Sleutelen aan de motor van de toekomst

Carl Scholtemeijer: “Hans en ik hebben al snel na de oprichting de keuze gemaakt om alleen aan maritieme en industriële motoren van meer dan zeshonderd pk te werken. Bij kleinere motoren vervang je hooguit een turbo, cilinderkop of verstuiver. Wij hebben tientallen superjachten in ons klantenbestand, maar ook offshore werkschepen en schepen van buitenlandse marines. Daarnaast reviseren we bedrijfswagens onder de vlag van Bosch Dieselcenter van Bosch Car Service. Scheepsmotoren hebben op een gegeven moment onderhoud nodig en komen daarvoor niet naar Nederland. Onze mensen reizen daarom veel naar de klanten toe. Door corona is dat alleen niet meer zomaar gedaan. Het kost een hoop extra papierwerk en omzet. Maar gelukkig is het werk zelf er niet minder om geworden. De rijken der aarde varen gewoon door, net zoals mari¬nes en de offshore-industrie.”

Elektrische bedrijfswagens

“Bij bedrijfswagens merken we dat de elektrificatie snel gaat. Het mooie is dat hiervoor bestelwagens worden gebruikt die met een verbrandingsmotor van de fabrieksband rollen. Die motoren worden vervolgens vervangen door een elektrische versie en zijn dan tegen een goede prijs te koop. In de scheepvaart verloopt de elektrificatie langzamer, ik twijfel er niet aan dat we schoon gaan varen. We zitten dan ook niet stil. In Engeland werkt een relatie van ons aan de ont-wikkeling van een scheepsmotor op waterstof (95 procent) en diesel (vijf procent). Ik verwacht dat de eerste versie later dit jaar in praktijk getest gaat worden. Zelf testen wij met waterstoftoevoeging bij onze motoren op onze proefstand.”

Duurzame waterstofproductie

“De ontwikkeling van de waterstofmotor is overigens niet de grootste uitdaging. Dé opgave is om voldoende waterstof te maken op een duurzame manier. Nu gebeurt dat nog merendeels met grijze energie. Als dit op een groene manier kan, dan zijn wij er klaar voor. We kunnen ook synthetische brandstoffen maken op basis van waterstof. De hightech waarmee we steeds meer te maken krijgen, heeft wel een keerzijde: kon een monteur vroeger met een schroevendraaier en steeksleutel al een tijde¬lijke reparatie uitvoeren, tegenwoordig moet je minimaal MTS of HTS hebben. Die mensen kiezen echter vaak voor iets anders. Daarom leiden wij zelf op, dat moet in de toekomst zijn vruchten afwerpen.”

Van VIV naar BOVAG

Carl Scholtemeijer: “Jarenlang zijn we lid geweest van de branchevereniging VIV  (Vereniging voor Importeurs van Verbrandings¬motoren, red.). Maar onlangs hebben wij, en alle andere VIV-leden, besloten om VIV op te heffen en ons per 1 januari 2022 aan te sluiten bij de BOVAG-¬afdeling Energiesystemen & Revisie. 
Als lid van een klankbordgroep, die deze overgang vooraf heeft onderzocht, vielen mij een paar zaken op. Ten eerste dat de verbrandingsmotor nog een lange tijd heeft te gaan. Zeker in de maritieme sector, ondanks de wens om te vergroenen. De vervuilende uitstoot daalt wel, maar alternatieven zijn er nog niet. Elektrisch varen staat nog in de kinderschoenen. Aan de andere kant komt er steeds meer druk vanuit de overheid om te verduurzamen. We hebben daarom een sterke lobby nodig in Den Haag en die heeft BOVAG. Daarnaast kunnen we gebruikmaken van de kennis binnen BOVAG, bijvoorbeeld op het gebied van de ontwikkeling van synthetische brandstoffen.”