De pagina wordt geladen...
Met een nota van wijziging op het Belastingplan 2021 heeft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën helder gemaakt dat er geen sprake zal zijn van het heffen van btw over bpm. Belastingplichtige voor de bpm wordt bovendien de importeur c.q. degene die het voertuig inschrijft in plaats van de tenaamgestelde. Dat betekent dat dealers niet langer het bpm-risico dragen in geval van faillissement van hun importeur.
Nadat BOVAG aan de bel trok over de dreigende btw over bpm, op grond van passages in het nieuwe Belastingplan, stelde VVD-kamerlid Helma Lodders vragen aan de staatssecretaris. Deze heeft met de nota nu duidelijkheid verschaft. Verschuiving van de belastingplicht van tenaamgestelde naar importeur betekent bovendien dat een autodealer in geval van faillissement van de importeur niet alsnog een tweede keer bpm moet afdragen. Dat was eerder bijvoorbeeld wel het geval bij de faillissementen van Rover en Kroymans. Voor auto’s was al bpm afgedragen door dealers aan de importeur, maar voor uiteindelijke tenaamstelling eiste de Belastingdienst alsnog een afdracht, waardoor dealers dat bedrag destijds dus dubbel betaalden. Het aangiftetijdvak voor artikel 8-vergunninghouders wordt drie maanden. Deze nota van wijzing verandert niet dat het in de nieuwe situatie bij de import van gebruikte auto’s niet meer mogelijk is om bpm af te schrijven over de periode tussen inschrijving en tenaamstelling.
Han ten Broeke, algemeen voorzitter van BOVAG, nam
vorige week een vlog op met Helma Lodders over dit onderwerp
: “Het toont maar weer eens aan dat we soms meerdere wegen moeten bewandelen om ons punt duidelijk te maken. Niet alleen bij het kabinet, maar ook in de Kamer kloppen we aan. Ondanks dit succes zien we dat het huidige systeem van autobelastingen piept en kraakt en dat zou wat ons betreft volledig op de schop moeten. De overheid bemoeit zich teveel met de markt en creëert onduidelijkheid.”