De pagina wordt geladen...
Hoewel de cao voor het motorvoertuigen- en tweewielerbedrijf zaken tussen werkgever en werknemer voorschrijft, blijven er mogelijkheden om ook zelf afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden. De grote voorwaarde voor elke wijziging in arbeidsvoorwaarden is dat uw personeel ermee instemt. Dit kan via een ondernemingsraad of een andere vorm van personeelsvertegenwoordiging. Neem bijvoorbeeld afspraken over vakantie en verlof.
U kunt ervoor kiezen om het bedrijf tussen 30 april en 1 oktober een aantal weken te sluiten en alle medewerkers vakantie te geven. Dat heet een collectieve aaneengesloten vakantie. De cao biedt daarvoor de mogelijkheid, mits u voor 1 januari de data vaststelt. Bedrijven met een wettelijk verplichte OR moeten hiervoor instemming krijgen van de OR. In andere gevallen moet alleen overleg plaatsvinden met de OR, PVT of werknemersdelegatie. Ook heeft u als werkgever de mogelijkheid om maximaal drie collectieve verlofdagen per jaar vast te stellen, bijvoorbeeld rond Pasen, Kerst of de jaarwisseling. U moet dat overleggen met de OR, personeelsvertegenwoordiging of medewerkersdelegatie.
De cao’s voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf, Tankstation en Wasbedrijven en het Carrosseriebedrijf bieden de mogelijkheid om collectieve verlofdagen en een collectieve aaneengesloten vakantie vast te stellen. Voor rijscholen is dit ook mogelijk. De regels die per cao gelden, leest u hieronder. Waar u op moet letten, leest u hierna.
Jaarlijks kunt u na overleg met de OR, personeelsvertegenwoordiging of werknemersdelegatie maximaal drie collectieve verlofdagen vaststellen waarop alle medewerkers vrij zijn. Deze dagen worden afgeschreven van het vakantiedagensaldo van het personeel. De cao schrijft voor dat deze dagen zo snel als mogelijk moeten worden vastgesteld.
U kunt ook een collectieve aaneengesloten vakantie vaststellen. Deze vakantie valt tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Wanneer vanwege het bedrijfsbelang een vakantie van 21 of meer kalenderdagen niet mogelijk is, dan mag de aaneengesloten vakantie ook 14 kalenderdagen zijn. Wilt u hiervan gebruikmaken? Dan moet de collectieve aaneengesloten vakantie vóór 1 januari zijn vastgesteld na overleg met de OR, personeelsvertegenwoordiging of werknemersdelegatie.
Voor 1 januari heeft de werkgever de mogelijkheid om vast te stellen wanneer een aaneengesloten vakantie collectief wordt gehouden. Hiervoor is wel overleg met het medezeggenschapsorgaan of de werknemersdelegatie vereist.
De aaneengesloten vakantie valt tussen 30 april en 1 oktober en duurt 14 of meer kalenderdagen, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet.
Jaarlijks kunt u na overleg met de OR, personeelsvertegenwoordiging of de werknemersdelegatie maximaal drie collectieve verlofdagen vaststellen waarop alle medewerkers vrij zijn. Deze dagen worden afgeschreven van het vakantiedagensaldo van het personeel. De cao schrijft voor dat deze dagen zo snel als mogelijk moeten worden vastgesteld.
Vóór 1 januari kunt u ook een collectieve aaneengesloten vakantie vaststellen na overleg met het medezeggenschapsorgaan of de werknemersdelegatie. Deze vakantie valt tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Het is mogelijk dat het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen. In dat geval duurt de vakantie ten minste 14 kalenderdagen.
Voor rijscholen geldt geen cao. Maar het is ook mogelijk om in de arbeidsovereenkomst of het personeelsreglement op te nemen dat de werkgever verplichte vrije dagen mag aanwijzen en hoeveel dagen dit er zullen zijn. Deze verplichte vrije dagen gaan van het vakantiedagensaldo van de medewerker af. Er is geen wettelijk maximum aan het aantal vrije dagen dat de werkgever verplicht mag opleggen.
Heeft u vragen over het vaststellen van verplichte vrije dagen? Neem dan contact op met BOVAG Ledenadvies via 030 – 65 95 300 of
.