De pagina wordt geladen...
Werkgevers met meer dan honderd man personeel zijn vanaf 1 januari 2023 verplicht om alle woon-werk en zakelijke kilometers van hun personeel te registreren. Een regeling waar veel onduidelijkheid over is en waar de Tweede Kamer veel vragen over heeft gesteld aan het kabinet. Zo is niet duidelijk wat dit gaat kosten voor het bedrijfsleven en kunnen bedrijven niet op tijd alles voor de registratie klaar hebben, omdat de regeling nog niet officieel is vastgesteld.
Kilometerregistratieplicht 100+ werkgevers mogelijk later ingevoerd
Het kabinet wilde per 1 januari 2023 de CO2-registratieplicht in werkgebonden personenmobiliteit (lees: al het zakelijke- en woon-werk verkeer) effectueren. Problemen bij de omzetting van de regelgeving in de praktijk nopen het departement nu wel latere invoering te overwegen. Die extra periode geeft ook de betrokken werkgevers meer lucht deze nieuwe regeling in de eigen administratie te verwerken.
BOVAG is content met de overweging van een latere invoering. Wij hebben een aantal kritische kanttekening bij de uitvoerbaarheid en de kosten gemaakt in de werkgroep waar BOVAG bij betrokken is. Wij zullen ons blijven hardmaken voor uitstel van deze regeling totdat er een eenvoudige werkbaarheid en haalbaarheid van de regeling is gewaarborgd.
De registratie is bedoeld als rapportage van de gebruikte brandstoffen en het aantal gereisde kilometers. Dit moet inzicht geven in de mogelijkheden tot reductie van CO2-uitstoot. Staatssecretaris Heijnen wil bedrijven hiermee aanmoedigen om een keuze te maken voor duurzame mobiliteit en milieuvriendelijk reizen. Enkele Kamerleden zetten vraagtekens bij deze registratie in combinatie met de plannen van de Tweede Kamer om al per 2024 van werkgevers te vragen om hun wagenpark emissievrij te maken.
De regeling voor het invoeren van de kilometerregistratie voor grote bedrijven moet op 1 januari 2023 ingaan terwijl deze nog niet is vastgesteld. Idealiter gaan bedrijven dit najaar aan de slag met het inrichten van processen hiervoor en het informeren van hun medewerkers. Dat kan niet, omdat nog niet alle eisen voor de registratie exact duidelijk zijn. Daar gaat een van de Kamervragen over.
Andere fractievragen gaan over de kosten van de regeling voor werkgevers. Die worden volgens de vragers onderschat. Zo moet de tijd die werknemers nodig hebben om hun kilometers te registreren, ook worden meegerekend. Daarnaast stellen zij dat de effectiviteit op de CO2-reductie wordt overschat doordat er in sommige regio’s nauwelijks alternatieven zijn voor de auto.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft drie tot zes weken de tijd om de vragen te beantwoorden. Ondertussen maken MKB-Nederland en VNO-NCW zich hard voor ‘een werkbare regeling, desnoods later dan gepland’.
Vijf fracties hebben hun
over deze regeling gebundeld.