De pagina wordt geladen...
Een consument koopt een tweedehands Nissan Qashqai. Hij klopt na een maand aan bij zijn autobedrijf. Er is volgens hem iets mis met de auto, die stuurt namelijk niet goed. De vraag is of dit klopt, of dat dit bij de auto hoort. De Geschillencommissie Voertuigen doet een uitspraak.
De consument rijdt een maand in zijn Nissan Qashqai uit 2014 als hij bij zijn autobedrijf klaagt over dat de auto slecht stuurt. Na het nemen van een bocht zou het stuur niet helemaal vanzelf terugdraaien naar het nulpunt. De ondernemer vervangt verschillende onderdelen, zoals veerpootlagers, stuurbekrachtiging en stuurhuis, maar dit helpt helaas niet. De consument stelt voor de auto na te laten kijken bij een merkdealer, waarbij de kosten worden betaald door degene die ongelijk heeft in deze kwestie. Daar gaat de ondernemer niet in mee. Beide partijen komen er niet uit en de consument stapt naar de Geschillencommissie Voertuigen.
De ondernemer heeft op vele vlakken geprobeerd de klant van dienst te zijn en heeft alle onderdelen vervangen die de consument als mogelijke oorzaak zag. Hij heeft de consument in een identieke auto laten rijden, waarin hetzelfde stuurgedrag is waargenomen, maar in andere mate. De ondernemer heeft zelf onderzoek gedaan en concludeert dat het verschijnsel wat de consument voelt in het stuur een producteigenschap is. Hij kan dit dus niet uit de auto halen.
De Geschillencommissie Voertuigen schakelt een deskundige in, die een proefrit met de auto maakt. Het klopt volgens hem niet dat het stuur niet goed terugkomt na een bocht. Wel is het stuur licht te verdraaien, waarbij de gekozen stand behouden blijft. Dit is een kenmerk van het type stuurinrichting, dat de bestuurder kan ervaren als onrustig. De auto heeft een goede rechtuitstabiliteit, en trekt niet naar links of rechts. Na afloop is er een proefrit gemaakt met een vergelijkbare auto én met een identieke auto die dezelfde achterasconstructie heeft als die van de consument. Maar ook deze voertuigen vertonen hetzelfde rijgedrag. De auto van de consument is vervolgens gecontroleerd op de hefbrug. Er is geen sprake van vervorming aan de carrosserie door schade en er zijn geen opvallende zaken in de onderhoudshistorie te vinden. De Geschillencommissie concludeert dat alle drie de auto’s nagenoeg hetzelfde stuur- en rijgedrag vertonen. Er is sprake van een producteigenschap, die hoort bij de constructie van de auto en die geen technisch gebrek aan het voertuig is.