De pagina wordt geladen...
“Zalige kerst!” Verhees, DGA van het Brabantse autobedrijf Van den Udenhout, heft straks het glas tijdens het kerstdiner met zijn 550 werknemers in ’t Boshuys in Best. Voor Tom, Linas en nog een personeelslid wordt het letterlijk een gezegend kerstfeest. Zij leefden tot voor kort als daklozen op straat.
Project D&W is ons daklozenproject. Het loopt sinds enkele maanden. Hier bij Van den Udenhout in Den Bosch hebben wij vier mensen aan het werk gezet, die in Den Haag op straat leefden. D&W staat voor Dak & Werk, een woning plus vaste baan,” legt Kurt Verhees (60) uit.
“Ik leerde de daklozenwereld kennen via voormalig autohandelaar Gijs van der Tang. Hij runde dertig jaar zijn eigen bedrijf in Delft. Daarna werd hij veldwerker bij het Leger des Heils in Den Haag. Gijs vroeg ons een negenpersoons-Volkswagenbus te huur om Haagse daklozen tijdens de winterkouderegeling te vervoeren. Bij vrieskou haalt het Leger daklozen met een bus van straat om hen voor de nacht naar een slaapplek te brengen. Ik zei: ‘Je mag die bus deze winter niet huren, wel lenen. Op één voorwaarde: Ik ga een avondje met je mee. Dan weet ik waarom die bus nodig is en voor wie ik dit doe.”
“Dus ik naar Den Haag, in de coronatijd. De daklozen sliepen daarom niet in grote zalen, maar in kleinere kamertjes. Toen ik zo’n kamertje binnenstapte vroeg de zwerveling, die daar op bed zat: ‘Kom even bij me zitten …’ Je eerste reactie is: ‘Nou eh …’ Je schrikt een beetje, zo dichtbij, samen op dat ledikant, straks springen er wat beestjes over, hahaha. Maar ik ging zitten en we raakten in gesprek. Zo ontdekte ik de dunne scheidslijn tussen zijn en mijn leven. Hij was vader van vier kinderen. Gescheiden, daardoor moest hij zijn huis uit. Door alle misère kon hij ook niet meer werken. Eerst logeerde hij bij vrienden, daarna bij andere vrienden. Maar hij wilde niemand te lang tot last zijn. En toen waren de vrienden op. Hij belandde op straat. Het kan iedereen zomaar overkomen, hè. Zelf kijk ik terug op een plezierige jeugd, maar mijn moeder had het ook moeilijk. Ik kom uit een bijstandsgezin. Ieder dubbeltje werd twee keer omgedraaid. Als jochie stond ik ’s ochtends om vijf uur op voor mijn krantenwijk. Daarnaast werkte ik in een friettent. Na de middelbare school kon ik aan de slag bij een leasemaatschappij in Utrecht. Dat bedrijf geloofde in mij, betaalde al mijn opleidingen. Hierdoor kon ik carrière maken, worden wie ik nu ben.
Ik was zo onder de indruk van het veldwerk van Gijs, dat ik regelmatig met hem mee ging. Om al die bijzondere verhalen aan te horen, de dakloze medemensen persoonlijke aandacht te geven en spullen uit te delen: eten, tentjes, slaapzakken, kleding, schoenen, scheermesjes, tandpasta, hygiënische verzorgingsmiddelen.”
“Waar ik ook achter kwam: de gemeente subsidieert hulporganisaties alleen voor steun aan daklozen met een legale status. Hierdoor worden statusloze zwervers niet zelden aan hun lot overgelaten. Dat stuitte mij tegen de borst, ook statuslozen zijn medemensen van vlees en bloed, om welke reden dan ook in de penarie geraakt. Vandaar dat Gijs en ik in 2022 besloten met ex-dominee Jan Strating Stichting Veldwerk Haaglanden op te zetten. Voor hulp aan iedereen. Met een grote groep vrijwilligers rijden wij twee keer in de week met een bus door Den Haag om voedsel en spullen uit te delen. Onze vrijwilligers helpen de daklozen ook bij het vinden van werk, huisvesting en gezondheidszorg. Ik doe dit soort werk niet voor daklozen in Den Bosch, dan komt het te dicht bij huis. Maar ik haal wel daklozen uit Den Haag hier naartoe. Want daar leven ze in een destructief sociaal netwerk van diefstal, drank en drugs. Dat trekt aan hen zolang zij in de buurt blijven. Ik stelde mijn mensen op de zaak voor: laten we nu een project starten en vier Haagse daklozen in ons bedrijf opnemen. Ik heb hier in Den Bosch nog een huis voor ze; vier slaapkamers, een keuken plus een mooie woon- en badkamer. We geven ze alle vier een fiets om naar het werk te komen en leiden hen intern op.”
“Nu mag ik mensen er bovenop helpen”Kurt Verhees, DGA Autobedrijf Van den Udenhout
Tom (43): “Ik hoop weer op contact met mijn zoontje”
“Ik ben in Nederland geboren, vanaf mijn vierde grootgebracht in een hele rits internaten. Op mijn veertiende belandde ik in de gevangenis. Daarna woonde ik in ‘De Blauwe Aanslag’, het roemruchte kraakpand in Den Haag. Totdat ik er genoeg van had. Ik riep: ‘Doei Nederland, ik vertrek!’ en meldde me aan bij het Franse Vreemdelingenlegioen in de Citadelle de Lille. Ik diende zeven jaar. Daarna zwierf ik de hele wereld over. Terug in Frankrijk ontmoette ik mijn ex, een Zwitserse. In 2012 ging ik met haar naar Zwitserland. Daar werkte ik voor Nestlé en Philip Morris. Tien jaar geleden werd ons zoontje Gabriël geboren. Maar door de coronapandemie verloor ik mijn werk. Ik kon de huur niet meer betalen en vertrok in een busje, waarmee ik twee jaar door Europa reisde. In Italië verloor ik mijn ID-card. Daarom besloot ik na 22 jaar naar Nederland terug te keren. Maar een nieuwe ID regelen lukte niet zomaar. Niemand geloofde dat ik een Nederlander ben, omdat ik beter Frans dan Nederlands spreek. Ik sliep vier maanden in een tentje in de Scheveningse Bosjes, met mijn hond Maika. Daar vonden Gijs en Kurt mij. Kurt sprak Frans, dat schiep een band. Hij geloofde in mij en bood me een baan plus onderdak aan. Maika mocht mee. Ik ben Kurt verschrikkelijk dankbaar. Ik bezit zelfs weer een ID-kaart. Nu ik mijn leven weer een beetje op de rit heb, hoop ik op hernieuwd contact met mijn zoontje. Ik heb hem anderhalf jaar niet gezien.”
“Iedereen was vóór Project D&W. En ik kende ze persoonlijk hè, die vier daklozen: een Nederlander, een Letlander en twee Litouwers. Ze wilden heel graag naar Den Bosch toe komen om het te proberen. Toch trok een van de Litouwers het uiteindelijk niet. Hij stopte met het werk. Ik bood hem aan in het huis te blijven en hem te helpen bij het vinden van een andere baan. Ik wilde niet dat hij weer op straat zou eindigen. Maar na anderhalve maand vertrok hij toch. Onze man uit Letland belandde op straat door ernstige privéproblemen, nadat hij een kindje was verloren. Hij is nu onze meest productieve bandenmonteur ooit, uitstekende moraal, echt een fijne collega. Ik noem zijn naam niet, hij hecht aan zijn privacy. Onze tweede Litouwer, Linas, werkt in ons bedrijfswagen-inbouwcentrum. Hij zal je zo zelf zijn verhaal vertellen. Linas is reuzehandig. Binnen vier maanden leerde hij zelfstandig werken, daar heeft een gemiddelde bedrijfswagen-interieurbouwer anderhalf jaar opleiding voor nodig. En ook Tom vertelt je straks zijn verhaal. Wij leiden hem op tot monteur bij Veloo, ons fietsenbedrijf. Alle drie moesten ze enorm wennen aan het werkritme van acht uur per dag. Dan zei ik ’s middags: ‘Ga lekker naar huis, slapen. Geen zorgen, je wordt doorbetaald.’ Ze vinden veel houvast bij elkaar, maar ook bij hun collega’s. En ze ontvangen een volwaardig salaris. Zo kunnen ze doorgroeien naar een zelfstandig bestaan, straks een eigen huis huren.”
