De pagina wordt geladen...
Een consument maakt een lange reis door Europa met een gehuurde camper. Door een lekkage breekt hij zijn vakantie eerder af. Hij wil € 2.500,– schadevergoeding van het verhuurbedrijf. De Geschillencommissie Voertuigverhuur buigt zich over de vraag of hij dit bedrag mag eisen.
De consument huurt voor ruim vier maanden een camper om een rondreis mee te maken. Drie weken voordat hij teruggaat naar huis ontstaat er een lekkage, waardoor de camper blank komt te staan. Het verhuurbedrijf is op dat moment gesloten vanwege vakantie. De ondernemer is niet te bereiken, ook niet via het telefoonnummer voor noodgevallen. Om verdere schade te voorkomen laat de consument al het water uit de camper en de boiler lopen, waardoor hij geen stromend water of verwarming meer heeft. Hij koopt een elektrische kachel voor de warmte. Hij durft de camper niet ter plekke te laten repareren zonder afstemming met de verhuurder, omdat dit volgens de algemene voorwaarden niet mag en kosten dan niet worden vergoed. De consument past zijn reisplannen aan en gaat naar huis. De consument vindt dat de camper niet heeft voldaan aan zijn verwachtingen. Hij vindt dat hij recht heeft op compensatie van de materiële, maar ook van de immateriele schade. Hij heeft namelijk zijn vakantie moeten verkorten, had geen water of verwarming en miste ‘huurgenot’ doordat hij een niet-deugdelijke camper had. Hij begroot de schade in op een kwart van de huursom, en eist € 2.500,– van de ondernemer.
Als de ondernemer de consument spreekt, biedt hij zijn welgemeende excuses aan. Hij biedt de optie aan om alsnog een garage op te zoeken en te kijken of het euvel ter plekke gerepareerd kan worden. De consument is echter al op weg naar huis. In overleg spreken ze af de reparatie bij terugkomst door de ondernemer uit te laten voeren. De ondernemer biedt na de klacht alsnog aan om een deel te vergoeden, maar de consument aanvaardt dat aanbod niet.
De Geschillencommissie Voertuigverhuur stelt dat de camper in de laatste drie weken van de huurperiode een gebrek vertoonde, die het huurgenot heeft beperkt. De commissie berekent op basis van het totale huurbedrag van de camper een huurprijs per dag. Dit bedrag van € 70,– vermenigvuldigt zij met de periode waarin het probleem zich heeft voorgedaan. De commissie komt uit op een bedrag van € 1.500,–. Dit is de compensatie waar de consument volgens de Geschillencommissie recht op heeft. Dat de consument schade heeft geleden die groter van omvang is dan dit bedrag, kan de consument niet aantonen.
De ondernemer moet de consument een vergoeding van €1.500,– betalen, als compensatie voor de geleden schade.