De pagina wordt geladen...
Ondernemers krijgen binnenkort meer kredietruimte. De Wet opheffing verpandingsverboden is aangenomen door de Eerste Kamer, waardoor bedrijven hun uitstaande vorderingen als onderpand voor een lening mogen gaan gebruiken. Het verpandingsverbod zette een rem op de kredietverlening aan met name het mkb. De opheffing van het verbod opent extra financieringsmogelijkheden en creëert meer werkkapitaal. De geschatte extra kredietruimte voor Nederlandse ondernemingen bedraagt in totaal € 1 miljard.
Wanneer een ondernemer extra financiering nodig heeft, kan een kredietverstrekker zekerheid vragen in de vorm van onderpand. De ondernemer kan dan openstaande vorderingen op derden verpanden aan de kredietverstrekker. In de praktijk bleek dit echter vaak niet mogelijk, omdat veel overeenkomsten of algemene voorwaarden een zogenaamd verpandingsverbod bevatten. Dit verbod zorgde ervoor dat vorderingen niet of beperkt konden worden overgedragen of verpand, waardoor ondernemers minder mogelijkheden hadden om een financiering te krijgen.
De reden achter het verpandingsverbod was dat de schuldenaar niet geconfronteerd kon worden met een onbekende schuldeiser, zoals een kredietverstrekker. Dit beperkte echter de financieringsmogelijkheden van bedrijven, vooral in het mkb.
De wet heeft invloed op nieuwe overeenkomsten, maar ook op bepalingen in bestaande overeenkomsten. Drie maanden na de inwerkingtreding van de wet worden verpandingsverboden in lopende overeenkomsten automatisch ongeldig.
Als in de overeenkomsten en algemene voorwaarden die jouw onderneming gebruikt een verpandingsverbod is opgenomen, dan is het belangrijk om deze tijdig aan te passen. Ondernemers die deze verboden meestal opgelegd krijgen, kunnen hun afnemers erop wijzen dat deze binnen drie maanden na inwerkingtreding van de wet niet meer geldig zullen zijn.
De datum waarop de nieuwe wet ingaat is momenteel nog niet bekend.