Belastingvrij doorbetalen vaste reiskostenvergoeding mag niet zomaar meer per 2021

Laatste update 13 november 2020 Leestijd: 2 min

Werkgevers moeten vanaf 1 januari 2021 het daadwerkelijke woon-werkverkeer van hun werknemers in kaart brengen en daarop de reiskostenvergoeding baseren. Vanwege de coronamaatregelen keurde staatsecretaris Vijlbrief van Financiën tijdelijk goed dat de werkgever thuiswerkdagen als reisdagen mocht blijven zien en daarmee de vaste reiskostenvergoeding onbelast bleef betalen. Deze goedkeuring vervalt per 2021. Vijlbrief heeft dit laten weten in de actualisatie van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. 

Als bij het in kaart brengen van het woon-werkverkeer van een medewerker blijkt dat hij 36 weken of 128 dagen per jaar naar het werk reist, dan mag u de vaste reiskostenvergoeding onbelast betalen. Wanneer u hier niet aan voldoet, dan moet u belasting betalen over de vaste reiskostenvergoeding. Het is ook mogelijk om alleen de kosten van de daadwerkelijke gereisde dagen te vergoeden. Verder mag u vanaf 1 januari 2021 over de thuiswerkdagen geen vergoeding meer geven voor kleine kosten. Kijk dus goed of de onderbouwing voor de vergoeding in 2021 nog volstaat.

Onbelaste reiskostenvergoeding in 2020

Als afgelopen jaar het reispatroon van een werknemer veranderde vanwege de coronamaatregelen, had dit geen (fiscale) gevolgen voor de reiskostenvergoeding. De werkgever mocht blijven uitgaan van het reisgedrag van voor 13 maart, waar de vergoeding al op gebaseerd was. Normaal gesproken is de reiskostenvergoeding niet gericht vrijgesteld als een werknemer zes weken of langer thuiszit. 
 

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring