De pagina wordt geladen...
Elke medewerker heeft recht op vakantiebijslag, beter bekend als vakantiegeld. Sommige sectoren (met name buiten onze branche) overwegen dit jaar om het vakantiegeld niet te betalen. Maar dat mag niet, zowel afstel of uitstel is niet mogelijk. De medewerker heeft recht op tijdige betaling van de vakantiebijslag. De uitbetaling van het vakantiegeld is in principe één keer per jaar en kent een uiterlijke datum. In de verschillende cao's zijn nog wel varianten hierop mogelijk.
De overheid vindt het belangrijk dat elke medewerker even helemaal los kan komen van het werk. Na een vakantie keert de medewerker vaak weer helemaal uitgerust terug en dat is goed voor zowel de medewerker als de werkgever. De medewerker is daarbij niet verplicht om het geld aan een vakantie te besteden. Hieronder de regels per cao die gelden voor het vakantiegeld.
De cao MvT bepaalt dat de vakantiebijslag op 30 juni uitbetaald moet worden. Dit kan door een betaling in één keer uiterlijk in juni. De cao staat er niet aan in de weg dat als een individuele medewerker ermee instemt, het ook periodiek kan bijvoorbeeld maandelijks.
Het gaat om 8 procent van wat er in de periode van 1 juli vorig jaar tot en met 30 juni dit jaar is verdiend. Daaronder valt het overeengekomen salaris, persoonlijke toeslagen en andere vaste emolumenten. Maar ook over overuren, meeruren en een prestatiebonus wordt vakantiebijslag betaald. Een onkostenvergoeding, een dertiende maand en een eenmalige uitkering vallen er niet onder. Meer informatie over wat er wel of niet onder het salaris valt staat in artikel 81 en artikel 43 cao MvT.
Voor verkopers geldt dat ook over de provisie vakantiebijslag wordt opgebouwd. De bijslag is beperkt tot een maximum van 8 procent van driemaal het wettelijk minimumloon per jaar
Let op dat er voor iedereen een minimumvakantiebijslag geldt. Hoe hoog dat is, staat in artikel 84 cao MvT. Van 1 februari 2021 tot 1 januari 2022 is dat € 178,07 per maand.
De cao T&W geeft aan dat de vakantietoeslag jaarlijks in de maand mei moet worden uitbetaald. Er kunnen andere afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld maandelijks uitbetalen. Artikel 31 lid 2 cao T&W geeft de spelregels hiervoor.
Qua hoogte gaat het om 8 procent van het bruto jaarsalaris inclusief overwerk. Daarbij wordt gekeken naar de periode van 1 mei van het voorgaande kalenderjaar tot en met 30 april van het lopende kalenderjaar.
De cao Carrosseriebedrijf zegt dat de vakantiebijslag op 30 juni uitbetaald moet worden. Dit kan door een betaling in één keer uiterlijk in juni. De cao staat er niet aan in de weg dat als een individuele medewerker ermee instemt, het ook periodiek kan bijvoorbeeld maandelijks.
Het gaat om 8 procent van wat er in de periode van 1 juli vorig jaar tot en met 30 juni dit jaar is verdiend. Daaronder valt het vast afgesproken bedrag (per maand of vier weken) en daarmee vergelijkbare vaste salarisonderdelen en prestatiebonus. In artikel 59 lid 1 cao Carr. staat precies welke onderdelen er niet onder vallen. Denk aan overwerk, een dertiende maand en een onkostenvergoeding.
Voor vertegenwoordigers geldt dat over provisie ook vakantiebijslag wordt opgebouwd. Wel kennen zij een maximum van 8 procent van driemaal het wettelijk minimumloon per jaar.
Let op dat er voor iedereen een minimumvakantiebijslag geldt. Hoe hoog dat is, staat in artikel 60 cao Carr. Per 1 maart 2021 is dat € 183,26 per maand.