De pagina wordt geladen...

Bovag logo
Arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomsten
0%

Arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomsten

Laatste update 18 augustus 2025Leestijd: 2 min

Als je een nieuwe medewerker gaat aannemen zijn er behoorlijk wat zaken die je goed moet regelen. Want welke arbeidsvoorwaarden spreek je af met de medewerker? Welke arbeidsvoorwaarden zijn er en hoe zorg je er voor dat je alles goed vastlegt? Daarover lees je alles in dit dossier.

Wat zijn arbeidsvoorwaarden ook alweer?

Arbeidsvoorwaarden zijn de afspraken waaronder een medewerker bij jou aan het werk is, bijvoorbeeld het salaris en het aantal vakantiedagen. Arbeidsvoorwaarden kunnen in een arbeidsovereenkomst, personeelsreglement of cao staan. Als we het hebben over arbeidsvoorwaarden dan kunnen we onderscheid maken tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.

Primaire arbeidsvoorwaarden zijn de belangrijkste afspraken die je maakt met de medewerker en waaraan de wet minimumeisen stelt. Hierbij kun je denken aan loon, functie, het aantal uur dat de medewerker per week gaat werken en de vakantiedagen. Over die primaire arbeidsvoorwaarden lees je meer in het dossier aannemen nieuwe medewerker (zie onder aan deze pagina) en in het dossier verlof.

Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn de afspraken die je maakt met een medewerker boven op de primaire arbeidsvoorwaarden. Voorbeelden van secundaire arbeidsvoorwaarden zijn toeslagen, reiskostenvergoeding en een thuiswerkvergoeding. Die voorbeelden worden in onderstaande uitklapvelden verder uitgelegd.

In de wet staan geen regels over toeslagen, bijvoorbeeld wanneer medewerkers op ‘bijzondere’ uren werken of wanneer zij meer werken dan ze ingeroosterd zijn (overwerk). Dit is doorgaans in een cao geregeld. In de cao’s die BOVAG sluit in dat ook het geval. Hieronder vind je de regels per cao.

Let goed op onder welke cao jouw bedrijf valt, zodat je de juiste toeslagen toekent!

Cao voor het Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (MvT)

In de cao voor het Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf staan verschillende regels over toeslagen:

Toeslag voor gewerkte en verlofuren (artikel 28; let op: dit artikel geldt specifiek voor medewerkers autoverhuurbedrijven, autowasbedrijven, rijwielstallingen en brandstofverkooppunten)

  • Een toeslag van 8% over gewerkte en verlofuren tussen 22.00 en 06.00 uur wanneer deze uren vallen tussen maandag 06.00 en zaterdag 06.00 uur.
  • Specifiek voor rijwielstallingen en autoverhuurbedrijven: een toeslag van 35% over gewerkte en verlofuren tussen 22.00 en 06.00 uur wanneer deze uren vallen tussen maandag 06.00 en zaterdag 06.00 uur.
  • Een toeslag van 35% voor gewerkte en verlofuren tussen zaterdag 18.00 en maandag 06.00 uur.
  • Een toeslag van 35% voor gewerkte uren op een feestdag die genoemd wordt in artikel 30.
  • Overwerk: een toeslag van 85% voor overwerk tussen zaterdag 18.00 en maandag 06.00 uur of op een feestdag genoemd in artikel 30.

Zaterdagtoeslag (artikel 29; let op: dit artikel geldt niet voor tweewielerbedrijven en caravansbedrijven (zie artikel 23 lid 7 van deze cao), autowasbedrijven, autoverhuurbedrijven, rijwielstallingen en brandstofverkooppunten (zie artikel 28 van deze cao))

  • Een toeslag van 33,33% voor volgens rooster gewerkte uren op zaterdag.
  • Een toeslag van 50% voor werken op een roostervrije zaterdag.

Overwerk (artikel 54)

  • Een toeslag van 28,5% voor de eerste twee overuren die direct aansluiten op het rooster wanneer deze uren gemaakt zijn op een doordeweekse dag, niet zijnde een feestdag.
  • Een toeslag van 47% over de uren die volgen op de uren die hiervoor genoemd zijn.
  • Een toeslag van 47% voor overwerk op zaterdag, niet zijnde een feestdag.
  • Een toeslag van 85% voor overwerk op zon- of feestdagen.

