“Van de hulpregelingen maak ik geen gebruik, want ik kan het omzetverlies gelukkig nog opvangen. Op het pand na is alles hier betaald. Als ik dan verhalen hoor van bedrijven die al 25 jaar bezig zijn en van wie hun voorraad van de bank is, dan frons ik mijn wenkbrauwen. Geef je dan als ondernemer geen geld uit aan de verkeerde dingen? Voor mij is groei geen doel op zich. Ik voel me prettig bij deze situatie, ik hoef niet drie vestigingen te hebben. Ik ben tevreden zoals het is.”
Toekomst van de universelen
“Over de toekomst ben ik optimistisch en pessimistisch tegelijk. Twintig jaar geleden werd het einde van de universelen al aangekondigd, maar we zijn nog springlevend. We moeten ons wel blijven ontwikkelen op het gebied van connected cars en EV. Dat betekent investeren in opleiding, apparatuur, in Pass-Thru (directe toegang tot data van fabrikant, red.). Wij doen bijna alles zelf: storingen zoeken, versnellingsbakken eruit. Noem het en we lossen het bijna allemaal zelf op. Dat houdt wel in dat we soms leergeld betalen, maar dat zie ik als een investering.”
“Data-toegang wordt een uitdaging. Steeds meer autofabrikanten kunnen op afstand auto’s uitlezen en dreigen ons daarmee buiten spel te kunnen zetten. Ik ben blij dat BOVAG zich al jaren inspant om de auto-data voor universele autobedrijven toegankelijk te houden. Als zij er niet waren hadden we nu geen on-board diagnose.”
“Dat elektrische en hybride auto’s veel minder onderhoud vergen, is ook ene bedreiging voor ons vak. Daarom houd ik meerdere ijzers in het vuur, met onder meer de camperverhuur en het onderhoud ervan. En we hebben bruggen in de werkplaats voor aanhangwagens en caravans. De kans dat we zeggen: nee, kunnen we niet, bestaat niet.”
Klanten binden anno 2020
“Zorgen dat klant bij je blijft, is veel moeilijker tegenwoordig. Dat is misschien wel de moeilijkste opgave. Een klant heeft weinig binding meer, al valt dat hier in dorp nog mee. Als ik geen loyale klanten had, dan had ik hier niet gezeten. En toch, het wordt minder. Iemand van 70 is loyaler dan iemand van 35. Dat is de maatschappij; jongere generaties zijn prijsbewuster, pluizen alles zelf uit. Die vragen je niet om een auto voor ze te zoeken. Die komen langs en weten precies wat ze willen. Dit nieuwe type klant komt bij je vanwege het vertrouwen dat hij in je heeft, de wetenschap dat hij de auto bij jou kan kopen en terecht kan voor garantie.”
“Mijn manier om deze klanten te helpen? Eerlijkheid en vertrouwen. Als je niet eerlijk bent, prikken ze door je heen. Daar ben ik van overtuigd. Laatste had ik een klant aan wie ik vorig jaar een auto had verkocht. De waterpomp was eruit gelopen met als gevolg een kapotte distributie en een stel kromme kleppen in de cilinderkop, die moest vervangen worden. Een prijzige ingreep voor de klant, want de auto was net drie maanden uit de garantie… Wat zeg je dan? Sorry, pech? Nee, we hebben de kosten gedeeld. Dan moet er geld bij, maar dat is dan niet anders. Dat is mijn gevoel. Zo móet ik het doen, want voor mij geldt: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat een ander niet!”