De pagina wordt geladen...
De Tweede Kamer heeft zich tijdens een debat over het CBR kritisch uitgelaten over de voorgenomen maatregelen van het CBR om de wachttijden van rijexamens in te korten. BOVAG heeft politici in aanloop naar het debat geïnformeerd over mogelijke alternatieven. Veel hiervan zijn overgenomen in moties, die op 11 mei in stemming worden gebracht.
Als de branche er niet in slaagt om het slagingspercentage uiterlijk op 31 mei op te krikken, is het CBR van zins om tijdelijk geen tussentijdse toetsen en faalangstexamens aan te bieden en de examenleeftijd voor personenauto’s te verhogen naar 18 jaar. BOVAG acht het op korte termijn opvijzelen van het slagingspercentage onrealistisch en heeft het CBR alternatieven aangereikt zoals de invoering van een coronarooster en het afnemen van tussentijdse toetsen door ervaren rij-instructeurs. Deze ideeën zijn grotendeels overgenomen in de moties van de Kamer:
VVD en CDA vragen zich af of de voorgenomen maatregelen niet averechts werken en verzoekt minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur & Waterstaat dat te onderzoeken. Daarnaast zien de partijen ruimte voor andere oplossingen zoals het overhevelen van het inleidende gedeelte van een examen naar de rijinstructeur en het inzetten van een collegiale toets of het afnemen van de tussentijdse toetsen door ervaren rijinstructeurs. De partijen willen dat de minister deze alternatieven samen met de branche en het CBR bekijkt.
Het CDA, VVD en SGP willen ook dat de regering een coronarooster onderzoekt. De partijen stellen voor om na te gaan wat de effecten zijn als de voor- en nagesprekken met 6 minuten worden ingekort om de capaciteit van examinatoren zo te verhogen. De minister heeft reeds toegezegd dat ze het CBR gaat vragen hiervan een ‘impactanalyse’ te maken.
De PvdA, SGP, SP, D66 en CDA zijn tegen het schrappen van faalangstexamens omdat die juist bedoeld zijn om herexamens te voorkomen. De partijen willen dat de minister het faalangstexamen behoudt.
SGP en DENK vragen de minister ten slotte op af te zien van het verhogen van de minimum examenleeftijd naar 18 jaar, omdat dit 16- en 17-jarigen én rijscholen benadeelt. BOVAG benadrukte eerder al dat het slagingspercentage onder 17-jarigen juist significant hoger ligt.
Deze ingediende moties worden naar verwachting op 11 mei in stemming gebracht in de Kamer. Dan zal blijken of er voldoende steun is voor deze moties en dus ook of minister Cora van Nieuwenhuizen ermee aan de slag moet. Zij kan een motie echter ook naast zich neerleggen.