Ondernemers hoeven in zeer beperkte mate de gevolgen van de coronacrisis te verwerken in hun jaarverslag 2019. Hoe dat precies moet gebeuren, heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving in een brief bekendgemaakt: de (gevolgen van de) coronacrisis hoeven niet te worden verwerkt in de jaarrekening. Wel kan worden gevraagd om een toelichting op de jaarcijfers.
De Raad voor de Jaarverslaggeving redeneert in
de brief dat de uitbraak van de coronacrisis plaatsvond in de loop van december 2019. En dat de gevolgen eind 2019 nog niet aan de orde waren c.q. nog niet van invloed waren op de ondernemingen. Zij hoeven de gevolgen daarom niet in de jaarrekening te verwerken. De Raad maakt een uitzondering voor ondernemingen waarvan de jaarrekening is opgesteld bij een (dreigend) faillissement.
Soms toelichting op cijfers
Hoewel de financiële gevolgen dus niet in de cijfers hoeven te worden verwerkt, is soms wel een toelichting vereist. Bijvoorbeeld als dat in het belang is van de gebruikers van de jaarrekening (banken, contractpartijen, etc.) of als er ernstige onzekerheid is over het voortbestaan van het bedrijf.
Actuele aanpak in bestuursverslag
Een onderneming moet ook in het bestuursverslag iets zeggen over de huidige situatie en met name over de aanpak. Men kan aangeven wat er nu gedaan wordt, bijvoorbeeld dat er werktijdverkorting is aangevraagd, of aanvullende kredieten. Een feitelijke weergave dus van relevante actuele maatregelen.
BOVAG adviseert leden de brief van de Raad van Jaarverslaggeving te bespreken met hun accountant en om deze spoedig af te ronden. De jaarrekening kan immers nuttig zijn bij onder andere kredietaanvragen.