De pagina wordt geladen...

Bovag logo
Gasflessenopslag
0%

Milieu

Laatste update 24 april 2025Leestijd: 7 min

08Gasflessenopslag

Als ondernemer heb je te maken met allerlei regels als je gasflessen wilt opslaan bij je bedrijf. Deze regels zijn te vinden in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en de PGS 15. In paragraaf 4.98 van het Bal staan de voorschriften voor de opslag van gevaarlijke stoffen in verpakking. Hiertoe behoren ook gasflessen. In artikel 3.27 van het Bal wordt het opslaan van meer dan 125 liter brandbare gassen van ADR Klasse 2 in gasflessen aangewezen als milieubelastende activiteit. De reden hiervoor is dat gasflessen meestal een inhoud hebben van 60 liter, en dat PGS 15 dan van toepassing is bij meer dan 2 gasflessen.

PGS15

Hoofdstuk 6 van de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS) 15 beschrijft de eisen aan opslagvoorzieningen voor gasflessen.

Een aantal aandachtspunten:

  • Sla gasflessen bij voorkeur buiten op.
  • Zet zichtbaar beschadigde of lekkende flessen apart op een plek binnen het bedrijfsterrein. Het liefst buiten of daar waar het eventueel uitstromende gas zo min mogelijk gevaar oplevert.
  • Alle gekeurde gasflessen zijn voorzien van de vereiste ADR-gevarenetiketten.
  • Het gebruik van gasflessen met een verlopen keuringstermijn is toegestaan, als aangetoond wordt dat een langere gebruiksperiode acceptabel is. Dit kan bijvoorbeeld als de gasfles weinig gebruikt wordt. De gasflessen moeten wel in goede staat zijn en onder normale bedrijfsomstandigheden worden gebruikt. Dit mag maximaal tweemaal de keuringstermijn. Het vullen van dergelijke gasflessen is verboden. Bij het ontbreken van een levensduur mag de gasfles maximaal 10 jaar na het eerste onderzoek in de opslag aanwezig zijn.
  • Gasflessen die werkvoorraad zijn (ook die op de laskar) en flessen die zijn opgeslagen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. Omvallen voorkom je door de flessen dicht bij elkaar op te slaan en door gebruik te maken van kettingen, beugels of spanbanden. Aanrijdbescherming is alleen nodig als er regelmatig voertuigen aan- en afrijden in de buurt van de gasflessen.
  • Lege gasflessen die nog een afsluiter hebben, kunnen restanten gas bevatten en worden daarom gezien als gasfles. Is de afsluiter verwijderd, dan is er geen sprake meer van risico. De eisen van de PGS 15 zijn dan niet meer van toepassing.
  • Verschillende soorten gas sla je altijd soort bij soort op. Volle en lege gasflessen moeten gescheiden worden opgeslagen. Het moet duidelijk zijn waar de volle en waar de lege flessen staan.

Ondergrens en werkvoorraad

Gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125 liter (doorgaans 2 flessen) worden in een opslagvoorziening opgeslagen. Hiervoor geldt een uitzondering voor gasflessen die gezien worden als werkvoorraad. Ook gasflessen die zijn aangesloten op een verzamelleiding zijn uitgezonderd. Het aantal gasflessen of laskarren dat als werkvoorraad mag worden beschouwd, is afhankelijk van de specifieke situatie binnen een bedrijf. Binnen het bedrijf moet het dus duidelijk zijn welke flessen in gebruik zijn (werkvoorraad) en welke zijn opgeslagen (opslagvoorziening)

Een werkvoorraad verpakte gevaarlijke stoffen (ook gasflessen) moet strikt noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Het is aan het bedrijf om aannemelijk te maken dat een werkvoorraad noodzakelijk is. De werkvoorraad moet zodanig zijn dat de productie normaal doorgang kan vinden.

Het is normaal dat (per stof) één aangebroken verpakkingseenheid aanwezig is plus één nieuwe verpakkingseenheid, maar het is niet de bedoeling dat die nieuwe verpakkingseenheid langdurig ongebruikt in een werk- of productieruimte staat. Aannemelijk moet zijn dat deze binnen enkele werkdagen inderdaad ingezet wordt. Als je kunt aantonen dat één nieuwe verpakkingseenheid onvoldoende is, dan kunnen meerdere verpakkingseenheden gezien worden als werkvoorraad.

Opslagvoorziening

Bij opslag van gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125 liter moet je gebruikmaken van een opslagvoorziening. Hiervoor gelden voor een groot deel de eisen uit hoofdstuk 3 van PGS 15. In een opslagvoorziening mag je geen andere zaken opslaan. Uitzondering hierop zijn de goederen die voor het beheer van gasflessen functioneel zijn, bijvoorbeeld een steekkar. Ook de opslag van lege gasflessen moet voldoen aan de voorschriften aan de opslag van gasflessen.

Aandachtspunten bij opslag:

  • Gasflessen zijn tegen omvallen beschermd.
  • Natuurlijke ventilatie is steeds geborgd.
  • De totale waterinhoud van een gasflessenbatterij is niet meer dan 3.000 liter (voor giftige gassen ADR-klasse 2 is dit maximaal 1.000 liter).
  • De vloer van de opslagvoorziening is niet lager dan omliggende vloeren en het maaiveld. De vloer is vlak en van onbrandbaar materiaal. Ook wordt voorkomen dat gas zich kan ophopen onder de vloer van de opslagplaats.
  • Het stapelen van gasflessen is alleen toegestaan als de constructie van de gasflessen hierin voorziet.
  • Gassen met vergelijkbare gevaareigenschappen zijn bij elkaar geplaatst.
  • Bij opslag van brandbare gassen die zwaarder zijn dan lucht (zoals propaan en butaan) is 5 meter afstand aangehouden tot kelderopeningen en aanzuigopeningen van ventilatiesystemen.
  • Van een inpandige opslagvoorziening is ten minste één wand een buitenwand. In die wand is ten minste één deur aanwezig. Doel van dit voorschrift is dat de brandweer de mogelijkheid heeft om bij brand de gasflessen van buitenaf te koelen of de gasflessen naar buiten/naar een veilige omgeving te brengen.
  • Volgens de PGS 15 is het niet nodig om gasflessen tegen weersinvloeden te beschermen. Reden hiervoor is dat de risico's van gasflessen hoofdzakelijk worden bepaald door hitteaanstraling als gevolg van een brand in de omgeving. Weersinvloeden vormen een verwaarloosbaar risico.

Tip

Bij opslag van gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125 liter kun je overwegen om deze hoeveelheid terug te brengen, zodat je niet hoeft te voldoen aan de eisen van een PGS 15 opslagvoorziening. Je kunt overwegen:

  • lege gasflessen te retourneren naar de leverancier
  • een kleinere voorraad te voeren

Blijft de gezamenlijke inhoud meer dan 125 liter, dan zijn de regels van de PGS 15 van toepassing. De flessen moet je dan opslaan in een daarvoor bestemde opslagvoorziening.

Verder lezen?

Dossiers met dezelfde categorie

Bezig met laden...

Door gebruik te maken van onze website geef je toestemming voor het plaatsen van tracking cookies.