Terug

Occasion-import moet eerlijker

Producten en Diensten
Leestijd: 7 min

Het ministerie van Financiën kondigde recent aanvullende maatregelen aan, maar helemaal fair is de import van gebruikte auto's nog steeds niet. Laat staan eenvoudig. Waar staan we nu?

BOVAG praat al jaren met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën over betere regulering van de BPM-bepaling bij import van gebruikte auto's. Met name misbruik van taxatierapporten is een doorn in het oog. Aanpakken blijkt lastig in de praktijk. Toch is er de afgelopen tijd al het nodige gebeurd.
Zo is begin vorig jaar het 'belastbaar feit' verschoven naar de registratie van het voertuig, in plaats van de tenaamstelling. Dit lijdt tot minder bezwaren tegen de eigen aangifte en minder procedures. En de belastingplichtige is veranderd van degene op wiens naam het voertuig staat, naar de importeur. Daardoor neemt het aantal belastingplichtigen af en kan de Belastingdienst dus eenvoudiger controleren. Voor autodealers heeft dit als voordeel dat bij een faillissement van de importeur de dealer niet langer aansprakelijk kan worden gehouden voor de te betalen BPM. 

OVI

Sinds vorig jaar plaatst de RDW het bruto BPM-bedrag dat op een voertuig is betaald in OVI (Online Voertuig Informatie). Op deze wijze kan de potentiële koper van het voertuig zien wanneer er weinig BPM betaald is en er dus mogelijk veel schade aan het voertuig is geweest.
Verder geeft de Belastingdienst sinds vorig jaar geen fiscaal akkoord meer bij een evident onjuiste BPM-aangifte. Eerst moet nu een naheffing betaald worden. Dit jaar is verduidelijkt wat voor de BPM onder een gebruikt voertuig mag worden verstaan: een voertuig dat tenminste 3.000 km heeft gereden. Dit is van belang omdat alleen bij gebruikte voertuigen BPM mag worden afgeschreven.
En schade mag nog maar voor 31 procent worden afgetrokken van de waarde van het voertuig in een taxatierapport. Dit was tot voor kort 72 procent.
De nieuwe maatregelen die de minister recent aankondigde, omvatten onder andere meer toezicht op aangiften op basis van taxatierapporten, met name bij jonge voertuigen met een groot BPM-belang. Dit zal worden onderzocht in een pilot waarbij een inspecteur ter plaatse is bij de RDW tijdens de inschrijving. Daarnaast zet de minister in op meer subjectgerichte handhaving door betere samenwerking tussen verschillende afdelingen van de Belastingdienst.
De wettelijke afschrijvingstabel die stamt uit 2012 zal per 1 juli worden gewijzigd en meer in overeenstemming worden gebracht met de huidige marktsituatie. 
Al met al lijkt het erop dat het ministerie en de Belastingdienst gehoor geven aan de jarenlange oproep van BOVAG om samen te werken aan een gelijk speelveld bij occasion-import. Maar het is volgens BOVAG nog niet voldoende.

Green lane

Zo is het jammer dat de ICT bij de Belastingdienst achterblijft, waardoor kansen blijven liggen. Dat betreft met name de introductie van de zogenoemde Green lane: ondernemers die het goed doen, worden volgens die aanpak gestimuleerd en beloond met een snelle toekenning van het kenteken, terwijl ondernemers die de randjes opzoeken gehinderd worden en langer moeten wachten op het kenteken. Hierin zou nadrukkelijk worden samengewerkt met de RDW. Omdat de ICT van de Belastingdienst nog niet op orde is, is deze extra controle op zijn vroegst mogelijk in 2027. 

Koerslijsten

Verder ziet BOVAG graag dat de Belastingdienst nauwer gaat samenwerken met de diverse koerslijsten. Koerslijsten geven al jaren aan dat zij bereid zijn de overheid digitaal te ondersteunen. De belastingplichtige zou via een koerslijst digitaal aangifte kunnen doen, waarbij het aangifteformulier en de schadeforfaits in de koerslijst zijn opgenomen. Het is technisch zelfs mogelijk om een signaal te geven als iemand voortdurend wijzigingen aanbrengt in de aangifte om zo de goedkoopste optie te verkrijgen. 
Het ministerie van Financiën heeft het NIVRE  al eens onderzoek laten doen naar gestandaardiseerde aftrek, oftewel forfaits, voor veel voorkomende schades. Deze forfaits zouden in de koerslijsten opgenomen kunnen worden. Er is in die gevallen dan geen taxatierapport meer nodig.
Op 28 juni is er een commissiedebat autobelastingen waarin deze voorstellen van de minister worden besproken.

Wat zijn nu de problemen rond occasionimport?

De regels rond het bepalen van de BPM op geïmporteerde occasions zijn te complex, met grote impact op de capaciteit van de Belastingdienst, en veel juridische proce¬dures tot gevolg. Daar komt bij dat voor sommige bedrijven die op ‘no cure, no pay’-basis importbedrijven juridisch bijstaan, de proceskostenvergoeding een verdienmodel is. Dat is onwenselijk. Dit lijkt overigens aangepakt te gaan worden. Ook daartoe heeft de minister maatregelen aangekondigd. Bovendien bieden de regels nu te veel ruimte voor gesjoemel. Met als doel een (te) lage BPM te laten bepalen. Dat betekent: oneerlijke concurrentie.
 

Dit artikel is verschenen in de BOVAGkrant 2023-04.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie is beschikbaar in onze Privacy- en cookieverklaring