Bovag logo
Generatiepact cao Tank en Was
0%

Generatiepact

Laatste update 25 april 2024Leestijd: 2 min

03Generatiepact cao Tank en Was

In de huidige cao voor tankstations en wasbedrijven (1-1-2024 tot 01-03-2025) is een afspraak gemaakt over het Generatiepact. Het generatiepact werd in de vorige cao voor het eerst geïntroduceerd. Nog even op een rijtje hoe het werkt.

Het generatiepact is een regeling die het mogelijk maakt dat medewerkers die tenminste één jaar in dienst zijn vanaf 60 jaar ervoor kunnen kiezen om geleidelijk minder te gaan werken met volledig behoud van pensioenopbouw. Zo kunnen zij op een gezonde manier tot aan hun pensioen aan het werk blijven. Het ingeleverde loon van de medewerker wordt voor 50 procent gecompenseerd door de werkgever.

De varianten

Het generatiepact voor tankstations en wasbedrijven kent verschillende varianten. Welke variant het beste past, bepaalt de medewerker samen met de werkgever.

  • Variant 1: 60% van de oorspronkelijke arbeidsduur | 80% van het oorspronkelijke salaris | 100% pensioenopbouw (60-80-100).
  • Variant 2: 70% van de oorspronkelijke arbeidsduur | 85% van het oorspronkelijke salaris | 100% pensioenopbouw (70-85-100).
  • Variant 3: 80% van de oorspronkelijke arbeidsduur | 90% van het oorspronkelijke salaris | 100% pensioenopbouw (80-90-100).

Voor gebruikmaking van variant 1 en 2 geldt dat zowel de medewerker als de werkgever akkoord moeten zijn met deelname. Voor gebruikmaking van variant 3 geldt dat dit in principe uiterlijk zes maanden na de aanvraag van de medewerker moet worden ingevoerd.

Wanneer u geen overeenstemming bereikt met uw medewerker over deelname aan variant 3 dan kunt u zich samen wenden tot het bestuur van het Sociaal Fonds voor Tankstations en Wasbedrijven. Het bestuur kan een bindend advies geven op basis van redelijkheid en billijkheid en behandelt het geschil volgens het protocol ‘Spelregels bij geschil’.

Veel gestelde vragen over het generatiepact

Ook medewerkers die in deeltijd werken, kunnen deelnemen aan het generatiepact. De medewerker moet echter wel minimaal 22,8 uur per week blijven werken. Daardoor is voor deeltijders niet elke variant mogelijk.

De extra vakantierechten op basis van leeftijd vervallen wanneer een medewerker deelneemt aan het generatiepact.

Bij de berekening van het aantal vakantiedagen is het percentage van de oorspronkelijke arbeidsduur bepalend. De vakantiedagen worden namelijk opgebouwd over de feitelijk gewerkte uren na deelname aan het generatiepact. Maakt uw medewerker bijvoorbeeld gebruik van variant 1 (60-80-100) dan ontvangt hij 60% van het aantal vakantiedagen dat hij bij een fulltime arbeidsduur had ontvangen.

Bij de berekening van vakantiegeld is het percentage van het oorspronkelijke salaris bepalend. De vakantiebijslag is dus 8% van het nieuwe salaris. Voor regelingen waar sprake is van geld voor geld wordt dit namelijk berekend over het feitelijke salaris na deelname aan het generatiepact. Maakt uw medewerker bijvoorbeeld gebruik van variant 3 (80-90-100) dan ontvangt hij 90% van het vakantiegeld dat hij bij een fulltime arbeidsduur had ontvangen.

In die situatie geldt dat de medewerker hetzelfde krijgt uitbetaald als wanneer hij in deeltijd zou hebben gewerkt. Een voorbeeld zal dit verduidelijken:

Berekening uurloon vóór deelname aan het generatiepact 
Wanneer een medewerker 60% werkt en een salaris ontvangt ter hoogte van € 2.000 wordt het uurloon berekend op de volgende manier:

100/60 x 2.000 = € 3.333,33 maandsalaris op basis van een 38-urige werkweek. De medewerker ontvangt immers 60% van het fulltime salaris.

