De pagina wordt geladen...
Als BOVAG-lid heb je te maken met allerlei regels als je gasflessen wilt opslaan bij je bedrijf. Lees hier welke regels er gelden en welke stappen je kunt zetten om gasflessenopslag te realiseren. Voor het opslaan van dit soort materiaal moet je je houden aan de regels beschreven in de Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PGS15). Controleer met de checklist van BOVAG of je aan de regels voldoet.
In Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen 15 (PGS15) staan de regels beschreven die gelden bij het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld gasflessen. Deze regels zijn bedoeld om mens en milieu te beschermen tegen deze gevaarlijke stoffen. Meer informatie over de PGS15 vind je op de website van Rijkswaterstaat (Infomil). Gebruik onderstaande punten om te checken of het opslaan van gasflessen volgens de richtlijnen gebeurt.
Voor de opslag van gasflessen hebben we een handig en overzichtelijk stappenplan gemaakt. Volg dit stappenplan, dan zorg je voor een correcte opslag van gasflessen.
In de werkplaats en het magazijn moet duidelijk zijn welke gasflessen in gebruik (werkvoorraad) zijn en welk opgeslagen (opslag). Gasflessen in de werkvoorraad mogen in de werkplaats opgesteld staan en moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. De flessen op de laskar moeten door een metalen plaat van elkaar zijn gescheiden. De gasflessen in de opslag staan elders en zijn niet in gebruik. Dit geldt ook over de lege flessen.
Heb je meer dan een totale inhoud van 125 liter in volle en lege gasflessen bij elkaar opgeslagen, dan moet je de opslag verlagen tot minder dan 125 liter. Hoe? Volg daarvoor de punten onder stap 3.
Goed om te weten: het gaat hier alleen om de opslag van gasflessen. Niet om de gasflessen die gebruikt worden in de werkvoorraad, die geplaatst zijn op een laskar of de gasflessen die aangesloten zijn op een verzamelleiding.
Sla je minder dan 125 liter op? Dan zijn alleen de algemene regels uit stap 1 van toepassing.
Als dat mogelijk is, verlaag dan de totale opslag tot minder dan 125 liter. Dit kan door:
Blijft de gezamenlijke inhoud meer dan 125 liter dan zijn de regels van de PGS15 van toepassing. De flessen moeten dan opgeslagen worden in een daarvoor bestemde opslagvoorziening, zie daarvoor stap 4.
Wil je meer dan de gezamenlijke inhoud van 125 liter opslaan, dan is een speciale opslagruimte die voldoet aan de PGS15 verplicht. Er zijn dan drie mogelijkheden.
Maak een buitenopslag. Kies hiervoor een blinde muur aan de achter- of zijkant van het gebouw. Gasflessen met een totale inhoud van minder dan 2.500 liter kunnen worden opgeslagen tegen een buitenmuur of tegen een erfgrens. Deze muur of erfgrens moet wel een minimale brandwerendheid hebben van 60 minuten. Als de afstand tot een ander bouwwerk, brandbaar object of inrichtingsgrens vijf meter of meer is, geldt er geen brandwerendheidseis. Bij een afstand van drie meter tot de gevel en één meter tot de erfgrens geldt een minimale brandwerendheid van 30 minuten. Gasflessen moeten voor derden onbereikbaar zijn. Dit kan bijvoorbeeld door afsluiting van (dat deel van) het bedrijfsterrein.
Opslag tegen een gebouw:
Bij een open opslagvoorziening (bijvoorbeeld een voorziening zonder dak):
Het is op grond van de PGS 15 niet noodzakelijk om gasflessen tegen weersinvloeden te beschermen. Reden hiervoor is dat de risico’s van gasflessen hoofdzakelijk worden bepaald door hittestraling van een brand in de omgeving. Weersinvloeden vormen een verwaarloosbaar risico.
Maak een inpandige opslagvoorziening. Als een buitenopslag niet mogelijk of wenselijk is, mogen de gasflessen ook binnen worden opgeslagen. De gasflessenopslag moet dan aan de volgende eisen voldoen:
Maak gebruik van een brandveiligheidskast. Ook dan gelden er eisen:
Heb je vragen over de opslag van gasflessen? Leden nemen voor informatie en advies contact op met BOVAG Ledenadvies.
BOVAG Ledenadvies