De pagina wordt geladen...
De voorlopige sociale premies voor de volks- en werknemersverzekeringen in 2025 zijn deze week bekend geworden. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde dezen in de begroting 2025 die op Prinsjesdag werd gepresenteerd.
Jaarlijks stelt de minister van SZW de premiepercentages vast. De definitieve premies worden op een later moment vastgesteld, doorgaans in oktober.
In het hoofdlijnenakkoord werd eerder al duidelijk dat de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) stijgt met 0,1 procent. Deze verhoging was voor 2026 opgenomen in het hoofdlijnenakkoord en is een jaar naar voren gehaald. De Awf-premies zijn gedifferentieerd om bedrijven te motiveren om werknemers in vaste dienst te nemen. Ook de premies voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) voor zowel de kleine als de grote werkgevers gaan omhoog.
Daarnaast zal ook de rekenpremie voor de Werkhervattingskas (Whk) omhooggaan. Deze stijgt van 1,22 procent naar 1,33 procent.
Een volledig overzicht van de voorlopige premies voor de sociale verzekeringen vind je in de tabel hieronder.
Bron: Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Rijksbegroting 2025
Ook het maximumpremieloon voor de premies werknemersverzekeringen is bekend. In 2025 is deze € 75.860,- op jaarbasis, in 2024 was dat € 71.628,-. Werkgevers hoeven over het meerdere dat een werknemer verdient, geen premies te betalen. Dit maximumbedrag geldt ook voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW).
Het gemiddelde premiepercentage voor de WGA stijgt in 2025 naar 0,83 procent en dat voor de Ziektewet naar 0,50 procent. Met deze premies financieren werkgevers de lasten voor de WGA en de Ziektewet.
Elke bij het UWV verzekerde werkgever wordt ingedeeld in één van de drie grootteklassen: kleine werkgevers, middelgrote werkgevers en/of grote werkgevers. De indeling is bepalend voor de wijze waarop de gedifferentieerde premie wordt berekend.
Voor de premievaststelling van het jaar wordt gekeken naar het gemiddelde premieplichtig loon. Deze is vastgesteld op € 39.600.
Het is mogelijk om maximaal vijftig procent van de WGA-totaalpremie te verhalen op het nettoloon van je werknemers. Als je de premie niet verhaalt, hoef je over de niet-verhaalde premie geen loonheffingen te betalen. Het premiedeel ZW-flex kun niet verhalen op jouw medewerkers.
Voor de premiecomponenten WGA en Ziektewet zijn sectorale premies voor het jaar 2025 vastgesteld:
Een overzichtelijke samenvatting Prinsjesdagplannen 2024 vind je hier. Daarin staat wat de plannen van het kabinet op verschillende thema’s betekenen.
Heb je vragen? Neem dan contact op met BOVAG Ledenadvies via 030-65 95 395 of via ledenadvies@bovag.nl.