De zaak
De consument huurt voor ruim vier maanden een camper om een rondreis mee te maken. Drie weken voordat hij teruggaat naar huis ontstaat er een lekkage, waardoor de camper blank komt te staan. Het verhuurbedrijf is op dat moment gesloten vanwege vakantie. De ondernemer is niet te bereiken, ook niet via het telefoonnummer voor noodgevallen. Om verdere schade te voorkomen laat de consument al het water uit de camper en de boiler lopen, waardoor hij geen stromend water of verwarming meer heeft. Hij koopt een elektrische kachel voor de warmte. Hij durft de camper niet ter plekke te laten repareren zonder afstemming met de verhuurder, omdat dit volgens de algemene voorwaarden niet mag en kosten dan niet worden vergoed. De consument past zijn reisplannen aan en gaat naar huis. De consument vindt dat de camper niet heeft voldaan aan zijn verwachtingen. Hij vindt dat hij recht heeft op compensatie van de materiĆ«le, maar ook van de immateriele schade. Hij heeft namelijk zijn vakantie moeten verkorten, had geen water of verwarming en miste ‘huurgenot’ doordat hij een niet-deugdelijke camper had. Hij begroot de schade in op een kwart van de huursom, en eist € 2.500,– van de ondernemer.