De pagina wordt geladen...
Ruim honderd belangenbehartigers, politici, juristen en franchisegevers én -nemers togen woensdag 12 februari naar het Mauritshuis in hartje Den Haag om deel te nemen aan het Nationale Franchisedebat. BOVAG organiseerde dit evenement in het kader van het nieuwe wetvoorstel Franchise die voor veel ondernemers in de mobiliteitsbranche van groot belang zal worden.
Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken was gedurende het hele debat aanwezig en benadrukte in haar openingswoord dat het nieuwe wetsvoorstel van groot belang is vanwege de grote impact die franchise heeft op de economie. Al in 2009 begonnen de eerste onderzoeken naar eerlijke verhouding tussen de verschillende partijen. Vervolgens startte de discussie over een franchisecode en in het huidige regeerakkoord kreeg de staatssecretaris een heldere opdracht. Keijzer: “Deze franchisewet moet zorgen voor een eerlijke economie en de praktijk van beschaafd zakendoen verankeren we nu in het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast moet de wet ook meer innovatie mogelijk maken door in goed overleg elkaar ruimte te geven. Belangrijk is vooral dat we het instemmingsrecht nu wettelijk hebben verankerd en over drempelwaardes daarvoor zullen franchisegevers en -nemers onderling vooraf afspraken moeten maken.” Keijzer hoopt, net als alle andere aanwezigen bij het debat, dat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk door de Kamerleden wordt behandeld en ingevoerd kan worden. Dat was in elk geval een duidelijke boodschap voor de aanwezige Kamerleden van regeringspartijen VVD en CDA.
Leendert-Jan Visser van MKB Nederland, Boris van der Ham van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) en Brigitte van der Burg van Franchisenemers Netwerk Nederland (FNN) grepen ook terug op de historie van tien jaar die de franchisewet nu al met zich meedraagt. Samen met BOVAG’s algemeen directeur Peter Niesink gaven zij aan het verleden nu achter zich te willen laten en vooral het vizier op de toekomst te richten. Iedereen is het erover eens -ook de franchisegevers- dat het goed is dat er nu meer balans gaat komen in de overeenkomsten. Gevers en nemers worden verplicht om daarover van tevoren, oftewel ‘precontractueel’, goede afspraken over te maken. De NFV was destijds namens de franchisegevers tegenstander van de ‘code’, maar voorzitter Van der Ham benadrukte nu dat de nieuwe normen juist kunnen resulteren in meer ondernemerschap in plaats van te veel aandacht voor juridische aspecten. Uit naam van de franchisenemers toonde Van der Burg veel enthousiasme over de nieuwe wet, aangezien de nood bij veel ondernemers hoog is en er behoefte was aan meer spelregels: “Er spelen grote ontwikkelingen op de markt en er zijn veel disruptieve toetreders. Het is belangrijk dat investeringen van ondernemers worden beschermd.”
Juristen Timo Jansen en Arnold Koopmans (tevens voorzitter van de Toyota-dealervereniging) debatteerden onder andere over het instemmingsrecht. Er moet vooraf worden afgesproken in welke gevallen en bij wat voor investeringen de goedkeuring van franchisenemers is vereist. Volgens Jansen gaat dit ten koste van de wendbaarheid en het aanpassingsvermogen van een franchiseformule, maar Koopmans vindt dat bij goed formulebeleid noodzakelijke wijzigingen juist goed gemotiveerd kunnen worden: “Dat komt de snelheid juist ten goede, aangezien zaken anders voor de rechter belanden en nog veel meer tijd in beslag nemen. Momenteel staan er nog veel te veel eenzijdige bepalingen in franchisecontracten, waardoor ondernemers de vereiste investeringen vaak niet kunnen terugverdienen. Het wordt wel noodzakelijk dat beide partijen veel vaker en structureel in overleg treden.”
Ter afsluiting van het debat complimenteerde Niesink de staatssecretaris met de wet en onder luid applaus van de zaal typeerde hij haar als ‘moedig en vaardig’. Daarnaast bedankte hij directeur Patricia Hoogstraaten van het Vakcentrum, die de lobby op Europees niveau voortzet. BOVAG-directeur Niesink benadrukte het belang van dwingend recht: “Het heeft allemaal lang geduurd, een vrijwillige code bleek niet de oplossing. Nu is het zaak snel dwingend recht in te voeren. Voor groot en klein. We zien te veel onevenwichtige of zelfs eenzijdige afspraken in contracten waarbij problemen eenzijdig worden afgewenteld op leden van BOVAG. In driekwart van de gevallen gaat het allemaal goed, maar juist voor die andere 25 procent is een wet als deze hard nodig.”
Lees meer over de Franchisewet en de lobby van BOVAG: