Loonbetalingsplicht bij ziekte goedkoper en makkelijker

Laatste update 16 januari 2019 Leestijd: 3 min

Wanneer een van uw werknemers ziek wordt, brengt dat extra kosten en verplichtingen voor u mee. Een pakket van maatregelen is in de maak om vooral voor kleine werkgevers deze verplichtingen makkelijker, duidelijker en goedkoper te maken.

Met name kleinere werkgevers hebben aangegeven moeite te hebben met de loondoorbetalingsverplichting wanneer een werknemer ziek is. Het loon moet twee jaar worden doorbetaald en zij moeten allerlei administratieve zaken regelen rond re-integratie. Dit kan een drempel zijn om medewerkers in vaste dienst te nemen. Centrale werkgeversorganisaties en minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hebben nu afspraken gemaakt om dit proces goedkoper en eenvoudiger te maken.

Huidige situatie

Bij ziekte van een medewerker bent u als werkgever in de eerste twee jaar (wettelijk) verplicht om ten minste 70 procent van het loon door te betalen. In de cao’s MvT, Tank en Was en Carrosserie staan afwijkende afspraken waardoor u meer dan 70% loon moet betalen tijdens ziekte. Daarbij moet u samen met uw medewerker zorgen voor een snelle terugkeer naar werk (re-integratieverplichting). Kleinere werkgevers vinden de verplichtingen vaak te zwaar. Het merendeel heeft zich tegen dit risico verzekerd maar twijfelt of ze alles goed heeft geregeld. Het kabinet erkent deze zorgen en wil het daarnaast voor ondernemers aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen.

Nieuwe afspraken

Afspraken die MKB-Nederland, VNO-NCW, LTO Nederland, het Verbond van Verzekeraars en minister Koolmees hebben gemaakt zijn:
  • Komst van een MKB-verzuim-ontzorg-verzekering per 1 januari 2020. Deze verzekering vangt het financiële risico op en helpt bij de verplichtingen en taken rond de loondoorbetaling bij ziekte. Re-integratie en andere verplichtingen worden uitgevoerd door een re-integratieprofessional. Volgt de werkgever de adviezen van de verzekeraar op, dan komt een eventuele loonsanctie niet voor zijn rekening (maar voor die van de verzekeraar).
  • Tegemoetkoming in de kosten van loondoorbetaling van in totaal 450 miljoen euro op jaarbasis, waar met name de kleine werkgevers van profiteren.
  • Medisch advies van de bedrijfsarts bij de toets op re-integratie-inspanningen (RIV-toets) is per 1 januari 2021 leidend in plaats van het advies van de verzekeringsarts. Met dit advies kunnen werkgever en werknemer het re-integratietraject opzetten. Als dit traject aansluit bij het advies van de bedrijfsarts dan mag het UWV geen loonsanctie opleggen.
  • De minister gaat met het UWV in gesprek om voor kleine werkgevers helder te krijgen waar UWV hen op beoordeelt bij de re-integratie van zieke werknemers (RIV-toets).
  • Werkgevers krijgen meer duidelijkheid over de inzet van ‘het tweede spoor’; terug naar werk buiten de huidige organisatie. De werknemer krijgt hierbij een grotere rol. Ook gaat de minister ruimte bieden voor experimenten tweede spoor die kunnen leiden tot meer of makkelijkere re-integratie bij een andere werkgever.
  • Verder ziet de minister ruimte om cao-afspraken te beperken waarbij de wettelijk loondoorbetalingsverplichting wordt aangevuld tot vrijwel het volledige loon.
BOVAG is aangesloten bij VNO-NCW en probeert op die manier invloed uit te oefenen op het te maken beleid.

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring