De pagina wordt geladen...
Hartje zomer rijdt 2,7 procent van de Nederlanders nog altijd op winterbanden. Twee jaar geleden was dat nog 7,8 procent, een forse daling. Toch betekent het dat er nog steeds zo’n 260.000 auto’s rondrijden op ongeschikt rubber. Die afname hangt nauw samen met de opmars van de vierseizoenenband: inmiddels is bijna 39 procent van het wagenpark daarmee uitgerust. Een positieve ontwikkeling, want verkeerde banden vergroten het risico op ongevallen, zorgen voor extra slijtage en verbruiken meer brandstof.
In de eerste week van augustus inspecteerden BOVAG-controleurs 1.360 voertuigen op parkeerplaatsen in Utrecht, Duiven en ‘s-Hertogenbosch. Daaruit bleek dat 794 auto’s op zomerbanden reden, 529 op vierseizoenenbanden en 37 op winterbanden.
De vierseizoenenband wint gestaag aan terrein. Twee jaar geleden was 32 procent van de auto’s ermee uitgerust, inmiddels is dat opgelopen tot bijna 39 procent: meer dan 3,7 miljoen auto’s. Een logische keuze voor automobilisten met een laag of gemiddeld jaarkilometrage: vierseizoenenbanden combineren eigenschappen van zomer- en winterbanden en zijn bij de meeste A-merken gecertificeerd voor winterse omstandigheden. Voor automobilisten die veel rijden, blijft een aparte set zomer- en winterbanden de meest verstandige optie.
Winterbanden zijn gemaakt van zachter rubber, bedoeld voor koud en glad wegdek. Bij zomerse temperaturen zorgen ze voor een langere remweg, hogere rolweerstand en dus hoger brandstofverbruik, snellere slijtage en extra fijnstof- en geluidsproductie. De afname van het aantal winterbanden in de zomer is daarom goed nieuws voor zowel verkeersveiligheid als milieu.
Net als in voorgaande jaren troffen de controleurs opnieuw opvallende situaties aan. Opvallend positief: een groot deel van de vierseizoenenbanden was van gerenommeerde A-merken. Tegelijkertijd reden sommige auto’s op een mix van verschillende bandensoorten of -merken, bijvoorbeeld alleen voor of achter, of zelfs links en rechts verschillend na het vervangen van slechts één band. Daarnaast stuitten inspecteurs op banden met zichtbare droogtescheurtjes, een opvallend hoge leeftijd of ongelijke slijtage (cupping).
Deze voorbeelden onderstrepen dat banden voor veel automobilisten nog altijd een sluitpost zijn in het onderhoudsbudget. Zeker bij oudere, kleine auto’s die weinig kilometers maken en zelden de garage zien, wordt er vaak bespaard op vervanging. Juist omdat banden het enige contactpunt zijn tussen auto en wegdek en daarom cruciaal voor de veiligheid, verdienen ze meer aandacht.