De pagina wordt geladen...
Een bestelbus vertoont kort na de aankoop problemen. De klant stapt naar de Geschillencommissie, omdat zij de ruim tweeduizend euro reparatiekosten vergoed wil hebben. Volgens de ondernemer is de klant geen particuliere, maar een zakelijke klant en dan mag de commissie niet oordelen. Hoe loopt dit af?
Een BOVAG-ondernemer verkoopt een gebruikte Hyundai-bestelbus. Kort na de aankoop vertoont het voertuig mankementen aan onder andere dynamo, riem, remblokken en -schijven. Een aantal urgente reparaties wordt gelijk uitgevoerd. De klant wil vervolgens dat de ondernemer de reparatiekosten vergoedt en nog openstaande punten oplost. Het gaat om een bedrag van ruim tweeduizend euro. De ondernemer wil alleen de btw van de reparaties terugbetalen. De klant dient een klacht in bij de Geschillencommissie.
De klant ziet zichzelf als een consument en vindt daarom dat de reparaties onder de garantie vallen. Om te bewijzen dat zij een particuliere klant is, voert zij het argument op dat de aankoopfactuur op de privénaam staat. De bestelbus wordt hoofdzakelijk privé gebruikt voor het vervoeren van hooi en stro voor paarden. Een paar keer per maand wordt de auto zakelijk gebruikt om kasten mee te vervoeren. Daarvoor is een leasecontract afgesloten. De aankoop- en reparatiefactuur en het tenaamstellingsbewijs zijn gericht aan de klant als privépersoon, en staan niet op naam van het bedrijf.
Volgens het autobedrijf was het de onderneming van de klant die de bedrijfsbus kocht. Op het leasecontract staat namelijk de naam van de onderneming bij kredietnemer en koper. Dat is logisch, omdat de kenmerken van de bus bestemd zijn voor bedrijfsmatige doeleinden en niet zozeer voor particulier gebruik. Het voertuig heeft dan ook een grijs kenteken, dat is bedoeld voor ondernemers en dat hen fiscale voordelen biedt. Daarbij komt dat volgens het leasecontract de kredietgever eigenaar is van bedrijfsbus en die heeft geen klacht ingediend. De ondernemer vraagt de Geschillencommissie om zich onbevoegd te verklaren om over het geschil te oordelen, omdat het een zakelijke koopovereenkomst is.
De Geschillencommissie Voertuigen neemt de documenten door. Zij stelt vast dat de aankoopfactuur inderdaad de naam en adres van de consument bevat. Het leasecontract vermeldt echter de consument, ‘handelende onder de naam van de onderneming’. Dit laat zien dat de klant zakelijk optreedt namens haar bedrijf. De bus wordt deels voor de onderneming gebruikt. Dat voor de wegenbelasting een grijs kenteken-regeling wordt gebruikt, weegt mee in de beoordeling of er sprake is van zakelijk gebruik. De commissie concludeert dat dit niet ‘puur’ een consumentenkoop is.