De pagina wordt geladen...
Ieder bedrijf dat werkt met vervuilende stoffen moet zijn best doen om bodemverontreiniging te voorkomen. Om de risico’s op verontreiniging van de bodem te beperken, zijn er maatregelen opgenomen in de Omgevingswet en onderliggende regelgeving, zoals het Besluit activiteit leefomgeving (Bal).
De bodembeschermingsregels voor het opslaan van afgewerkte olie en diesel in bovengrondse opslagtanks zijn vastgelegd in paragraaf 4.94 van het Bal. Deze regels zijn per 1 januari 2024 versoepeld, het is namelijk niet meer verplicht om deze tankinstallaties door een onderneming met een certificaat voor BRL SIKB 7800 te laten installeren, onderhouden en repareren, behalve als er ondergrondse leidingen op de installatie zijn aangesloten. Daarmee zijn ook de voorschriften van de PGS 30 niet van toepassing.
Ligt de tank deels in de grond of terp of zijn er ondergrondse leidingen op de installatie aangesloten? Dan gelden afwijkende / zwaardere voorschriften.
Het feit dat er geen certificatieplicht meer geldt voor deze installaties wil niet zeggen dat er geen regels gelden. De installatie moet nog steeds in technisch goede staat zijn en goed onderhouden worden. Daarnaast is ook de zorgplicht op tankinstallaties van toepassing. Kies je voor een tankinstallatie met een installatiecertificaat BRL SIKB 7800, ondanks dat dit niet verplicht is, dan weet je zeker dat je voldoet aan de eisen van paragraaf 4.94 van het Bal en de onderliggende zorgplicht.
Er hoeft bij deze activiteit geen nulmeting meer te worden uitgevoerd. Wel zal er een eindonderzoek bodem moeten plaatsvinden. Meer informatie hierover is te vinden in paragraaf 5.2.1. van het Bal.
Is een vloeistofdichte bodemvoorziening aangesloten op een vuilwaterriool (bedrijfsriool)? Dan moet het deel van het vuilwaterriool dat hierop is aangesloten vloeistofdicht zijn vanaf de aansluiting van de bodemvoorziening tot aan de slibvangput en olieafscheider. In het Bal is het inspecteren op vloeistofdichtheid van de bedrijfsriolering die is aangesloten op de vloeistofdichte bodemvoorziening ook een verplichting. Hier geldt nog wel een overgangstermijn van drie jaar op. Per 1 januari 2027 moeten al de aangesloten rioleringen als vloeistofdicht zijn beoordeeld. Voldoet het afvalwater aan de emissiegrenswaarde voor olie (20 mg/l), dan geldt de eis van vloeistofdichtheid van het vuilwaterriool niet.
Als je een tank niet meer gebruikt of als deze niet meer geschikt is, moet je deze binnen een redelijke termijn laten afvoeren als afvalstof. Voor het verwijderen van de opslagtank moet je de aanwezige vloeistof verwijderen.
Je hebt voor de verwijdering van de tank 2 keuzes:
In beide gevallen ontvang je een tanksaneringscertificaat waarmee je kunt aantonen dat de opslagtank op de juiste wijze is gesaneerd.