De pagina wordt geladen...
Vakantie-uren kennen een wettelijke houdbaarheid. Als werkgever moet u uw personeel wijzen op het bestaan en de gevolgen van de vervaltermijn van vakantie-uren. Feitelijk moet u hen stimuleren tijdig de uren op te nemen. Heeft u dit goed geregeld zodat aankomende 1 juli succesvol de resterende wettelijke vakantiedagen uit 2021 weggestreept kunnen worden?
Vakantie heeft de belangrijke functie dat de medewerker even bij kan komen van het werk. Daarom worden er eisen gesteld aan het daadwerkelijk vervallen en verjaren van vakantiedagen.
De Nederlandse wet schrijft voor dat elke werknemer recht heeft op viermaal de wekelijkse arbeidsduur aan doorbetaalde vakantie. Dit wordt de wettelijke vakantie genoemd. Sinds 2012 staat in de Nederlandse wetgeving dat de wettelijke vakantie 6 maanden na het jaar waarin het is opgebouwd, vervalt. Dus de wettelijke uren van 2021 moeten voor 1 juli 2022 zijn opgenomen, anders mogen ze volgens het wetboek doorgestreept worden.
Vaak zijn er in cao’s nog extra vakantie-uren afgesproken. In alle cao’s die voor BOVAG-leden gelden, is dat het geval. Die extra vakantie-uren buiten de wettelijke vakantiedagen worden bovenwettelijk genoemd. Bovenwettelijke vakantie verjaart na 5 jaar.
Wettelijk verlof kent dus een automatisch vervaltermijn. In
is echter opnieuw bevestigd dat een werkgever een zorgplicht heeft om personeel goed te informeren over het bestaan van de vervaltermijn en de gevolgen hiervan. Laat u dit na? Dan vervallen de niet opgenomen uren helemaal niet. U moet de medewerker dan alsnog in staat stellen de uren op een later tijdstip op te nemen.
Bij goed werkgeverschap rondom vakantie-uren horen de volgende stappen:
Wilt u meer weten over de vervaltermijn van wettelijke vakantie? Kijk dan eens in
of neem contact op met BOVAG Ledenadvies via 030 – 65 95 300 of
.