De pagina wordt geladen...

BOVAG is blij dat de bijtelling voor volledig elektrische auto’s (EV’s) in 2026 niet ineens naar 22 procent gaat, maar stapsgewijs: 18 procent in 2026 over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde, 20 procent in 2027 en in 2028 volledige 22 procent. Dat is belangrijk voor de noodzakelijke ingroei van EV’s in het Nederlandse wagenpark en op termijn in de occasionmarkt. Het benodigde budget komt beschikbaar door de youngtimer-leaseregeling te versoberen.
De ingreep in de bijtelling is het gevolg van een aangenomen amendement op het Belastingplan, ingediend door ChristenUnie en D66. Deze ingreep kost de schatkist geld en dat hebben de ChristenUnie en D66 dus gevonden door het versoberen van de zogenoemde youngtimer-regeling. De huidige youngtimer-regeling geldt voor zakelijke auto’s van 15 jaar en ouder. Rijd je zo’n auto ook privé, dan betaal je 35 procent bijtelling over de actuele dagwaarde in plaats van 22 procent over de oorspronkelijke nieuwwaarde. Omdat die dagwaarde vaak laag is, kan een oudere auto fiscaal aantrekkelijk zijn om te leasen of zakelijk te rijden. Dat wordt dus nu versoberd en dat is vervelend voor veel mensen die een youngtimer rijden. Het goede nieuws is dat het geld van die regeling, die al enige tijd politiek onder vuur ligt, niet naar de algemene schatkist gaat, maar in elk geval behouden blijft voor de autosector.
Bijzondere fiscale regelingen en fossiele subsidies liggen al langere tijd onder vuur in de politiek. Veel politieke partijen willen er graag vanaf omdat ze vinden dat het belastingstelsel te ingewikkeld is geworden. Voorbeelden hiervan zijn het verdwijnen van de BPM-vrijstelling op bestelauto’s en het verdwijnen van speciale mrb-tarieven voor kampeerauto’s en oldtimers. Een ander politiek argument dat vaak wordt genoemd, is dat het fiscale voordeel voor deze oudere auto’s haaks staat op de milieu-ambities van de overheid. In ambtelijke rapporten over het versnellen van de ingroei van elektrische auto’s wordt dan ook al sinds jaar en dag voorgesteld om de youngtimer-regeling te versoberen of af te schaffen. In het rapport ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief’(2024) stelde het ministerie van Financiën bijvoorbeeld dat het gebruik van de youngtimer-regeling “een onbedoelde en onwenselijke prikkel geeft tot het gebruik van oudere motorrijtuigen, die veelal over minder efficiënte en vervuilendere motoren beschikken.” Met andere woorden: het was een kwestie van tijd dat die regeling aangepakt zou worden.
Hoe wordt die regeling nu versoberd? Vanaf 2026 moet een auto minimaal 16 jaar oud zijn om als youngtimer te tellen (in plaats van 15). Vanaf 2027 wordt de grens verhoogd naar liefst 25 jaar. Voor auto’s die wél onder de regeling blijven vallen, blijft de bijtelling 35 % over de ‘dagwaarde/waarde in het economisch verkeer’ .
In de praktijk betekent het dat veel auto’s die tot nu toe als youngtimer relatief goedkoop privé te rijden waren, straks veel duurder in de bijtelling worden — vaak even duur (fiscaal) als een gewone auto van de zaak die je privé gebruikt. Het is de verwachting dat veel ondernemers er daarom voor zullen kiezen om de auto over te hevelen naar privébezit en vanuit de zaak € 0,23 kilometerkostenvergoeding aan zichzelf uit te keren.
Het voorstel moet overigens formeel nog behandeld worden door de Eerste Kamer, maar Belastingplannen – waarvan deze versobering van de youngtimer-regeling onderdeel uitmaakt – worden in de praktijk eigenlijk nooit weggestemd. De Eerste Kamer heeft ook niet de mogelijkheid om het Belastingplan op punten aan te passen.