Dagvenstertoeslag (artikel 55)

  • Algemeen:
    • Een toeslag van 50% voor de gewerkte uren tussen 00.00 en 07.00 uur.
    • Een toeslag van 30% voor de gewerkte uren tussen 20.00 en 00.00 uur.
  • Bedrijfsauto’s:
    • Een toeslag van 50% voor de gewerkte uren tussen 00.00 en 06.00 uur.
    • Een toeslag van 20% voor de gewerkte uren tussen 18.30 en 21.00 uur.
    • Een toeslag van 30% voor de gewerkte uren tussen 21.00 en 00.00 uur.

Ploegentoeslag (artikel 59)

  • Een toeslag van 14% van het maandsalaris wanneer medewerkers in ploegendienst werken. Wat onder een ploegendienst wordt verstaan staat uitgelegd in artikel 31 lid 1.

Hoe kan ik uitbetalen van overwerktoeslag voorkomen?

Door gebruik te maken van ‘verschoven uren’ hoef je geen overwerktoeslag te betalen. Dat houdt in dat gewerkte overuren binnen 13 weken in tijd worden gecompenseerd.

Door tijd-voor-tijd compensatie van gewerkte overuren blijft de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gelijk, zodat er volgens de cao geen sprake is van een overuur. Er hoeft dan geen overwerktoeslag te worden betaald. Houd hier rekening mee in drukkere perioden. Bijvoorbeeld tijdens het bandenwisselseizoen.

Werkt een monteur bijvoorbeeld twee weken lang iedere dag één uur langer door? Dan heeft hij tien uur extra gewerkt. Zou je niets doen, dan moet je deze tien uur als overuren (met een toeslag van 28,5%) uitbetalen. Door gebruik te maken van verschoven uren voorkom je dit. Zo kun je bijvoorbeeld afspreken dat de werknemer in een rustige periode ter compensatie van de extra gewerkte uren een dag(deel) vrij krijgt. Zo lang dit binnen 13 weken gebeurt hoef je dus geen overwerktoeslag te betalen.

Toeslagentool

Om de berekening van toeslagen gemakkelijker te maken heeft BOVAG de Toeslagentool ontwikkeld.

De BOVAG Toeslagentool helpt je in vijf stappen aan de juiste toeslagenberekening:

Let op: de BOVAG Toeslagentool geldt alleen voor bedrijven die vallen onder de cao MvT, behalve voor verhuurbedrijven. De toeslagenberekening voor verhuurbedrijven is namelijk afwijkend.

Cao Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf

In de Cao Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf (Carrosserie) staan verschillende regels over toeslagen:

Overwerktoeslag (artikel 42)

  • Een toeslag per uur van 0,78% van het maandsalaris voor de eerste twee overuren die direct aansluiten op het rooster wanneer deze uren gemaakt zijn op een doordeweekse dag die niet is een feestdag.
  • Een toeslag per uur van 0,89% van het maandsalaris voor de overuren die volgen op de hiervoor genoemde uren.
  • Een toeslag per uur van 0,89% van het maandsalaris voor overwerk op een zaterdag, niet zijnde een feestdag.
  • Een toeslag per uur van 1,12% van het maandsalaris voor overwerk op zon- of feestdagen.

Dagvenstertoeslag (artikel 42a)

  • Een toeslag per uur van 0,30% van het maandsalaris voor gewerkte uren tussen 00.00 en 06.00 uur.
  • Een toeslag per uur van 0,09% van het maandsalaris voor gewerkte uren tussen 18.00 en 21.00 uur.
  • Een toeslag per uur van 0,18% van het maandsalaris voor gewerkte uren tussen 21.00 en 24.00 uur.

Ploegendienst (artikel 45)

  • Een toeslag van 14% van het maandsalaris wanneer medewerkers in ploegendienst werken. Wat we bedoelen met ploegendienst staat uitgelegd in artikel 20 lid 1.

