De wegbeheerders en TLN, EVO, BOVAG, VACO, CMV en CMV-bergers slaan de handen opnieuw ineen om de vertraging op snelwegen door gestrande vrachtauto’s verder terug te dringen. Dit keer wordt er in de regio Rotterdam een proefproject gedraaid waarin vooral de communicatie tussen de hulpverleners centraal staat.
In de regio groot-Rotterdam is begin april een nieuw samenwerkingsproject gestart dat moet bijdragen aan een hogere verkeersveiligheid op de snelwegen. Doel is om bij de afhandeling van pech- en ongevallen met vrachtwagens tot een betere afstemming te komen tussen alle betrokken partijen. Zo’n vijftien BOVAG-leden doen mee aan de pilot. Twee jaar geleden deed BOVAG ook al mee aan de landelijke ‘pilot pechhulpverlening’. De inzichten die toen zijn opgedaan, worden nu op kleinere, maar intensievere schaal in de regio Rotterdam verder getest. Juist deze regio is van belang omdat daar relatief veel vrachtverkeer is. Dit keer doen naast Rijkswaterstaat en de Verkeersonderneming ook het Havenbedrijf Rotterdam.
Direct contact met Verkeerscentrale
In het project ‘optimalisatie incidentafhandeling bij vrachtauto’s in de regio Rotterdam’ neemt een pechhulpverlener bij een melding van een vrachtauto met pech direct contact op met de Verkeerscentrale. De Verkeerscentrale is daardoor eerder dan voorheen op de hoogte van een pechgeval zodat men de situatie snel kan beoordelen en de nodige veiligheidsmaatregelen in gang gezet kunnen worden. Aan de hand van de effecten op de veiligheid en doorstroming bepalen wegverkeersleider en pechhulpverlener of de reparatie ter plaatse uitgevoerd kan worden of dat het noodzakelijk is de gestrande vrachtauto te laten bergen en de reparatie op een veilige locatie uit te voeren.
Meer over de nieuwe pilot in Rotterdam leest u in de BOVAGkrant van mei.