02
Onder welke cao valt uw bedrijf?
BOVAG-leden kunnen onder verschillende cao’s vallen. Onterecht wordt nog wel eens gedacht dat de cao die van toepassing is afhankelijk is van het lidmaatschap van een bepaalde brancheorganisatie. Dit is echter niet het geval. Bepalend zijn namelijk de werkzaamheden die in het bedrijf verricht worden en de werkingssfeer van een cao waarin die werkzaamheden staan beschreven.
Om te bepalen welke cao een bedrijf moet toepassen zijn twee zaken relevant:
- de werkzaamheden die in het bedrijf uitgevoerd worden; en
- de werkingssfeer van een cao.
Elke cao heeft een werkingssfeerbepaling. Daarin staat omschreven op welk soort werk en welke medewerkers de cao van toepassing is. Dit is voor de drie cao’s kort samengevat als volgt:
- Cao MvT: deze cao is van toepassing op werkgevers en medewerkers die zich onder meer bezighouden met het onderhouden, monteren, reviseren of vervangen van onderdelen van motorvoertuigen, tweewielers, caravans en/of aanhangwagens. Ook het verkopen, stallen, verhuren en takelen en bergen van motorvoertuigen, tweewielers, caravans en aanhangwagens valt onder het toepassingsbereik van de cao MvT.
- Cao T&W: deze cao is van toepassing op werkgevers en medewerkers die zich onder meer bezighouden met de verkoop van motorbrandstoffen en/of het leveren van andere energievormen zoals door middel van laadpalen en/of verkoop van levensmiddelen op een motorbrandstoffenverkooppunt en/of het wassen van vervoersmiddelen.
- Cao Carrosserie: deze cao is van toepassing op werkgevers en medewerkers die zich onder meer bezighouden met het vervaardigen, herstellen of onderhouden van wagens en carrosserieën of het stofferen en poetsen van motorvoertuigen.
Om te bepalen onder welke cao een bedrijf valt wordt er dus niet gekeken naar het lidmaatschap van een bepaalde brancheorganisatie. De werkzaamheden die binnen een bedrijf worden uitgevoerd bepalen onder welke cao dit bedrijf valt. Zowel de cao MvT, de cao T&W als de Carrosserie cao zijn algemeen verbindend verklaarde cao’s. Dit houdt in dat deze cao’s automatisch gelden voor alle bedrijven die vallen onder de werkingssfeerbepaling van de cao, ook als zij geen lid zijn van een brancheorganisatie die de cao heeft afgesloten.
Wat als mijn bedrijf onder meerdere werkingssfeerbepalingen valt?
Het kan zo zijn dat in een bedrijf werkzaamheden worden uitgevoerd die onder meerdere werkingssfeerbepalingen van verschillende cao’s vallen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer u een autobedrijf maar ook een tankstation heeft. In dit geval vallen de werkzaamheden zowel onder de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (MvT) als onder de cao voor Tankstations en Wasbedrijven (T&W). Welke cao voorrang heeft staat vaak omschreven in de werkingssfeerbepaling.
Zo bepaalt de cao MvT dat er niet alleen naar de feitelijk werkzaamheden gekeken moet worden, maar ook naar het aantal arbeidsuren van medewerkers dat betrokken is bij de werkzaamheden. Houdt het merendeel van het personeel zich bezig met het garagebedrijf? Dan vallen alle medewerkers onder de cao MvT, ook de tankstation medewerkers. De cao T&W en de carrosserie cao kennen een vergelijkbare bepaling in de cao.
De situatie is echter anders wanneer u het garagebedrijf en het tankstation in twee verschillende BV’s heeft ondergebracht. In dat geval wordt per juridische entiteit bekeken welke cao van toepassing is op het bedrijf. In voorgaand voorbeeld is dan de cao MvT van toepassing op het garagebedrijf en de cao T&W op het tankstation.
Minimum cao
Als u weet welke cao van toepassing is op uw bedrijf, dan is het zaak om ervoor te zorgen dat de arbeidsvoorwaarden van uw personeel in lijn zijn met de geldende cao. Zowel de cao MvT, de cao T&W als de Carrosserie cao zijn minimumcao’s. Dit betekent dat medewerkers minimaal recht hebben op de in de cao genoemde arbeidsvoorwaarden. Alleen wanneer dit expliciet in de cao genoemd staat is het mogelijk om ten nadele van de medewerker af te wijken van de cao. Afwijkingen in het voordeel van de medewerker zijn altijd toegestaan.
