De pagina wordt geladen...
Een consument beschuldigt zijn dealer ervan dat hij zijn auto heeft beschadigd tijdens de reparatie. Het vervangen onderdeel van de auto is weg en er is dus geen bewijsmateriaal. Kan de ondernemer aansprakelijk gesteld worden voor de schade? De Geschillencommissie oordeelt in deze zaak.
Een consument geeft opdracht aan zijn autobedrijf om een koelvloeistoflekkage op te lossen. Het systeem van de auto wordt ontlucht. Een dag later gaat hij opnieuw naar de garage, want het probleem blijft zich voordoen. De ondernemer concludeert dat de koppakking lek is en moet worden vervangen. De kosten bedragen ongeveer € 2.000,—. Een week later krijgt de consument te horen dat het probleem groter is dan voorzien. Het schroefdraad van het onderblok van de motor is doorgedraaid en het kost ruim € 7.500,— om een ruilmotor te plaatsen. De consument laat zijn auto weghalen en elders herstellen voor een lager bedrag. De ondernemer krijgt niet de kans om de auto verder te repareren. De consument heeft met tegenzin de € 2.000,— betaald en wil een vergoeding voor de schade die volgens hem komt door een verkeerd uitgevoerde reparatie. Hij stapt naar de Geschillencommissie Voertuigen om het bedrag terug te krijgen.
De deskundige kan geen fysiek onderzoek doen, omdat de consument het vervangen onderblok niet meer heeft. Hij neemt contact op met beide partijen. De ondernemer vertelt hem dat hij als diagnose voor het koelvloeistofverlies heeft gesteld dat de cilinderkoppakking vervangen moest worden. Bij de montage van de nieuwe cilinderkop draait een bout door. Het blijkt dat het schroefdraad van het onderblok is beschadigd. Het autobedrijf schakelt een specialistisch bedrijf in om dit te herstellen. Aan de andere schroefdraadgaten is niets afwijkends te zien. Toen de cilinderkop voor de tweede maal werd gemonteerd, draaide opnieuw een bout door. De conclusie van het gespecialiseerde bedrijf is dat het materiaal van het onderblok is verzwakt en dat montage van de cilinderkop niet mogelijk is. Het advies om een ruilmotor te monteren, is de goedkoopste optie. Volgens de consument heeft de autobedrijf de auto beschadigd bij de reparatie.
De Geschillencommissie buigt zich over het rapport van de deskundige. Daarin plaatst hij enige vraagtekens bij het moment waarop de ondernemer de diagnose deed dat het onderblok moest worden vervangen. Waarom bleek pas bij de tweede montage van de cilinderkop dat de schroefdraadgaten zo slecht waren dat vervanging nodig was? De ondernemer kon goed beargumenteerd aan de deskundige uitleggen welke stappen zijn genomen. De consument heeft daar niet meer op gereageerd. De commissie volgt het standpunt van de ondernemer. De slotsom is dat de consument er niet in is geslaagd om aan te tonen dat de ondernemer tekort is geschoten bij de reparatie en dat deze dus niet schadeplichtig is.
De klacht van de consument is ongegrond. De ondernemer hoeft het bedrag van bijna € 2.000,— niet te betalen aan zijn klant.