“Vraag je naar mijn persoonlijk drijfveer voor dit alles, dan zeg ik: mijn herseninfarct. Ik had pech. Ruim vijf jaar geleden, mijn rechterzijde totaal verlamd. Tijdens negen maanden revalideren hielpen fantastische zorgmedewerkers mij er weer bovenop. Hoe fijn is het dat ik nu ook mensen, die pech in hun leven hebben ervaren, mag helpen er weer bovenop te komen. Mijn vrouw Yente is zeer betrokken bij wat ik doe. Samen investeerden wij in een landgoed in Limburg. Met onze twee kinderen richtten wij een stichting op, die daar natuurhuisjes gaat bouwen. Daarin willen wij daklozen onderbrengen. Zoals de 52-jarige Haagse Cor. Hij staat helemaal buiten de maatschappij omdat hij niet meer in staat is te werken. Cor is mijn grote vriend, hij leeft in een tentje met allemaal ratten om zich heen. Ik griezel van die beesten, maar voor Cor zijn het zijn enige maatjes. Wij hopen dat hij naar Limburg komt. Dan kan hij in zijn natuurhuisje lekker plaatjes draaien, buiten het gras maaien en als herder de schapen weiden. Wanneer ik straks een aantal daklozen, door alles en iedereen opgegeven, gelukkig kan maken met die natuurhuisjes, voel ik me de allergelukkigste mens ter wereld.”
“Mijn persoonlijke drijfveer is mijn herseninfarct vijf jaar geleden”Kurt Verhees, DGA Autobedrijf Van den Udenhout
Linas (34): “Kurt heeft mij mijn leven teruggegeven”
“Ik heb nooit ouders gehad, mijn oma in Litouwen voedde mij op. In 2007 kwam ik naar Nederland, in de hoop hier werk te vinden. Mijn zus woonde al jaren vlakbij Zwolle. Ik trok een poosje bij haar in. Ik ben best handig en werkte in de bouw voor een zonnepanelenbedrijf en bij iemand die hele dure auto’s poedercoatte. Toen raakte ik in de problemen, ik belandde in de gevangenis. Lang verhaal, maar het ligt nu achter mij. Mijn casemanager bereidde mij niet goed voor op mijn terugkeer in de maatschappij. Na afloop van mijn detentie kreeg ik wat contant geld in mijn handen gedrukt. Ik liep de poort uit en daar stond ik, op straat. Geen plek om te slapen, geen werk, helemaal niets. Dakloos! Man, ik vond het vreselijk! Ik kocht wat alcohol tegen de stress. Ik wilde mezelf verdoven bij het slapen op straat. Gelukkig werd ik na een week aangesproken door Gijs en ik leerde Kurt kennen. Kurt toonde vertrouwen in mij. Hij regelde deze baan in Den Bosch en een fijne plek om te wonen. Ik vind het een enorme uitdaging om bedrijfsauto’s in te richten en om dat zo goed en mooi mogelijk te doen. Ik wil graag bij Van den Udenhout blijven. Mijn zus is mij al komen opzoeken. Ik kijk nu uit naar een eigen plek, een huurhuis voor mezelf. Wie weet, misschien vind ik dan ook een leuke vrouw en word ik vader. Kurt is geweldig, hij heeft mij mijn leven teruggegeven.”