De pagina wordt geladen...
Het gisteren door wethouder Dijksma aangekondigde plan om vanaf 2030 alle benzine- en dieselauto’s te weren uit Amsterdam is onrealistisch. Dat heeft BOVAG in diverse landelijke media laten weten.
In Nieuwsuur betoogde algemeen voorzitter Bertho Eckhardt dat de plannen van de hoofdstad niet haalbaar zijn, omdat er naar verwachting in 2030 nog steeds 7 à 8 miljoen auto’s op brandstof rondrijden, tegen pakweg anderhalf miljoen elektrische auto’s. Voordat je een wagenpark van 9 miljoen auto’s grotendeels elektrisch hebt, ben je ver voorbij 2030. Te meer daar auto’s gemiddeld wel 18 jaar meegaan tegenwoordig. Zelfs als we vanaf nu alleen maar nieuwe EV’s zouden verkopen, dan heb je na 11 jaar (2030) nog steeds maar de helft van het wagenpark vervangen: we verkopen immers grofweg 400.000 nieuwe auto’s per jaar in Nederland. En natuurlijk is het volstrek onhaalbaar om vanaf nu alleen maar elektrisch auto’s te verkopen, – want die auto zijn nog niet in groten getale voorhanden en voor zover ze er al zijn, zijn ze nog te duur voor de particulier.
Bertho Eckhardt: “Dat gaat pas over 4 à 6 jaar omslaan, en dan gaan we stap voor stap toe naar een emissieloos wagenpark. 2050 is wat dat betreft een veel realistischer jaartal om naar te streven. Met het plan sluit je dus een heel groot deel van de bevolking uit, met name de lagere en middeninkomens, die in de wat oudere auto’s rijden. Amsterdam wordt zo een stad waar alleen de elite nog met de auto in kan.”
Naast Nieuwsuur heeft BOVAG bovenstaande ook betoogd in De Telegraaf, het AD, de regionale dagbladen, bij AT5 en in het Parool.
Als het Amsterdamse plan onrealistisch is, wat moet er volgens BOVAG dan wel gebeuren? Bertho Eckhardt: “We weten dat Amsterdam op enkele plekken in de stad een luchtkwaliteitsprobleem heeft. Dat moet je ter plekke aanpakken. Een groot hek om de stad is veel te rigoureus. Daar tref je heel veel Amsterdammers en anderen met een kleine beurs mee en dat is niet alleen onwenselijk, het is ook niet nodig. Stap voor stap werken we samen aan een schonere stad en aan een schoner land. Maar dat moet wel in een realistisch tempo en zonder hele groepen buiten te sluiten en de vrijheid en bereikbaarheid drastisch in te perken. We hebben al de landelijke milieuzones, denk verder aan hubs aan de rand van de stad, waar je de auto’s opvangt en mensen verleidt op een andere vorm van vervoer over te stappen. Maar denk ook aan het versterken van het OV en investeren in tweewielerinfrastructuur. De brandstofauto is en blijft de komende decennia echter een belangrijk vervoermiddel voor heel veel mensen en dat kun je als lokale overheid niet negeren, want dan ben je losgezongen van je eigen bevolking. Nieuwe brandstofauto's zijn bovendien steeds schoner en worden conform Europese regels steeds zuiniger. Die nieuwe brandstof auto’s zijn keihard nodig om de komende decennia de klimaat- en milieudoelstellingen te realiseren.”
In een reactie in Nieuwsuur maakte de wethouder van Amsterdam overigens al weer een terugtrekkende beweging. Ze had het daar plots over een stip op de horizon. En in de plannen is sprake van uitzonderingen en vrijstellingen. Dijksma zei tevens dat een randvoorwaarde voor het plan is dat er voldoende, betaalbare (en tweedehands) elektrische auto's beschikbaar moeten zijn. Het lijkt er op te wijzen dat de soep mogelijk niet zo heet gegeten wordt zoals die nu wordt opgediend.