Welke rol speelt dat eerlijkheidsargument in samenwerkingen?
“Dat ben ik gaan onderzoeken. Stel, er zijn drie mensen die zes euro te verdelen hebben. Dan zullen twee mensen elk met drie euro naar huis gaan en de derde met lege handen. Die twee zeggen: meeste stemmen gelden, jammer voor nummer drie. Dat klinkt misschien extreem maar het is niet raar. Denk aan kabinetsformaties: niet alle partijen gaan regeren. In een bedrijfsfusie gaan twee bedrijven samen, andere niet. De coalitiegenoten handelen uit eigenbelang. Dat verandert wanneer je het moeilijk maakt om tot een eerlijke verdeling te komen. Stel, drie mensen hebben negen ondeelbare dingen te verdelen, zeg diamanten. Als eigenbelang het enige is dat telt, dan zullen twee mensen een coalitie vormen, zodat de een vier en de ander vijf diamanten opstrijkt. Maar je voelt wel: daar komen ze niet uit. De onderhandelingen duren ontzettend lang, en uiteindelijk delen ze de buit door drieën. Dus is eigenbelang niet het enige dat telt: er is een eerlijke verdeling nodig tussen de partijen om tot overeenstemming te komen. Om tot zo’n eerlijke verdeling te komen, worden mensen heel creatief in het deelbaar maken van wat ondeelbaar is.”