Wat zijn de gevolgen van het toepassen van de verkeerde cao?
Gevolgen van het toepassen van de verkeerde cao kunnen onder andere zijn:
- Afdracht aan het verkeerde pensioenfonds, terwijl afdracht aan een ander pensioenfonds verplicht is gesteld. Het afdragen van premies aan het verkeerde pensioenfonds is doorgaans het grootste risico als de verkeerde cao wordt toegepast. In de cao MvT, cao T&W en de carrosserie cao zijn de pensioenen tegen dezelfde premie ondergebracht bij PMT en hierdoor heeft het geen gevolgen als onterecht een van deze cao’s toegepast wordt. Zou er wel sprake geweest zijn van verschillende pensioenfondsen en/of verschillende premies, dan kan het verplicht gestelde pensioenfonds waaraan geen premie is afgedragen een premienota sturen om met terugwerkende kracht premies te vorderen.
- Het niet of onjuist toepassen van de salaristabellen, loonsverhogingen en de eenmalige uitkeringen; het hanteren van een onjuist dagvenster waardoor de toeslagen voor werken buiten het dagvenster verkeerd berekend worden en het uitbetalen van overuren tegen een foutief percentage. Op basis hiervan kunnen medewerkers een loonvordering indienen om dit te compenseren. Een loonvordering verjaart pas na vijf jaar.
- Het niet geven van het juist aantal vakantie-uren of inzetbaarheidsuren waar medewerkers recht op hebben. Een medewerker kan dit tot vijf jaar terug claimen.
Als een werkgever de verkeerde cao toepast kunnen medewerkers vorderingen instellen op basis van de cao die de werkgever eigenlijk hoort toe te passen én op basis van de cao die de werkgever daadwerkelijk toepast. Omdat de verkeerde cao naast de juiste cao van toepassing is geworden op de arbeidsovereenkomst, kunnen medewerkers de vruchten plukken van beide cao’s. Zij moeten deze vorderingen wel binnen vijf jaar indienen, gerekend vanaf het moment dat de vordering opeisbaar is geworden. De vorderingen verjaren namelijk na die tijd.
Niet alleen medewerkers kunnen vorderingen instellen, ook de vakbond kan namens de leden nakoming van de cao vorderen en een schadevergoeding eisen. Hierbij valt onder meer te denken aan schade in de vorm van verlies aan werfkracht onder potentiële leden. Medewerkers zouden immers kunnen denken dat het geen zin heeft om lid te worden van een vakbond als werkgevers een cao zonder sancties niet na hoeven te leven. Hierdoor kan het gezag van en vertrouwen in de vakbond aangetast worden. Daarbij kan de vakbond een schadevergoeding eisen voor de tijd en geld die de vakbond moest inzetten om de werkgever tot nakoming te bewegen.
Gevolgen aflopen cao – nawerking en wettelijke proeftijd
Totdat een eventuele nieuwe cao is aangemeld, blijft de huidige cao gelden voor medewerkers die vóór de datum waarop de cao afloopt in dienst zijn getreden. Dit heet ‘nawerking’. De afspraken uit de cao zijn namelijk onderdeel geworden van de arbeidsovereenkomst met de medewerker. Voor nieuw personeel geldt die nawerking niet. Totdat er een nieuwe cao is aangemeld, is op deze groep medewerkers geen cao van toepassing.
Wanneer er tijdelijk geen cao van toepassing is, kunt u geen gebruikmaken van de in de cao afgesproken afwijkingen van de wet. Een voorbeeld hiervan is de proeftijd. Dit is zowel in de cao MvT, cao T&W als de Carrosserie cao opgenomen. Na afloop van de cao kunt u alleen een proeftijd volgens de wettelijke regeling aangaan wanneer er nog geen nieuwe cao is aangemeld. Dit betekent een proeftijd van maximaal één maand bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van langer dan zes maanden, maar korter dan twee jaar.