De pagina wordt geladen...
Een consument strandt tijdens een reis in Frankrijk met zijn Mercedes-Benz. De oorzaak is een gebroken distributieketting. Volgens de consument had het autobedrijf moeten waarschuwen dat er sprake was van slijtage. De verkeerde motorolie zorgde bovendien voor de breuk. Is dat zo? De Geschillencommissie Voertuigen beoordeelt deze zaak.
Nadat de Mercedes-Benz stil is komen te staan, blijkt dat de motor zo beschadigd is dat deze vervangen moet worden. Het autobedrijf van de consument plaatst een gebruikte motor. De consument vindt dat het bedrijf aansprakelijk is voor de schade. Bij de grote onderhoudsbeurt had het autobedrijf volgens hem de slijtage aan de distributieketting moeten constateren en vervanging moeten adviseren. Daarnaast zou bij de beurt de verkeerde motorolie zijn gebruikt, waardoor de distributieketting defect is geraakt. De consument wil de kosten voor het vervangen van de motor, zo’n € 5.000,–, vergoed krijgen.
Volgens de ondernemer was de controle van de distributieketting geen onderdeel van de betreffende onderhoudsbeurt. Er was bovendien geen sprake van een vervangingsinterval voor de distributieketting. Er was ook geen indicatie dat de distributieketting gebrekkig was of aan vervanging toe. Daarnaast was de motorolie geschikt voor de auto. De ondernemer betwist dat de olie schade aan de distributieketting heeft veroorzaakt. Dit wordt onderbouwd door een deskundige die hij naderhand heeft geraadpleegd.
De Geschillencommissie Voertuigen zet een deskundige in, die de klacht aan de hand van foto’s, stukken en gesprekken beoordeelt. De deskundige concludeert dat er geen aanleiding was tot controle van de distributieketting. Daarnaast stelt hij vast dat een lagere viscositeit (dikte) van gebruikte motorolie geen aantoonbare gevolgen kan hebben voor de distributieketting. Tijdens de zitting, waarbij ondernemer en consument aanwezig zijn, doet de consument een verzoek om een eigen deskundige in te schakelen om het verband tussen de gebruikte motorolie en het breken van de distributieketting te onderzoeken. De Geschillencommissie geeft daarvoor de ruimte. Tijdens de volgende zitting heeft de commissie kennisgenomen van het verslag van deze tweede deskundige, die stelt dat de viscositeit van de motorolie ongeschikt was voor de auto, en dat er een verband kan zijn met het vastlopen van de motor.
Het is volgens de Geschillencommissie lastig te achterhalen wat precies de oorzaak van de motorschade is, omdat de motor niet meer beschikbaar is voor onderzoek. Bij gebrek aan dit onderdeel is de commissie aangewezen op de verklaringen van de deskundigen. Zij geven echter geen eenduidend antwoord. De commissie kan dus niet met voldoende zekerheid zeggen of er een verband is tussen de motorolie en de kapotte distributieketting.
De Geschillencommissie verklaart de klacht van de consument ongegrond. De ondernemer hoeft de kosten voor het vervangen van de motor niet te vergoeden.
Dit artikel is verschenen in BOVAGkrant 5-2025. Klik hier voor meer uitspraken van de Geschillencommissie.