Veelgestelde vraag: wat is allemaal pensioengevend salaris?

Laatste update 01 september 2017 Leestijd: 3 min

De meeste werknemers in de mobiliteitssector bouwen pensioen op bij het pensioenfonds PMT. Dat opbouwen gebeurt op basis van het salaris dat vaak uit verschillende onderdelen als toeslagen en reiskostenvergoeding bestaat. Pensioenfondsen als PMT spreken daarom van het pensioengevend salaris. Maar wat houdt dat nu precies in en wat valt daar nu wel en niet onder? BOVAG legt uit.

Kort gezegd valt elk 'extraatje' naast het salaris onder het pensioengevend salaris. Er zijn een aantal uitzonderingen (niet verplicht, onzeker en/of niet op een regeling gebaseerde extraatjes). De regels staan vermeld in artikel 1.31 van het Pensioenreglement PMT 2016. 

Basis

Het loon van januari is de basis voor het berekenen van het pensioengevend salaris. Precies gezegd: het vastgestelde en daadwerkelijk genoten salaris over de maand januari van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft. Hierbij telt het percentage waarmee de salarissen na 1 januari van het jaar volgens de cao-afspraken worden verhoogd, niet mee. 

Naast het bedrag speelt ook de frequentie van uitbetalen van het salaris een rol. Bij uitbetaling per maand geldt 12,96 x het januari-salaris van dat jaar (inclusief vakantiebijslag). Bij uitbetaling per vier weken geldt 14,09 x het salaris over de tweede vierwekenperiode van dat jaar (inclusief vakantiebijslag). 

Wat telt ook mee?

  • Loon in natura (dit moet gekwantificeerd aangegeven staan in de loonstaten)
  • Toeslagen op grond van een overheidsbesluit
  • Provisie: op basis van de betaalde provisie in het voorgaande jaar of een schatting als er sprake is van betaling van provisie aan de werknemer voor de eerste keer.
  • Verdiensten op basis van een beloningssysteem bij de werkgever (tarief, merit rating, etc.) Artikel 53 in de cao Motorvoertuigen zegt kort geformuleerd: het gaat om systemen ‘waarbij de wijze van de taakvervulling wordt vastgesteld volgens één of meer kwantificeerbare factoren’, daarbij is het onderscheid tussen individueel, groepsgewijs of collectief niet van belang.
  • Ploegentoeslag
  • Consignatietoeslag: als deze toeslag schriftelijk en vast is overeengekomen
  • Vaste jaarlijkse uitkering die schriftelijk is vastgelegd (onder welke benaming dan ook), bijvoorbeeld 13e maand, vaste eindejaarsuitkering, gegarandeerd tantième, etc.
  • Overige niet specifiek in het reglement benoemde loonelementen die afgesproken zijn en minimaal eenmaal per jaar worden uitgekeerd.

Wat telt niet mee?

  • Overwerk
  • Reisuren
  • Onkosten
  • Loonsuppletie
  • Auto van de zaak
  • Gratificaties (eenmalige extra beloning), Winstdelingsregelingen (werknemers of een groep samenwerkende werknemers krijgen een bonus uitgekeerd afhankelijk van het financiële resultaat van de onderneming) en soortgelijke emolumenten, etc.

Vragen?

Heeft u nog vragen hierover? Neem dan contact op met onze pensioenconsulent bij PMT Freddo Wieringa (fwi@bpmt.nl of 06 – 21 24 51 69). Op de website www.bpmt.nl is meer informatie te vinden over PMT en de pensioenregeling. 

Deze artikelen zijn ook interessant

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring