De pagina wordt geladen...
Alles wat je wilde weten over de Plusnorm Autoschadeherstel
BOVAG heeft de Plusnorm in het leven geroepen om te zorgen dat het herstel van complexe veiligheids kritische schade aantoonbaar veilig gebeurd. Welke bedrijven kunnen zich voor de Plusnorm certificeren? Wat komt daarbij kijken? En wat levert die investering op? Al die vragen heeft BOVAG op een rijtje gezet.
De Plusnorm Autoschadeherstel is een aanvulling op de bestaande Branchenorm Erkend Schadeherstel en is bedoeld om schadeherstellers de mogelijkheid te geven om zich te onderscheiden als specialist in het herstellen van complexe en veiligheidskritische schades.
Voor welke schadeherstelbedrijven is de Plusnorm bedoeld? Wat moet je doen om gecertificeerd te worden? Wat zijn de kosten? Wat levert de investering op en gaan de opdrachtgevers de Plusnorm straks verplicht stellen? Al die vragen én anwoorden heeft BOVAG hieronder op een rijtje gezet. Ze zijn ook terug te vinden op
.
Veelgestelde vragen over de Plusnorm
De Plusnorm Autoschadeherstel is vrijwillig en ter aanvulling op de bestaande Branchenorm Erkend Schadeherstel. De Plusnorm is bedoeld om schadeherstellers de mogelijkheid te geven om zich te onderscheiden als specialist in het herstellen van complexe veiligheidskritische schades. Omdat het herstellen van complexe veiligheidskritische schades een ‘vak apart’ is, zijn er eisen voor de Plusnorm vastgelegd. Eisen die betrekking hebben op de benodigde kennis, kunde en apparatuur om het herstelproces voor moderne voertuigen (volgens instructies van de fabrikant) goed te borgen.
De Plusnorm is bedoeld voor bedrijven die willen en kunnen voldoen aan alle eisen voor het herstellen van complex veiligheidskritische schades. Bedrijven moeten zelf kritisch bepalen of zij voor de Plusnorm gecertificeerd willen worden. Hiervoor moet gekeken worden naar bijvoorbeeld:
- bedrijfseconomische afwegingen zoals investeringen,
- samenstelling wagenpark.
Alle bedrijven die voor de Plusnorm gecertificeerd willen worden, moeten:
- de juiste kwalificaties (opleidingen) in huis hebben,
- werken met het technisch filter > zodra beschikbaar,
- werken volgens de reparatierichtlijnen van de fabrikant,
- over het juiste gereedschap beschikken,
- de gedragscode voor schadeherstel kennen en naleven,
- voldoen aan de eisen die de bestaande Branchenorm stelt.
Voor de complete inhoud van de Plusnorm kan deze link geraadpleegd worden; eisen-plusnorm-mei-2023.
Als je je als schadeherstelbedrijf wilt certificeren moet je de volgende stappen doorlopen:
- Download deze pdf en controleer of u voldoet aan de gestelde eisen. Let op: de vereiste kwalificaties moeten daadwerkelijk in huis zijn.
- Gebruik de button Aanmelden op deze pagina om de certificering in gang te zetten en geef uw contactgegevens aan ons door.
- Per e-mail ontvangt u meer informatie van ons én een link naar de Digitale Zelfevaluatie. Ook ontvangt u persoonlijke inloggegevens om de Digitale Zelfevaluatie te doorlopen.
- Als u de Digitale Zelfevaluatie heeft afgerond, wordt uw persoonlijke evaluatie bekeken en beoordeeld op juistheid en volledigheid. U ontvangt hier vervolgens bericht over.
- Heeft u de Digitale Zelfevaluatie positief afgerond, dan bent u klaar voor de fysieke audit. Dat kan bijvoorbeeld via KIWA of DEKRA. In de Digitale Zelfevaluatie maakt u hiervoor een keuze. De door u gekozen partij zal (na een seintje van BOVAG) contact met u opnemen om de audit in overleg met u in te plannen en stemt ook de kosten met u af. De kosten van de audit betaalt u namelijk zelf.
- De auditerende partij geeft een certificeringsadvies. Zorg dat dit advies schriftelijk wordt doorgegeven aan BOVAG.
- Na ontvangst zal BOVAG u zo spoedig mogelijk het certificaat van de Plusnorm toesturen.
Een indicatie van de kosten is niet op voorhand aan te geven. Dit is namelijk sterk afhankelijk van wat er reeds bij het bedrijf in huis is op het gebied van opleidingen en equipment. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met auditkosten.
Het certificeren voor de Plusnorm en de investeringen die hiervoor gedaan zijn, zijn bedoeld om schadeherstellers de mogelijkheid te geven om zich te onderscheiden als specialist in het herstellen van complexe en veiligheidskritische schades.
Dit is niet aan te raden. Dit zou betekenen dat voor iedere vestiging de investeringen gedaan moeten worden. Bij een goede samenwerking is het aan te raden één of enkele vestigingen voor de Plusnorm te certificeren en daar het complex veiligheidskritische werk onder te brengen.
De merkerkenningen hebben betrekking op specialisaties in bepaalde merken, de Plusnorm is een universele norm. Zijn er veel merkerkenningen in een bedrijf aanwezig en is daarmee voor die merken de kennis en kunde in huis? Dan hangt het ervan af of er ook veel andere merken hersteld worden en of de Plusnorm toegevoegde waarde heeft.
Opdrachtgevers kijken met interesse naar de komst van de plusnorm omdat het een extra garantie geeft dat schadeherstel kwalitatief en veilig wordt uitgevoerd als het om veiligheidskritische complexe schades gaat. Het is aannemelijk dat opdrachtgevers dit onderdeel gaan maken van de afspraken die zij met herstellers maken, maar in welke vorm dit zal gebeuren is aan de markt en zal de tijd uit moeten wijzen.
Het technisch filter is een hulpmiddel dat inzicht geeft of er bij een bepaalde voertuigschade sprake is van een (complexe) veiligheidskritische reparatie. Daarmee geeft het een signaal af dat er voor een werkzaamheid specifieke kennis en/of apparatuur nodig is.
Mocht uit het filterresultaat blijken dat een schade complex veiligheidskritisch is en je concludeert als schadehersteller dat u de benodigde kwalificaties en/of equipment hiervoor niet in huis heeft dan zal het herstel geheel of gedeeltelijk uitgevoerd moeten worden door een bedrijf dat hiervoor wel de kennis en equipment in huis heeft.