurele loonsverhoging. Of een eenmalige uitkering. Het luistert behoorlijk nauw om dit goed afspreken. Denkt u aan het geven van een vrijwillige extra verhoging? BOVAG Ledenadvies kan met u meedenken.