BOVAG heeft bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat concrete voorstellen neergelegd om op korte termijn en langere termijn maatregelen te treffen ter compensatie van hoge energieprijzen en om het mkb slim, snel en haalbaar te laten verduurzamen.
Na een
succesvolle lobby van BOVAG op energiebelasting
eind vorig jaar, die zorgde voor een demping van de energierekening van bedrijven in 2022, ligt de focus van de lobby nu op financiële ondersteuning van verduurzaming (waaronder subsidies) en een verlaging, en op termijn opheffen, van de heffing voor opslag duurzame energie (ODE).
Wat stelt BOVAG voor?
- ODE: Aanpassen en op termijn integreren van de ODE in Energiebelasting. De huidige ODE gaat ten koste van de investeringscapaciteit van ondernemers om te verduurzamen.
- Energiebelasting 1: aangekondigde verhoging in 2023 op de eerste schijf gas schrappen, nu investeringen om van het gas af te gaan nog niet voldoende rendabel zijn. Wanneer gas duurder wordt gemaakt om gasvrije bedrijfsvoering te stimuleren, dan moet er ook voldoende gelegenheid zijn om bij beperking van gasgebruik in een gunstiger tarief te vallen.
- Energiebelasting 2: de energiebelasting op gas in schijf 1 is de laatste jaren fors toegenomen. Volledig overgaan op elektrisch is echter veelal nog geen optie: geen bij het mkb passende subsidies, nog geen sluitende business case en nog geen ondersteunende netcapaciteit. Daarom pleit BOVAG voor een eerlijkere beprijzing/schijfindeling voor het mkb (schijf 1).
- Financiële arrangementen: in het coalitieakkoord staat een handreiking naar het mkb inzake de betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van verduurzaming. BOVAG wil dat die handreiking wordt omgezet in een concrete, laagdrempelige financiële regelingen voor het mkb. Denk aan een groene module van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), met een hoger garantiepercentage vanuit de overheid en dus een lagere rente bij banken. En denk aan off balance regelingen, zoals Bespaargarant, die met een betrouwbare standaardmethode gebouwen verduurzamen, slim gefinancierd uit de lagere energiekosten.
- Laagdrempelige subsidies 1: SDE++ subsidie niet alleen voor ‘state of the art’ verduurzamingsingrepen, zoals nu, maar juist ook voor toepassingen die voor het mkb haalbaar zijn.
- Laagdrempelige subsidies 2: Verbeteren Vamil/MIA/EIA/DEI regelingen. Deze (huidige) regelingen hebben drie gebreken:
-
Het criterium voor toekenning is te beperkend voor mkb.
Nu geldt dat de oplossing ‘state of art’ moet zijn. Beter is om te kijken of het mkb-bedrijf een grote sprong voorwaarts maakt qua verduurzaming.
-
Subsidie is nu beperkt tot investeringen in productiemiddelen.
Dat moet breder: dus ook financiële ondersteuning bij proces, product, gebouw, mobiliteit én advisering of opleiding in nieuwe technieken.
-
De regelingen lopen te kort en een goed totaaloverzicht van regelingen ontbreekt.
Waarom niet één loket, met één aanvraag? Dan stimuleer je en help je het mkb met verduurzamen.