De pagina wordt geladen...
Het ontbreken van een MRB-gewichtscorrectie en het verhogen van de BPM voor elektrische auto’s vanaf 2025 is een gemiste kans en een rem op de transitie naar duurzame mobiliteit. Tel daarbij op dat de accijns aan de pomp per 1 januari 2024 volgens de vandaag gepresenteerde plannen weer flink omhooggaat en autorijden, toch zo belangrijk voor economisch en sociaal verkeer, wordt voor veel mensen vrijwel onbetaalbaar. Dat is de conclusie van BOVAG na een eerste analyse van de Prinsjesdag-stukken.
Vanaf 2026 zal een elektrisch voertuig (EV) in de Motorrijtuigenbelasting (MRB) 60 procent duurder zijn per maand dan een benzinevariant. Het kabinet lijkt namelijk niet van plan om het meergewicht van het accupakket van EV’s te willen compenseren. Dit is desastreus voor het draagvlak voor de transitie naar duurzame mobiliteit. En voor de noodzakelijke snelle ontwikkeling van een tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s, die nodig is zodat ook mensen met een smallere beurs mee kunnen gaan doen met de elektrificatie. Een gemiste kans die het kabinet zich, met het oog op onze gezamenlijke klimaatdoelen, niet kan permitteren.
Het kabinet slaagt er met deze rijksbegroting niet in een belangrijke slag te slaan richting een duurzaam wagenpark, maar lijkt zich vast te bijten in symbolische, weinig effectieve maatregelen. Zo heeft het aangekondigd rijdend erfgoed in Nederland aan te willen pakken door de vrijstelling voor oldtimers (40 jaar en ouder) vanaf 2028 te versoberen. Een eveneens aangekondigde afschaffing van het relatief gunstige MRB G3-tarief werkt zelfs averechts voor het milieu. Daarnaast is aangekondigd dat het kwarttarief dat geldt voor campers in de MRB per 2026 zal worden verhoogd tot een halftarief. In beide gevallen gaat het om voertuigen die relatief weinig kilometers maken en waar dus ook weinig (CO2-) winst te behalen valt. Daarnaast worden beide categorieën straks al eerlijker belast als betalen naar gebruik wordt ingevoerd. Nu tijdelijk een ander systeem optuigen dat binnen een paar jaar weer moet worden afgebroken, is niet verstandig en zal ook bij de Belastingdienst kostbare uitvoeringscapaciteit kosten.
Verleden jaar heeft de Belastingdienst nog aangegeven dat het laten vervallen van de oldtimer-vrijstelling een systeemvernieuwing vergt en daarom op korte termijn onuitvoerbaar is. BOVAG ziet liever dat er werk wordt gemaakt van de digitalisering van de BPM-aangifte. Dat is efficiënter voor ondernemers en consumenten en lost namelijk wél problemen op: de Belastingdienst kan hierdoor beter handhaven en fraude voorkomen.
Als het aan het kabinet ligt, dan stijgt de benzineprijs aan de pomp vanaf 1 januari met 21 cent omdat er een eind komt aan de accijnskorting die verleden jaar is doorgevoerd om automobilisten tegemoet te komen bij de hoge energieprijzen. Het kabinet zou er verstandig aan doen om deze korting te verlengen zodat mobiliteit ook op de korte termijn betaalbaar blijft. Een dergelijke verlenging blijft echter uit in de Prinsjesdag-stukken. Gelukkig lijkt zich in de tweede kamer inmiddels een meerderheid af te tekenen voor handhaven van de huidige accijnstarieven.
Gelukkig is er ook goed nieuws op BPM-gebied. Zo worden de proceskostenvergoedingen voortaan uitgekeerd aan het autobedrijf in plaats van aan bedrijven die van bezwaarmaken en innen proceskosten hun business-model hebben gemaakt. Dat bleek in de praktijk een perverse prikkel met als resultaat dat bonafide taxateurs in een kwaad daglicht komen te staan, en de overheidsinstanties overbelast zijn.
Daarnaast valt op dat de onbelaste reiskostenvergoeding met 1 cent extra wordt verhoogd van 21 cent naar 23 cent per kilometer, in plaats van de eerder aangekondigde 22 cent per kilometer.
Lees ook: