Cruisecontrol blijkt niet origineel

Een consument koopt een Volkswagen met adaptieve cruisecontrol. Dit zou een origineel Volkswagen-product moeten zijn. Een jaar later blijkt via de dealer dat dit niet klopt. De consument wil een deel van zijn geld terug. Wat zegt de Geschillencommissie Voer­tuigen hierover?

DE ZAAK

Een consument koopt bij een autobedrijf een Volkswagen waarin adaptieve cruise­control wordt gebouwd. In een e-mail legt de ondernemer vast dat dit het originele product van Volkswagen is. Na de aankoop krijgt de consument last van aanhoudende foutmeldingen. Hij laat door een ander bedrijf de cruisecontrol terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Een jaar later hoort de klant via een dealerbedrijf dat Volkswagen Duitsland de cruise­control als niet origineel bestempelt. De consument wil van het bedrijf waar hij de auto heeft gekocht zo’n € 950,– terug: € 600,– voor de cruisecontrol en € 350,– voor het terugzetten van de fabrieksinstellingen dat hij bij het andere bedrijf heeft laten uitvoeren.

De ondernemer

De ondernemer is het niet eens met de eis van de consument en wil de genoemde kosten niet vergoeden. Hij stelt dat de consument de cruisecontrol zonder overleg en zonder tussenkomst van de ondernemer elders heeft laten herstellen. Volgens de ondernemer had de consument hem de kans moeten geven om het probleem zelf op te lossen.

De uitspraak

Volgens de Geschillencommissie Voertuigen heeft de ondernemer onvoldoende weersproken dat er geen originele adaptieve cruisecontrol is ingebouwd. Daardoor heeft de ondernemer volgens Geschillencommissie de consument een verkeerde voorstelling van zaken gegeven toen hij de auto kocht. De Geschillencommissie noemt dit een wilsgebrek. Dit houdt in dat iemand een overeenkomst aangaat op basis van onjuiste of misleidende informatie. In dit geval ging de consument ervan uit dat de cruisecontrol een origineel Volkswagen-product was, zoals door de ondernemer werd aangegeven, terwijl dit niet het geval bleek te zijn. Omdat er sprake is van een wilsgebrek, valt de klacht van de consument niet onder de (wettelijke) garantie. De Geschillencommissie oordeelt dat de consument de ondernemer hierdoor niet de gelegenheid hoefde te geven om de reparatie uit te voeren. De ondernemer moet de schade vergoeden die de consument heeft geleden. Dat zijn de kosten die de consument heeft moeten maken om de adaptieve cruisecontrol terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. De ondernemer hoeft echter niet het hele bedrag van de cruisecontrol te vergoeden.

De conclusie

De klacht van de consument is gegrond. De ondernemer moet binnen tien dagen een bedrag van € 350,– betalen aan de consument. Daarbij komt nog € 100,– aan klachtengeld en behandelingskosten.

Dit artikel is ook verschenen in BOVAGkrant 01-2025. Bekijk hier meer uitspraken de Geschillencommissie.