De pagina wordt geladen...
Hoewel de vakbonden anders beweren, heeft BOVAG in de cao’s Motorvoertuigbedrijf en Tweewielerbedrijf (MvT) van de afgelopen jaren de inflatie ruim gecompenseerd voor medewerkers. De feiten op een rij.
Het is gebruikelijk dat de inflatie (uitgedrukt in CPI, ofwel consumentenprijsindex, ofwel de prijs van een mandje boodschappen) van een bepaald jaar in het jaar erna gecompenseerd wordt. De inflatie steeg in de periode 2020-2023 met 17,8 procent. Deze inflatie is in de periode 2021-2024 gecompenseerd met cao-verhogingen die optellen tot 18,8 procent. Dat is dus een koopkrachtverbetering van 1 procent ten opzichte van de inflatie in die periode. Waarbij we moeten aantekenen dat de CPI van 2022 (vastgesteld op 10 procent) eigenlijk verkeerd berekend is. Deze had ongeveer 8,6 procent moeten zijn. In 2024 is de CPI-berekening structureel aangepast, maar niet met terugwerkende kracht. De koopkrachtverbetering in de periode 2021-2024 is dus eigenlijk zelfs 2,4 procent. Daarbij is in deze periode ook 5 mei als vrije dag ingevoerd, zijn jeugdlonen verhoogd en zijn diverse kwaliteitsafspraken gemaakt. Daar bovenop zijn ook de feitelijke lonen in deze periode gestegen, bovenop de cao-lonen dus. Dat deden de werkgevers op eigen initiatief.
De branche (BOVAG en werkgevers) heeft dus ruimschoots voor koopkrachtverbetering gezorgd in deze periode. In de lopende onderhandelingen heeft BOVAG aangegeven de CPI van 2024 (3,3 procent) volledig te willen compenseren, zodat niemand er op achteruit gaat. BOVAG geeft dus wel degelijk thuis. Daarom roept BOVAG de vakbonden op om het eerlijke verhaal over werkgevers te vertellen.