RDW heeft deze week per brief aan erkenninghouders laten weten dat ze bij de digitale importprocedure geen kentekendocumenten meer hoeven op te sturen. In de praktijk bleek dit lastig werkbaar: documenten werden vaak niet opgestuurd en het administreren kostte RDW veel tijd. Erkenninghouders moeten de kentekenbewijzen een half jaar na inschrijving bewaren en daarna zelf vernietigen. Bij een steekproef moet het document wel meegenomen worden naar het keuringsstation. RDW houdt toezicht of deze nieuwe werkwijze geen fraude in de hand werkt.
Sinds dit voorjaar kunnen erkende bedrijven voertuigen importeren zonder bij het keuringsstation langs te gaan. De tijdelijke importprocedure was nodig om met de beperkingen die corona oplegde toch de handel in importvoertuigen weer mogelijk te maken. De digitale werkwijze bevalt zowel de branche als de RDW goed.
Opsturen van buitenlandse kentekenbewijzen
Een van de vereisten van de tijdelijke importprocedure is het opsturen van de buitenlandse kentekendocumenten. Dat blijkt in de praktijk echter moeilijk werkbaar. Erkende bedrijven bleken maar in de helft van de gevallen de documenten op te sturen. Desondanks ontving het RDW zo’n duizend documenten per dag. Met het controleren en administreren van de documenten ging veel tijd gemoeid. Ook het opvragen van niet aangekomen kentekenbewijzen kost veel tijd.
Opsturen en vernietigen
RDW heeft met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat afgesproken dat de erkende bedrijven de documenten niet meer hoeven op te sturen. Dat bespaart de bedrijven tijd en kosten van verzending. In plaats daarvan bewaren ze de documenten tot een half jaar na inschrijving en vernietigen ze die daarna. RDW ziet erop toe dat dat ook goed gebeurt en houdt in de gaten of de nieuwe werkwijze geen fraude in de hand werkt. Zo moet een erkenninghouder bij een steekproef wel het kentekendocument mee naar het keuringsstation meenemen.