De pagina wordt geladen...
ES-TRIN heeft de regels aangescherpt om te voorkomen dat ruilmotoren in schepen terecht komen. Ruilmotoren mogen na invoering van Stage V in 2019 niet meer gebruikt worden in de binnenvaart. Daarentegen mag binnen Stage V nog wel steeds een motor gereviseerd worden. De vraag is nu: waar eindigt een revisie en begint een ruilmotor? In de nieuwe richtlijnen van ES-TRIN wordt daar nu meer duidelijkheid over gegeven. In paragraaf 9.10 wordt uitgelegd waar u aan moet voldoen als u reparaties verricht aan motoren in schepen.
Zorg dat u bij werkzaamheden aan motoren in schepen deze richtlijn hanteert:
Artikel 9.10
Reparatie van motoren die reeds in gebruik zijn
1. Reparaties aan een motor zijn toegestaan, op voorwaarde dat:
a) deze reparaties in overeenstemming zijn met de typegoedkeuring en met de
motorparameters van de bestaande motor;
b) de identiteit van de gerepareerde motor traceerbaar is en het mogelijk is om vast te stellen
welke motor oorspronkelijk op de markt werd gebracht en aan boord van het schip werd
ingebouwd.
Indien de reparaties ertoe leiden dat de gehele motor wordt vervangen, gelden de eisen van
artikel 9.01, tweede lid. Met name als er aan de motor een ander identificatienummer wordt
toegekend, wordt de motor als een nieuw geïnstalleerde motor beschouwd.
2. Bij onderhoud of reparatie van een interne verbrandingsmotor waarbij onderdelen vervangen
worden, moet de persoon of het bedrijf dat de reparatie of het onderhoud uitvoert, een
onderhouds- of reparatierapport opstellen waarin de volgende gegevens vermeld moeten
worden:
a) de datum van de onderhoudswerkzaamheden of reparatie,
b) een beschrijving van de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden die verricht werden, met
inbegrip van een beschrijving van de toestand van de motor vóór de reparatie en de reden
van de reparatie,
c) de lijst van onderdelen die in de motor vervangen werden, met vermelding van de
specificaties van deze ingebouwde onderdelen waaruit volgt de motor nog in
overeenstemming is met de typegoedkeuring,
d) een bevestiging dat na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden nog steeds voldaan
wordt aan de instructies van de motorfabrikant en de motorparameters zoals bedoeld in
artikel 9.05, eerste lid,
e) voor zover van toepassing, de gegevens van het identificatieplaatje van de motor, vóór en
na de reparatie,
f) voor zover wenselijk, foto’s ter verduidelijking.
De volledige herziene richtlijn vindt u hier.
Neem voor vragen contact op met uw branchemanager Michel Voorwinde via michelvoorwinde@bovag.nl.