Om het uurloon te berekenen vermenigvuldigt u dit maandsalaris met 0,607% = € 20,23 uurloon. Een overuur leidt tot € 20,23 x 125% = € 25,29.

Berekening uurloon ná deelname aan het generatiepact 
Na deelname aan bijvoorbeeld variant 1 van het generatiepact (60% werken | 80% salaris | 100% pensioenopbouw) berekent u het uurloon door het feitelijke salaris dat de medewerker ontvangt na deelname aan het generatiepact om te rekenen naar een fulltime salaris bij een 38-urige werkweek. Bij een maandsalaris van € 2.000,- berekent u het uurloon op de volgende manier:

100/80 x 2.000 = € 2.500 maandsalaris op basis van een 38-urige werkweek. De werknemer ontvangt immers 80% van het fulltimesalaris, ondanks dat hij 60% werkt.

Om het uurloon te berekenen vermenigvuldigt u dit maandsalaris met 0,607% = € 15,18 uurloon. Een overuur leidt tot € 15,18 x 125% = € 18,98.

Bij gebruikmaking van de varianten 1 en 2 mag de werkgever besluiten om het verzoek van de medewerker in te willigen of niet. Voor deze varianten geldt namelijk de dubbele vrijwilligheid, zowel werkgever als medewerker moeten het eens zijn over de deelname.

Kiest de medewerker voor variant 3 dan krijgt de werkgever zes maanden de tijd om te onderzoeken of het bedrijfstechnisch mogelijk is om hem deel te laten nemen aan het generatiepact. Wanneer u geen overeenstemming bereikt met uw medewerker over deelname aan variant 3 dan kunt u zich samen wenden tot het bestuur van het Sociaal Fonds voor Tankstations en Wasbedrijven. Het bestuur kan een bindend advies geven op basis van redelijkheid en billijkheid en behandelt het geschil volgens het protocol ‘Spelregels bij geschil’.

Nee dat is niet nodig. Wij raden u wel aan om de nieuwe afspraken goed vast te leggen. Daarvoor kunt u het formulier ‘Aanvulling arbeidsovereenkomst’ gebruiken.

De werkgever meldt de medewerker aan voor het generatiepact via het inzendportaal van MN.

Zodra de medewerker gebruik gaat maken van het (deeltijd)pensioen of de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, komt het generatiepact te vervallen.

De cao-verhoging wordt berekend over het feitelijk verdiende salaris na deelname aan het Generatiepact. Heeft u een medewerker in dienst die bijvoorbeeld gebruikmaakt van variant B (70% werken | 85% salaris | 100% pensioenopbouw) dan wordt de cao-verhoging berekend over het salaris na deelname aan het Generatiepact. U berekent de cao-verhoging in dat geval dus over 85% van het salaris bij een fulltime arbeidsduur.

In geval van nominale cao-verhogingen ontvangt de medewerker in het voorbeeld 85% van de nominale verhoging. Bij de verhoging van 1 januari 2023 komt dit neer op 85% van € 81 = € 68,85.

Bij de loondoorbetaling bij ziekte wordt gekeken naar het nieuwe salaris. Afhankelijk van het moment moet er dus 100% of 90% van het nieuwe salaris doorbetaald worden bij ziekte. Als u een medewerker in dienst heeft die gebruikmaakt van variant A en dus 80% van het oorspronkelijke salaris verdient, dan betaalt u de eerste zes maanden 100% van dit nieuwe salaris. Daarna wordt dit verlaagd naar 90% van het nieuwe salaris na deelname aan het Generatiepact.

Verder lezen?

Dossiers met dezelfde categorie

Bezig met laden...
Door gebruik te maken van onze website geeft U toestemming voor het plaatsen van tracking cookies.