Cao voor Tankstations en Wasbedrijven

In de cao voor Tankstations en Wasbedrijven (Tank en Was) staan verschillende regels over toeslagen:

Nachtdienst (artikel 20 lid 2)

  • Een toeslag van 25% voor de gewerkte uren tussen 24.00 en 06.00 uur.

Feestdag (artikel 21)

  • Een toeslag van 50% voor de gewerkte uren tussen 00.00 en 24.00 uur op een feestdag die genoemd wordt in art. 21.

Overwerk (artikel 22)

  • Maandag tot en met zondag: een toeslag van 25% over de eerste vier overuren per week. Voor de overige overuren geldt een toeslag van 50%.
  • Feestdag: een toeslag van 85% voor overuren gemaakt op een feestdag die genoemd wordt in art. 21.

Reiskosten voor woon-werkverkeer kun je belastingvrij vergoeden tot maximaal € 0,23 per kilometer. Hierbij maakt het niet uit hoe de medewerker naar het werk komt. Geef je een hogere reiskostenvergoeding dan € 0,23 per kilometer, dan geldt het deel boven de € 0,23 per kilometer als loon en moet hierover loonheffing betaald worden. Als de medewerker met het openbaar vervoer naar het werk gaat dan mag je ook de werkelijk gemaakte kosten vergoeden.

Je kunt ook een vaste onbelaste reiskostenvergoeding toekennen per maand of per week. De medewerker moet dan wel minimaal 128 dagen naar een vaste werkplek reizen. Voor parttimers is dit naar rato van de omvang van het dienstverband.

Let op: als de medewerker langer dan zes aaneensluitende weken afwezig is dan moet je de vaste onbelaste reiskostenvergoeding stopzetten. Als de medewerker weer terug is mag de betaling weer worden hervat vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de medewerker hersteld is.

Reiskosten per cao

Medewerkers die onder de cao voor het Motorvoertuigen- of Tweewielerbedrijf of de cao Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf vallen, hebben alleen recht op een vergoeding van zakelijke reiskosten wanneer de gemaakte kosten boven de kosten uitkomen die de medewerker normaalgesproken al maakt om op het werk te komen. Daarnaast is de vergoeding afhankelijk van de manier van reizen:

  • gebruikt de medewerker het openbaar vervoer, dan moeten de werkelijk gemaakte kosten in de laagste klasse vergoed worden;
  • maakt de medewerker gebruik van vervoer waarin de werkgever voorziet, dan hoeft er geen vergoeding gegeven te worden;
  • en wanneer de medewerker een eigen vervoermiddel gebruikt in opdracht of met toestemming van de werkgever, dan moet hier een redelijke vergoeding tegenover staan.

Wanneer een medewerker met een eigen vervoermiddel of openbaar vervoer naar het werk reist, schrijft de cao voor Tankstations en Wasbedrijven voor dat je afspraken maakt over een redelijke vergoeding als tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer. De wijze van vergoeding en de hoogte daarvan mag u in overleg bepalen en schrijft de cao niet voor.

Daarnaast moeten de zakelijke reiskosten vergoed worden die boven op de reiskosten voor woon-werkverkeer komen. De vergoeding is afhankelijk van de manier van reizen:

  • gebruikt de medewerker het openbaar vervoer, dan moeten de werkelijk gemaakte kosten in de laagste klasse vergoed worden;
  • maakt de medewerker gebruik van vervoer waarin de werkgever voorziet, dan hoeft er geen vergoeding gegeven te worden;
  • en wanneer de medewerker een eigen vervoermiddel gebruikt in opdracht of met toestemming van werkgever, dan moet hier een redelijke vergoeding tegenover staan.

Per 1 januari 2025 mag je als werkgever € 2,40 per thuiswerkdag betalen voor de vergoeding van kosten voor thuiswerken. Over deze thuiswerkvergoeding hoeft geen loonheffing betaald te worden.

Alle informatie over het aannemen van een nieuwe medewerker en de BOVAG voorbeeld arbeidsovereenkomsten om de afspraken goed vast te leggen, vind je in het dossier 'Aannemen nieuwe medewerker'.

Dossiers met dezelfde categorie

Bezig met laden...

Door gebruik te maken van onze website geef je toestemming voor het plaatsen van tracking cookies.