Vragen over aankomende Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Nee, de medewerker moet zichzelf aanmelden.

Minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden voordat een medewerker uit dienst wil treden. Hierbij geldt als eis dat de medewerker binnen maximaal 3 jaar en minimaal 6 maanden de AOW-leeftijd bereikt.

Nee, de stichting RVU moet eerst na aanmelding door de medewerker schriftelijk goedkeuring hebben gegeven voor deelname aan de RVU. Pas daarna dient de medewerker zijn baan op te zeggen.

Uiterlijk 31 december 2025 is de laatste mogelijkheid voor een medewerker zich aan te melden voor deelname. De laatste RVU-uitkering mag namelijk niet later plaatsvinden dan december 2028. Het is nog niet bekend of de regeling na deze periode wordt voortgezet.

Ja dat kan, maar dan zal de RVU-uitkering naar rato worden berekend van het deeltijdpercentage.

Ja dat kan. De RVU-uitkering wordt dan naar rato berekend op basis van het loon (Voorbeeld: Variant 80/90/100%: telt als parttimer 90%).

Ja, de medewerker moet volledig stoppen met de huidige dienstbetrekking en ook tijdens de RVU-uitkeringsperiode niet meer beginnen met betaald werk (zowel in loondienst of als zelfstandige).

Als een medewerker volledig arbeidsongeschikt is kan er niet worden deelgenomen aan de RVU. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan dit wel. De hoogte van de uitkering is dan naar rato van de mate van arbeidsgeschiktheid. Wel wordt aanbevolen om vooraf advies in te winnen bij een (financieel) adviseur om te bespreken of dit passend is in dit individuele geval.

De stichting RVU beslist in principe binnen twee weken of de aanvraag tot deelname wordt goedgekeurd. De medewerker ontvangt dan een schriftelijke bevestiging van een voorwaardelijke toekenning van de RVU-uitkering. Het enige wat de medewerker dan nog moet doen is binnen zes weken de schriftelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst en de bevestiging hiervan van de werkgever aan de Stichting RVU doorgeven. Daarna wordt de voorwaardelijke toekenning omgezet in een definitieve toekenning.

Na definitieve toekenning van de RVU-uitkering wordt de RVU-uitkering uitbetaald in de eerste maand na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit wordt rechtstreeks uitbetaald aan de medewerker.

Nadat de medewerker bericht heeft ontvangen dat de aanmelding tot deelname aan de RVU voorwaardelijk wordt toegekend, moet de arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken schriftelijk door de medewerker bij de werkgever worden opgezegd. De schriftelijke opzegging en de bevestiging van de opzegging door de werkgever moeten vervolgens door de medewerker aan de stichting RVU worden toegestuurd. Pas daarna kan de RVU-uitkering op de afgesproken datum starten.

Cao-partijen bevelen aan dat de medewerker de werkgever zelf informeert zodra deze de aanvraag voor een RVU-uitkering wil gaan doen. De stichting RVU zal de werkgever ook informeren zodra de medewerker een voorwaardelijke toekenning voor de RVU-uitkering heeft ontvangen. Dit wordt gedaan omdat afstemming tussen de stichting RVU en de werkgever noodzakelijk kan zijn vanwege een eventuele fiscale pseudo-eindheffing.

Cao-partijen hebben afgesproken om 5 jaar lang een extra heffing te doen op de premie Sociaal Fonds die alle bedrijven betalen om de regeling te financieren.

De uitvoering van de regeling en de betalingen vinden via een externe uitvoeringsorganisatie plaats. Dit betekent dat u geen administratieve handelingen meer hoeft uit te voeren.

Ja, er zit een limiet aan het aantal aanmeldingen. Is de limiet bereikt vóór 31 december 2022 dan zal tussentijds de regeling worden gesloten voor nieuwe aanmeldingen. Als er meteen vanaf de start veel aanmeldingen zijn, dan kan er besloten worden om de regeling tijdelijk te sluiten totdat er weer voldoende financiering is. Er zal dan een wachtlijst worden gemaakt op volgorde van binnenkomst. Er zal een indicatie worden gegeven over de te verwachten duur van de wachttijd. Dit heeft geen gevolgen voor de mensen die al een RVU-uitkering ontvangen.

Nee, de medewerker beslist zelf of hij/zij wil deelnemen aan de RVU Regeling. Dit is anders als de medewerker van de werkgever een aanvullende ontslagvergoeding ontvangt! (zie volgende vraag)

In dat geval moet de medewerker samen met de werkgever de aanvraag indienen. Beiden moeten aangeven dat zij instemmen met de aanvraag. Bovendien zal de stichting RVU een schriftelijke afspraak moeten maken met de medewerker en de werkgever over de fiscale gevolgen. De belastingdienst berekent namelijk een extra heffing als er sprake is van een aanvullende ontslagvergoeding bovenop de vergoeding vanuit de stichting RVU. Er zal schriftelijk moeten worden vastgelegd tussen de stichting RVU en de werkgever dat de extra heffing geen gevolgen heeft voor de stichting RVU.

Ja, dat is mogelijk. Voor de exacte berekeningen kan de medewerker terecht bij de pensioenconsulent van het pensioenfonds PMT. De service- en contactinformatie vindt u op: www.pmt.nl/deelnemer/contact/.

Nee, zodra men uit dienst gaat stopt de opbouw van pensioen.

Nee, als er gebruikmaakt wordt van de RVU-regeling is het niet mogelijk om een WW-uitkering aan te vragen. De medewerker zegt immers zelf de arbeidsovereenkomst op.

Nee, er wordt niet apart een bedrag voor vakantiebijslag uitgekeerd.

De RVU-uitkering stopt met ingang van de dag waarop de deelnemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. De RVU-uitkering stopt eerder als de deelnemer voor de AOW-datum overlijdt of weer gaat werken.

Dan wordt de RVU-uitkering gestopt. Als de deelnemer niet of te laat bij de stichting RVU heeft gemeld dat hij/zij weer werkt dan zullen onverschuldigd betaalde RVU-uitkeringen worden teruggevorderd.

Op de website www.mvtcao.nl vindt u het reglement RVU waarin de spelregels zijn beschreven. Medewerkers kunnen terecht bij de vakbonden voor meer informatie. Werkgevers kunnen met vragen terecht bij BOVAG Ledenadvies via 030 – 65 95 300 of ledenadvies@bovag.nl.